Site-archief

Sticky Drama

Dominique De Groen

.

De Vlaams-Belgische dichter Dominique De Groen (1991) publiceerde in 2019 de bundel ‘Sticky Drama’. Na haar debuut ‘Shop Girl’ uit 2017 een nieuwe bundel die als flaptekst de volgende inleiding meekreeg: “Radioactieve planten dragen vrucht. Twee eilanden bloeden in elkaar leeg. Een ijsberg kotst zijn ingewanden uit. De permafrost ontdooit. Sluimerende bacteriën ontwaken. Ontaarde levensvormen woekeren in een landschap van oerslijm en plastic. De heksen leggen de Tarotkaarten. Een nieuwe boom des levens ontkiemt. Een kleverig drama kondigt zich aan.”

De bundel is een poëtische vertelling over het ontstaan en verloop van ons bestaan, soms aan de hand van narratieve elementen. De gedichten zijn soms meer proza gedichten en De Groen koppelt wetenschappelijke theorieën over het ontstaan van het leven aan Kabbalistiek (Joodse mythologie) wat het lezen (en begrijpen) niet altijd even makkelijk maakt. Wat voor de een als zweverig zal overkomen zal voor de ander juist een frisse, andere benadering betekenen van gedachten over ons bestaan.

De persoon van Malayney speelt een verbindende rol in deze bundel zoals ook in het gedicht ‘Heksen Begeleiden Het Ritueel’.

.

Heksen Begeleiden Het Ritueel
.
De heksen van de bodem van het meer – het zijn hun
onnatuurlijk fel oplichtende ogen die zich in een cirkel rond
ons verzameld hebben – begeleiden het ritueel.
.
In het centrum van de kring strekt Malayney haar naakte
lichaam uit op de grond.
.
Begeleid door het gezang van de heksen glijd ik naar haar toe
en glibber over haar huid tot ik de kuil van haar navel voel.
.
Vanaf dat centrale punt rek ik mezelf uit, smeer mezelf uit als
een balsem, trek mij als een dunne film over haar lichaam.
.
Ik ben de heksenzalf op Malayneys klamme huid, de balsem
die ons beiden zal transporteren naar een andere dimensie.
.
Om ons heen joelt en danst de kring in steeds sneller
draaiende cirkels.
.
Ik ben loom en zwaar en voel mezelf vallen, vallen, vallen…

.

 

Frans Vogel poëzieprijs

Dominique De Groen

.

In september werd bekend gemaakt dat de Vlaamse dichter en schrijver Dominique De Groen (1991) de Frans Vogel Poëzieprijs heeft gekregen. Haar werk werd gepubliceerd in Deus Ex Machina, Kluger Hans, Gierik & Nieuw Vlaams tijdschrift, op Samplekanon en hard/hoofd. In 2017 debuteerde ze met de bundel ‘Shop Girl’ en in 2019 volgde ‘Sticky Drama’.

In haar poëzie spreekt engagement met een wereld die op drift is geraakt en waarin niets ongeschonden blijft. Voor de Optimist schreef ze aan de hand van een regel uit de roman van Hiromi Ito ‘ Wild grass on the Riverbank’ ( even as a corpse her calling was stil to protect children) het gedicht ‘Rites for aan abortive spring’.

.

Rites for an abortive Spring

i.

Ik heb alle dode dieren
ten grave gedragen:

IJsbeer, gevallen engel, uitgemergeld in smeltende toendra
Bij, misleid door bloemen van olie en vlees
Olifant, verminkt door slaapwandelende markten
en oogst van tanden glanzend in de hitte
van een beenharde zon.

Ik heb een massagraf gedolven
in de natte, zwarte aarde
tussen mijn schaamlippen

de gezwollen karkassen verslonden
met pulserende tentakels.


ii.

De begrafenisriten:

mijn naakte, opgevulde lijf
uitstrekken op de heide
onder de wassende maan

met draad van stug, dor gras
de grafkuil dichtnaaien.

In mijn baarmoeder klotsen
de bij voorbaat doodgeborenen
in een danse macabre
van druipende kadavers.

Ik draag wildvreemden op
hun hand op mijn buik te leggen
om de beweging te voelen

walgend deinzen ze terug
van de knekeldans
onder hun vingertoppen.

iii.

Volle maan
en tijd om te baren:

ik rijt de grafkuil open
kots mijn uterus leeg

een grijze processie van ondode dieren
glibbert uit de tombe
hobbelt en hinkelt de nacht in.

Ik baar een kubus
van samengeperste dode dieren

ieder vlak
een massa-extinctie

en blaas het blok nieuw leven in
met rituelen van trieste magie.

Lichamen maken zich uit de kubus los
onsterfelijk en schitterend.

iv.

Een grauw dier
met bleke ogen
en aaneengekoekte vacht

likt stollend bloed en slijm van mijn huid
drukt me tegen haar vochtige, warme buik
tot mijn hart weer klopt, mijn cellen weer pulseren.

Dan verdwijnt ze, het uitdijende bos in.

Zelfs als lijk was haar roeping nog steeds het beschermen van kinderen.

 .