Nette vent
Zoon van alle moeders
.
Gisteravond kwam ik de bundel ‘Zoon van alle moeders’ uit 1988, tegen in mijn boekenkast van Herman Brood (1946-2001). Toen ik er in bladerde kwam ik het gedicht zonder titel (geen van de gedichten heeft een titel) tegen die begint met de regel ‘Nette vent’. In dit gedicht ook de regel waar de bundel zijn titel aan ontleent. Brood blijft in zijn poëzie zoals ik hem mij herinner, geestig, sprankelend en licht absurdistisch. Ook in dit gedicht. Daarom hier het gedicht zonder titel uit deze gekke maar heerlijke bundel.
.
Nette vent
ook as atleet
jammer van die t’rugspeelballe
mistieke vergissing?
Gebroke gebede
daar komt bij:
zo’n bal maakt driftig
mot geen ruzie make
tut tut
t’is de zoon van
alle moeders!
Haat & nijd zeker…
.
Geplaatst op 11 augustus 2017, in Dichtbundels, Favoriete dichters, Uit mijn boekenkast en getagd als 1946, 1988, 2001, absurdistisch, dichtbundel, dichter, gedicht, gedichten, geestig, Herman Brood, Nette vent, poëzie, sprankelend, Uit mijn boekenkast, Zoon van alle moeders. Markeer de permalink als favoriet. 2 reacties.





Over J.C., naar ik aanneem.
Volgens mij wel