Site-archief

Ritournelle

Pierre Kemp

.

Ook het gedicht ‘Ritournelle’ van Pierre Kemp uit de verzamelbundel ‘Geliefde gedichten’ die iedereen kent maar niet kan vinden uit 1972 is met recht een troostrijk gedicht te noemen. Oorspronkelijk verscheen dit gedicht in ‘Phototropen en noctophilen'(1947. )De lichtheid en de vrolijke toon, de manier waarop de dichter het lot in eigen handen neemt kan zeker troost bieden. Daarom vandaag dit gedicht.

.

Ritournelle

.

Het licht doet met me wat het wil

of ik al ga, of ik sta stil,

of ik iets neem, of iets leg neer,

bij alles is het licht mijn heer.

Zo word ik, man, toch nog een vrouw;

ik die van rood houd, word een blauw;

ik die van dag wil zijn, een ding

van avond met in de schemering

een rode streep, die duidt op wind,

tot ik het licht van mijn eigen vind

en met mijn rood sla naar dat blauw

en ik mijn man graaf uit die vrouw.

Eerst dan word ik mijn eigen heer,

of ik iets neem, of iets leg neer,

of ik al ga of ik sta stil,

omdat mijn eigen licht dat wil.

.

De stem van de dichter

Pierre Kemp

.

Een bloemlezing van poëzie en proza geschikt om voor te dragen, zo luidt de ondertitel bij de in 1962 door J.B. Wolters in Groningen uitgegeven bundel ‘De stem van de dichter’. Blijkbaar was er destijds in het curriculum van de scholen nog plaats voor voordracht (kom daar maar eens om tegenwoordig). De bundel beslaat een grote ruimte in tijd, van Vondel, Bredero, Constantijn Huygens en Bilderdijk naar Multatuli, Gerhardt en Vasalis. Bekende gedichten en minder bekende gedichten.

In het voorwoord staat het doel van het voordragen beschreven: Het doel van het voordragen is: anderen te laten genieten van een kunstwerk. De voordrager moet niet de ontroering opdringen, die het kunstwerk bij hem gewekt heeft, hij moet de bewogenheid en de visie van de maker vertolken. Hij is uitsluitend medium tussen de maker en de toehoorder; een beter medium dan het gedrukte woord, dat de levende taal slechts (gebrekkig) aanduidt.

Een paar dingen vallen me op: blijkbaar was poëzie in 1962 exclusief van mannen (ik denk van niet) en over de keuze van het medium (beter of slechter) valt ook nog wel een discussie te voeren. Dat wil ik hier niet doen, al is het maar omdat het medium dat ik gekozen heb voor mijn website per definitie vooral gericht is op het gedrukte woord.

Een dichter die in de bundel voorkomt is Pierre Kemp (1886 – 1967). Kemp is een dichter die ik graag lees maar eigenlijk weinig lees (dat heb je soms). Een dichter met een bijzonder leven; een mooi detail uit zijn leven vind ik het feit dat hij altijd zwart droeg, hij werkte in de staatsmijn Laura waar hij loonadministrateur was, zodat het kolengruis op zijn kleding niet zou opvallen.

In ‘De stem van de dichter’ is het gedicht ‘Najaarsstemming’ van zijn hand opgenomen dat oorspronkelijk verscheen in ‘Phototropen en Noctophilen’ uit 1947.

.

Najaarsstemming

.
Alles lijkt zo verloofd buiten en ik ben gehuwd.
Het beeld van de haan in het landschap is niet nieuw,
het beeld van de kippen in de weide is niet oud
en alles is vanmorgen in groen gebiesd met goud.
Maar ik kleed me om en op de pijpen van
mijn broek speld ik de blaadren, die ik grijpen kan
en over de revers van mijn zwarte jas
een slinger donkergele dahlia’s.
Want ook ik wil vandaag zijn wat groen, wat goud;
verloofd en gehuwd en vooral niet oud.
.
.