Site-archief
Maannacht
H. Marsman
.
Maannacht
.
De maan breekt de wolken uiteen;
en stroomende uit die wel breken
kolken en kreken, gletschers en meren
naar alle verten uiteen.
.
de aarde is klein en alleen,
een slingerend schip in het ruim,
dat zich stampend en schuin
overstag gaand in doodsangst
kampende boven houdt
op het kolkende water des donkers
onder het stormende schuim.
.
Ik lig in het ruim naast een vrouw.
haar borsten rijzen en dalen;
zij slaapt, zij denkt nu alleen
in haar droomen aan het geluk;
hoe vredig haar ademhalen:
zij weet niets van den nood
van ons schip, zij hoort
de seinen niet gillen
noch het angstig fluiten
driemaal, als een signaal
van den dood.
.
gun mij nog twee uren slaap,
ik kan zoo niet blijven waken.
.
-neem dan nu afscheid van haar,-
misschien zult gij den morgen niet halen,
tenzij in een ander land.
.
ik schuif mijn hand in haar hand
-zie, even beven haar wimpers-
zoo liggen wij naast elkaar
als tweelingen, sluimrende kindren.
zullen wij elkaar niet meer vinden
dan zij mij dood – of ik haar?
.
Brief
Elisabeth Eybers
.
In het boek ‘Kon uit de dood ik die éne doen keren’ uit 1998, las ik een gedicht van de Zuid Afrikaanse dichter Elisabeth Eybers (1915 – 2005). Ik publiceerde al eerder een gedicht van haar hand ‘Die moeder’ op 8 maart van dit jaar. Ook dit gedicht ‘Brief’, oorspronkelijk verschenen in ‘Versamelde gedichte’ in 1995, is van een schoonheid door de taal van Eybers en het Afrikaans. Voor degene die het Afrikaans wat minder macjtig zijn ook de Engelse vertaling (met dank aan John Irons).
.
Brief
.
Moenie die dood verdink, moenie hom vrees:
sy medelye trek ’n vlammekring
om alles wat ooit skoon of teer mog wees
dat geen bederf nog daar kan binnedring.
.
Maar vrees die lewe met sy donker lis,
sy breeksug en sy onverskilligheid:
jou stil geluk, jou stil vertroue is
vir hom in die verbygaan ’n klein buit
.
om vir die aardigheid en met een hou
half ingedagte neer te kap om jou
te herinner dat jy klein is en hy groot.
.
As daar iets is, volkome en onbesmet,
wat kan gered word sal die dood dit red:
daar is geen deernis soos die van die dood.
.
Letter
.
Do not suspect death, do not show him fear.
his pity draws a ring of fire round all
that might be delicate or lovely here
and holds decay off as a shielding wall.
.
Fear life instead with his dark artifice,
indifference and his destructive quest:
your quiet trust, your quiet happiness
for him in passing are as though in jest
.
at one swift blow to hew down some small prey
half absent-mindedly as if to say
remember you are small and he is great.
.
If anything, unsullied, undepraved,
is savable, then death will see it saved:
and death’s compassion none can emulate.
.





