Site-archief
Automatisch dichten
Sonnettengenerator
.
Pas geleden nog schreef ik over de verschillende ready made gedichten die ik ken https://woutervanheiningen.wordpress.com/2021/10/07/stapelgedicht/ en vandaag wil ik daar een vorm aan toevoegen die misschien niet helemaal als ready made valt te labellen maar er wel iets van weg heeft. Het betreft hier het automatisch schijven van gedichten middels een gedichten generator of sonnettengenerator. Er zijn er verschillende. Zo heeft GitHub software ontwikkeld die met gebruik van AI (artificial intelligence) sonnetten á la Shakespeare kan schrijven.
Voor de ontwikkeling van hun AI hebben de onderzoekers gebruikt gemaakt van 2600 sonnetten bovenop de 154 van Shakespeare zelf. Dit blijft een relatief klein aantal om een neuraal netwerk te trainen, maar toch slaagt de AI erin om sonnetten te produceren. De gemiddelde lezer kan deze bovendien niet onderscheiden van sonnetten die door echte mensen zijn geschreven, maar literaire critici kunnen dit wel. Volgens hen ontbreekt het nog aan leesbaarheid en emotie. De onderzoekers blijven intussen de software verbeteren.
Een voorbeeld van zo’n automatisch gegenereerd vers:
.

.
Op de website http://sonnettengenerator.nl/ geeft Pieter Breman uitleg over de Nederlandse sonnettengenerator welke is gebaseerd op een boek van de Franse schrijver, dichter en wiskundige Raymond Queneau (1903 – 1976): ‘Cent mille milliards de poèmes’. Het werd in 1961 uitgegeven door Gallimard.’ Hij heeft met gebruikmaking van tien Nederlandse gemeenten met een cijfer in de naam (Een, Tweehuizen, Drie, Vierhouten, Vijfhuizen, Sluis 6, Zevenhuizen, Acht, Negenhuizen en Tiengemeten) een automatisch gegenereerd sonnet gemaakt.
Stadsdichters
In Nederland (en België)
.
Nederland kent vele stadsdichters. Om precies te zijn waren het er vorig jaar 50. Volgens mij zaten daar ook dorpsdichters bij maar voor het gemak (waarom ook niet) houden we het op stadsdichters. Nederland telde op 1 januari 2013 precies 408 gemeenten. Dat wil zeggen dat maar 12,3% van de Nederlandse gemeenten over een stadsdichter beschikt. In Vlaanderen is het aantal inmiddels gegroeid naar 5 (van 3).
Wat is eigenlijk een stadsdichter? Stadsdichters zijn dichters die officieel door een college van burgemeester en wethouders zijn benoemd. Hun taak is meestal een aantal gedichten schrijven over de gemeente of over activiteiten en gebeurtenissen in de gemeente. Dat varieert van een paar gedichten per jaar tot maandelijks een gedicht. Sommige stadsdichters hebben daarnaast de rol van aanjager. In hun functie van stadsdichter mogen of moeten ze de inwoners van de gemeente kennis laten maken met poëzie of activiteiten op het gebied van de poëzie.
De stadsdichter van Hengelo, Fred van de Ven heeft nu voorgesteld om te komen tot een instituut voor stadsdichters. Zo’n instituut zou dan aanbevelingen kunnen doen aan de colleges: over het aantal gedichten dat geschreven zou kunnen worden, over de publicatie en over de vergoeding. Want in de regel is het liefdewerk, oud papier.
In 2005 werd de eerste stadsdichtersbundel ‘De stad en ik’ uitgegeven door uitgeverij Kontrast, onder redactie van Gerard Beense (Stadsdichter van Lelystad) gevolgd door ‘Verzen van verbondenheid’ in 2008 en ‘Stadsdichters bijeen’ in 2009 tijdens de 5e stadsdichtersdag in Lelystad. Inmiddels is de 9e stadsdichtersdag geweest in Lelystad, georganiseerd door de stichting Poëtikos, met een stadsdichtersgedichtenwedstrijd, dus volgend jaar het tweede lustrum.
De winnaar van deze wedstrijd was stadsdichter van Hengelo Lowie Gilissen met het gedicht ‘Amsterdam’.
.
Amsterdam
Nabij gehei dreunt, dreunt, dreunt,
in een dwingend ritme
als van een metronoom.
Op die doffe beat houden trams
met hun triangeltringtingtinggetinkel
en ssschurend sssnerpen
van weerbarstig wentelende wielen
helemaal geen maat.
Opgevoerde brommers overstemmen
met knalpijphard geknettterrrr
en passant moeiteloos
nerveuze claclaxons van schildpadtrage taxi’s.
Doppleriaans nadert met steeds meer nadruk
de viertonige ta-ti-ta-ta sirene
van een slalomambulance.
Te midden van deze ongeorkestreerde kakofonie
staat een straatmuzikant op zijn viool
een ti-ta-ti-ta partita van Bach te spelen,
alsof al die helse herrie om hem heen niet bestaat.
En warempel,
ik denk dat ook,
één hemels ogenblik.
.







