Site-archief
Verse taal
Mahsai Attai
.
In 2007 werd door uitgeverij De Brouwerij de bundel ‘Verse Taal’ uitgegeven. In deze bundel met CD staan de verhalen en gedichten van een aantal vluchtelingen dichters. Vluchtelingen van alle tijden (van Chili in de jaren zeventig) tot Irak en Kroatië begin van deze eeuw. Wat hen bindt is een gedeelde geschiedenis van vluchten voor onderdrukking, geweld en angst uit hun vaderland naar Nederland. Schrijfster Alejandra Slutzky, fotograaf Jan Kees Helms en muzikanten Wilma Paalman en Marcel van der Schot stelden deze bundel en CD samen.
Een aantal dichters uit deze bundel heeft als dichter of in de poëzie enige naam gemaakt. Zo staan onder andere Sallah Hassan, Juan Heinsohn Huala en de helaas veel te vroeg gestorven Pero Senda in deze mooi en met respect uitgegeven bundel.
Als gedicht en dichter kies ik vandaag echter voor een wat minder bekende, namelijk Mahsa Attai die destijds vluchtte uit Iran met haar gedicht ‘Het leven’. Het gedicht is al meer dan 10 jaar oud maar nog altijd pijnlijk actueel.
.
Het leven
.
Er is in feite geen plek waar God eindigt en je begint
En geen plek waarop je eindigt en ik begin
.
Oh, laten we leven in vreugde, in liefde onder hen die haten!
Laten we onder mensen die haten leven in liefde
.
Ik adem in en word rustig
Ik adem uit en glimlach
Op dit moment weet ik
Er bestaat geen ander moment
.
Pero Senda (1945 – 2013)
Bericht van overlijden
.
Gister bereikte mij het trieste bericht dat vriend en dichter Hrvoje Pero Senda op zaterdag 16 november is overleden.
Hrvoje Pero Senda werd geboren op 28 juni 1945 in Gornji Vakuf, een kleine stad in Centraal Bosnië. Pero studeerde Zuidslavische taal en literatuur aan de Filosofische universiteit in Sarajevo, Zagreb. In 1971 keerde hij terug naar zijn geboorteplaats en werkte daar als leraar tot het begin van de oorlog. In 1993 vluchtte hij met zijn familie naar Nederland. Veel van zijn manuscripten zijn daarbij verloren gegaan.
In 1997 won Pero Senda met het gedicht ‘De Vrouw’ de Dunya Poëzieprijs en in 1999 verscheen zijn eerste tweetalige dichtbundel ‘Brokstukken’. Senda was in 2007 een van de tien dichters die meewerkte aan het prachtige boek Verse taal met muziek-cd van Wilma Paalman, gepubliceerd door Uitgeverij De Brouwerij te Maassluis. In juni 2010 werd bij dezelfde uitgeverij zijn tweetalige dichtbundel (Kroatisch / Nederlands) ‘Voor de muur’ gepresenteerd.
Pero vormde samen met Otto Zegers de jury van mijn tweede gedichtenwedstrijd (2010) die na 2011 is overgegaan in de Gedichtenwedstrijd van de stichting Ongehoord!
In dat zelfde jaar vroeg ik hem als dichter een bijdrage te leveren aan het boek Balkon scènes aan het water (samen met Arend van Dam, Henriette Faas, Henk Weltevreden en Maarten van Buuren). Hij was meteen enthousiast en wist ook meteen een thema voor zijn bijdrage. Van Balkan naar Balkon. Het Balkon is een nieuwbouwwijk aan de Waterweg in Maassluis.
In de bibliotheek van Maassluis werkte ik met Pero samen bij een aantal projecten georganiseerd door PICO en later vormde hij samen met Otto Zeegers het hart van de Poëziewerkplaats in de bibliotheek van Maassluis.
Pero trad als dichter regelmatig op, voor zijn landgenoten in Nederland maar ook op poëziepodia onder andere het Ongehoord! podium.
In Pero verliezen we een begenadigd schrijver, dichter, vriend maar vooral een bijzonder man.
.
Requim voor de mens
.
Verstomd heelal
eenzaam, aan de rand van de Melkweg
rilt en huivert de planeet Gaia
in dodelijke koorts
de dronken carrousel schommelt vervaarlijk
dezelfde menigte
twee millennia na Christus
brult en zingt unisono: gloria, gloria
dood, dood, in dezelfde euforie
en opnieuw, aan het eind van deze eeuw,
kruisigt men de Mens
Het is carnaval
en in dat gezichtsloze straattheater
in een plechtige optocht – met maskers
van prinsen, prinsessen, courtisanes,
harlekijnen en hansworsten –
danst de bandeloze massa, schreeuwt
en krijst: gloria, gloria
dood, dood, in dezelfde euforie
en alles is weer als toen, maar na de parade,
aan het eind van deze eeuw, ligt
vertrapt in de modder
het masker van de Mens
.
Uit: Balkonscènes aan het water