Site-archief

De slechtste poëziebundel ooit geschreven

Melissa B. Duarte

.

Op de website theboredpanda.com kwam ik een artikel tegen van Melissa Duarte (mediocre poet), lid van deze gemeenschap. Zij schreef een poëziebundel met de titel ‘The Worst Book Of Poetry Ever Written’ of in goed Nederlands ‘de slechtste poëziebundel ooit geschreven’. Nu is goede of slechte poëzie natuurlijk moeilijk te duiden. het is allereerst een kwestie van smaak, regels, ideeën, uitvoering, maar vooral mode en actualiteit. Wat als een goed gedicht wordt beschouwd zal begin deze eeuw als afschuwelijk zijn gevonden , zou men er kennis van hebben kunnen nemen. De poëzie van de Vijftigers werd door de generatie die met de poëzie van de Tachtigers groot is geworden als slechte, of ‘geen poëzie’ beschouwd.

Poëzie verandert net als de taal. Waar ooit poëzie louter in vaste vormen en met vaste regels werd geschreven, daar werd later het vrije vers aan toegevoegd. Tegenwoordig zijn prozagedichten (die soms niet van poëtische korte verhalen te onderscheiden zijn) heel normaal, terwijl er ook een tijd is geweest dat poëzie kort en zonder opsmuk geschreven werd. Wat ik maar wil zeggen, de slechtste poëziebundel ooit geschreven is ook maar een mening.

De dichter schrijft over deze bundel: “Het is een bundel van 73 gedichten over de meest alledaagse dingen die je je kunt voorstellen: gloeilampen, planten, vloeren, kruimels en zelfs vaatwassers. Ja, ik heb echt een heel gedicht over kruimels geschreven. Als je op zoek bent naar een uniek cadeau voor die ene persoon voor wie je onmogelijk iets kunt kopen, kan dit boek je misschien redden. Het is grappig, luchtig en neemt zichzelf (helemaal) niet serieus. Sterker nog, ik weet vrijwel zeker dat de meeste mensen het uiteindelijk als onderzetter zullen gebruiken, maar hé, ze zullen er in ieder geval eerst om moeten lachen.”

Natuurlijk heb ik een voorbeeld van zo’n afschuwelijk gedicht getiteld ‘Public Washrooms’.

,

Public Washrooms

.

Oh, heck no.

Did you just leave without washing your hands?

.

Oh, heck no.

What is that atrocity on the seat?

.

Oh, heck no.

Where’s the paper? What am I supposed to do

without paper?

.

Oh, heck no.

Is there a leak in the ceiling? How was that

puddle formed?

.

Oh, heck no.

I’ll just hold it or pee my pants.

.

De dichter des walgens

Poet Nauseate

.

In 2001 werd in Nieuw Zeeland een ‘Terribly Bad Verse & Awful Poetry Competition’ georganiseerd door het blad Artscape. De vreugde van ‘echte’ slechte poëzie ligt natuurlijk in het feit dat het onbewust slecht is. Niemand – behalve deelnemers aan de competitie! – schrijft het opzettelijk; het is alleen dat door voor het hoogste te gaan, de daders er op de een of andere manier in slagen om vreselijke ‘poëzie’ te schrijven.. En dat is om verschillende redenen – rijmdwang, verkeerd gebruik van jambes; het verbrijzelen van de stemming door een onoordeelkundig woord of zinsdeel; het onvermogen om een ​​onderwerp te presenteren in andere dan puur feitelijke termen – kortom, het gebrek aan gevoeligheid en enige vorm van zelfkritiek.

Een aantal voorbeelden van slechte poëzie zoals men daar aantrof: Hugh Smith zijn Ode aan Jean Batten.

.

Ode to Jean Batten

“Dear Jean, there’s not a heart that beats
In great and grand New Zee,
That does not feel a lofty pride
And boundless love for thee.
One mind, one engine, and one heart
Combined to take you through,
And all the listening world is proud
Of each and all and you…”

of wat te denken van de dichter F.C Meyer, die ooit een brief met een afwijzing kreeg van een uitgeverij in 1928 met de volgende woorden:

Geachte heer, Nee u mag ons niet uw verzen toesturen, en wij zullen u niet de naam van een andere uitgever geven. Er is geen enkele rivaliserende uitgever die wij dusdanig haten, dat wij u hen hiermee laten belasten. het voorbeeld gedicht is simpelweg verschrikkelijk, sterker nog, we hebben nog nooit erger gezien.

Frederick Charles Meyer gaf na deze keiharde afwijzing toch niet op en uiteindelijk werd zijn werk toch gepubliceerd in meerdere boeken. Tot 2001, toen zijn werk als voorbeeld werd meegenomen in ‘Jewels of Mountains and Snowlines of New Zealand’ Nieuw Zeelands lschtste vers en verschrikkelijke poëziewedstrijd. Een stuk uit het werk van Meyer:

.

My pet dog

.

“Pluto! come here my dearest little dog,
Don’t get mixed up with every rogue,
And do not run into a fog…”

.