Site-archief

Trichotillomanie

Warsan Shire

.

‘Zegen de dochter’, de dichtbundel van de Somalisch Britse Warsan Shire gaat over een meisje dat opgevoed wordt door de stemmen in haar hoofd bij gebrek aan iemand die voor haar zorgt. Puttend uit haar eigen leven en dat van haar dierbaren, popcultuur en krantenkoppen brengt Shire in deze schitterende gedichten de levens van vluchtelingen en migranten, moeders en dochters, zwarte vrouwen en tienermeisjes tot leven.

In 2015 werd Warsan Shire in één klap beroemd door haar gedicht ‘Thuis’ dat wereldwijd werd gedeeld als oproep tot een humaner beleid rondom de vluchtelingenstroom. Haar gedichten gaan over haar eigen ervaringen als migrant, over je huis kwijtraken en je nergens thuisvoelen, over oorlog, seks en vrouw-zijn.

Toen ik de titel van het gedicht ‘Trichotillomanie’ las was ik meteen nieuwsgierig naar wat dat betekende. Trichotillomanie is een psychische aandoening waarbij men een aandrang heeft om de eigen haren uit te trekken, zowel hoofdhaar, wimpers en wenkbrauwen als haar op andere delen van het lichaam. Het is een zogenaamde obsessieve-compulsieve stoornis. Met die kennis lees je het gedicht toch anders.

.

Trichotillomanie

.

We vonden iets, hurkend achter je bed,

het gromde toen het werd benaderd, zong een gebroken lied,

een dood, zich aan het leven vastklampend ding, een massa knopen,

geboren uit vezels, gescheurd uit bloedvaten, het voelde droog aan.

.

Toen het stond, was het zo hoog als een schrille schreeuw,

we vroegen hoe het heette, het zei jouw naam.

.

We hebben het in de tuin aangestoken, het brandde snel,

maakte een pasgeboren geluid, liet de geur

van verschroeide zwavel achter. Was het van jou?

.

 

Zwart Wit poëzie

Sabi so

.

Op 8 juli jongsleden schreef ik een stuk over meningen en poëzie https://woutervanheiningen.wordpress.com/2019/07/08/met-meningen-schrijf-je-geen-goed-gedicht/ . De strekking van dit stuk was dat ik vind (en ik niet alleen bleek) dat goede poëzie op zichzelf moet staan en niet bepaald moet worden door meningen of de achtergrond van de dichter. Dat sluit echter niet uit dat de achtergrond van een dichter een rol kan spelen in zijn of haar poëzie (voorbeelden genoeg). Activistische poëzie kan heel bijzonder en heel goed zijn.

In 1987 werd door ‘Sabi So’ de Delftse Zwarte Vrouwen Belangen Organisatie, de bundel ‘Zwart Wit poëzie’ uitgegeven. Deze bundel werd door de gemeente Delft mogelijk gemaakt destijds. Op zichzelf een mooi initiatief maar wat ik vreemd vind is dat ik lees in de inleiding:

“Aan deze bundel hebben 21 zwarte en witte vrouwen meegewerkt. Deze literaire bundel heeft niet de pretentie één te zijn waar niets op of aan te merken zou zijn. Een groep enthousiaste vrouwen, allen amateurs heeft de lay out verzorgd, de redaktie op zich genomen en de omslag ontworpen. de rest heeft de drukker gedaan.”

Maar dan: De groep witte vrouwen heeft uit haar inzendingen een selektie gemaakt waarbij een bepaalde puntenwaardering gegeven werd aan de gedichten. De groep van zwarte vrouwen heeft geen selektie gemaakt. Aan de vrouwen is gevraagd enkele van haar gedichten, die ze zelf mooi vinden en voor haar heel veel betekenen op te sturen.”

Ik vind het vreemd dat er hier een onderscheid gemaakt is. Zelfs als er al een reden was om onderscheid te maken (wat me vreemd lijkt) is het dan nodig dit ook te benoemen in een inleiding. Hiermee lijkt me juist dat er een onderscheid wordt gecreëerd, terwijl de reden dat deze bundel is uitgegeven er een is om juist aan te geven dat poëzie, zwart of wit, hetzelfde is waarbij er maar één criterium is om onderscheid te maken: vind je het mooie of goede poëzie of niet (onafhankelijk van wie het geschreven heeft).

Uit deze bundel heb ik gekozen voor een gedicht van Jacqueline (verder geen informatie bekend) in een vertaling uit het Spaans van ‘Lagunas del tiempo’.

.

Meren des tijds

.

Wat gebeurt als je niet meer daar bent

en op nieuwe paden loopt

andere ideeën en gewoontes

zo oud onmetelijk, onbevattelijk

zo diep

dat

wat er was

ontastbaar wit wordt

transparant, amorf water en niets meer

noch de vijand wie de haat zich nog herinnert

wie jou ontworteld heeft

toen je in de berg geloofde

.

Er blijven alleen mijn herinneringen over

meer van oneindig water

gevuld met glanzende kleur of, donker?

verblindend als de gekte

een verleden te hebben

.

En ik blijf daar

met dat verleden in mijn ingewanden.

.