Site-archief

Dichter van de maand Maart

J. Slauerhoff

.

Als dichter van de maand maart heb ik gekozen voor J. Slauerhoff (1898-1936). Slauerhoff is bekend als schrijver en dichter en publiceerde in zijn relatief korte leven toch heel wat verhalen, romans en poëzie. Ook vertaalde hij proza uit het Spaans en Portugees. Tijdens zijn leven was hij al bekend en geroemd maar ook na zijn dood bleef de belangstelling voor zijn werk. Tot op de dag van vandaag wordt zijn werk heruitgegeven en vertaald.

Uit de ‘Verzamelde gedichten’ in twee delen uit 1973 (negende druk) het gedicht het gedicht ‘Woninglooze’ met de beroemde eerste zin.

.

Woninglooze

.

Alleen in mijn gedichten kan ik wonen,

Nooit vond ik ergens anders onderdak;

Voor de eigen haard gevoelde ik nooit een zwak,

Een tent werd door den stormwind meegenomen.

.

Alleen in mijn gedichten kan ik wonen.

Zoolang ik weet dat ik in wildernis,

In steppen, stad en woud dat onderkomen

Kan vinden, deert mij geen bekommernis.

.

Het zal lang duren, maar de tijd zal komen

Dat vóór den nacht mij de oude kracht ontbreekt

En tevergeefs om zachte woorden smeekt,

Waarmee ‘k weleer kon bouwen, en de aarde

Mij bergen moet en ik mij neerbuig naar de

Plek waar mijn graf in ’t donker openbreekt.

.

js2

js

Slauerhoff leeft!

Festival Literaire Meesters

.

In Utrecht wordt van 10 tot en met 25 november het Festival Literaire Meesters georganiseerd, waarin de dichter J.J. Slauerhoff (1898 – 1936) centraal staat. Daarnaast zal de dichter in de week van 12 tot en met 16 november volop aandacht krijgen op Cultura24 (het digitale themakanaal van de Publieke Omroep voor verdieping in kunst en cultuur). Alle informatie over dit festival vind je op http://www.literairemeesters.nl/

Misschien wel de bekendste zin uit het gedicht ‘Woninglooze’ van Slauerhoff is: Alleen in mijn gedichten kan ik wonen. Nooit vond ik ergens anders onderdak.

Nu, hier een ander gedicht wat mij erg aanspreekt van deze dichter/scheepsarts die nog altijd veel lezers en bewonderaars kent.

.

De moede soldaat

Achter de hagen langs de straat
Staan zij in feestgewaad;
Geen schone kan mij nog wat schelen,
Zij mogen mijn soldij verdelen!
.
En ik vereer niet meer de heilige meren,
Noch luidt voor mij de avondgong,
Die etter draag van kwade zweren
En nauw de dood ontsprong.
.
Maar kindren komen aan mijn knie, zij houden
In kleine handjes grote schalen wijn.
Ach, laat ik drinken, dromend van hen houden,
En nooit soldaat meer zijn!

.

Met dank aan gedichten.nl