L=A=N=G=U=A=G=E

Taaldichters

.

De ‘Language School of Poetry’ begon in de jaren zeventig als reactie op traditionele Amerikaanse poëzie.  In navolging van bewegingen als de ‘Black Mountain’ en ‘New York Schools’, was het de bedoeling van ‘The Language School of Poetry’ om de nadruk te leggen op de taal van het gedicht en om een ​​nieuwe manier te creëren voor de lezer om met het werk om te gaan. Taalpoëzie wordt ook geassocieerd met linkse politiek en was ook verbonden aan diverse literaire tijdschriften gepubliceerd in de jaren ’70, met inbegrip van ‘This’ en ‘L = A = N = G = U = A = G = E’.

Tussen februari 1978 en oktober 1981 werden dertien edities van het avant-gardistische poëzietijdschrift ‘L = A = N = G = U = A = G = E’ uitgegeven door Charles Bernstein en Bruce Andrews. Samen met het Canadese magazineThis is dit de tijdschrift waarnaar vaak wordt verwezen als broedplaats voor de groep schrijvers die bekend werden als ‘The Language Poets’ of ‘de taaldichters’. Alle edities zijn gedigitaliseerd en te lezen op http://english.utah.edu/eclipse/projects/LANGUAGE/language.html

Belangrijke aspecten van taalpoëzie zijn onder meer het idee dat taal betekenis dicteert in plaats van andersom. Taalpoëzie probeert ook de lezer bij de tekst te betrekken, waarbij belang wordt gehecht aan de deelname van lezers aan de constructie van betekenis. Door poëtische taal te doorbreken, eist de dichter van de lezer dat hij een nieuwe manier vindt om de tekst te benaderen.

Een van de dichters die in ‘L = A = N = G = U = A = G = E’ heeft gepubliceerd is Robert Grenier (1941). Hij is één van de dichters die is verbonden is aan de ‘Language School of Poetry’ . Hij was medeoprichter (met Barrett Watten ) van het invloedrijke tijdschrift  ‘This’(1971–1974). ‘This’ was samen met ‘L = A = N = G = U = A = G = E’ een keerpunt in de geschiedenis van recente Amerikaanse poëzie en was een van de eerste samenwerkingsverbanden in druk van verschillende schrijvers, kunstenaars en dichters die nu worden aangeduid (of losjes genoemd) als de ‘Taaldichters’.

Greniers recente ‘boeken’ worden op verschillende manieren beschreven als folio’s van haiku-achtige inscripties of transcripties. Curtis Faville stelt dat Grenier “een nieuwe hybride vorm heeft voortgebracht – noch” poëzie “noch grafische kunst – die woorden (letters) behandelt als een letterlijke vorm visueel ontwerp, waarbij “leesbaarheid” aan de rand van ongerustheid zweeft “. Voor voorbeelden van zijn actuele poëzie kun je hier terecht: http://writing.upenn.edu/pennsound/x/Grenier.php

In ‘L = A = N = G = U = A = G = E’ verscheen destijds het volgende gedicht van Grenier.

.

Tegenwoordig maakt Robert Grenier vooral ‘Language Objects’ vier-kleurige tekening-gedichten. Hier een voorbeeld getiteld ‘Evening will come’.

.

 

Geplaatst op 18 mei 2020, in Dichter in verzet, Gedichten in vreemde vormen, Literaire kunst, Poëzie en Kunst en getagd als , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , . Markeer de permalink als favoriet. 8 reacties.

  1. risico van dergelijke gedichten is dat de scheidslijn naar echte kunst wordt overschreden….

  2. Michiel van Hunenstijn

    Belangrijke aspecten van taalpoëzie zijn onder meer het idee dat taal betekenis dicteert in plaats van andersom.
    Uh, kun je dat ook uitleggen?

    • Volgens mij betekent dit dat taal betekenis dicteert in tegenstelling tot dat betekenis, de realiteit de taal dicteert. Dus dat de taal slechts gebruikt wordt als vorm om te beschrijven of uit te leggen wat de realiteit (de betekenis) van iets is. Bij taal poëzie is de taal leidend en is de realiteit (de betekenis) van ondergeschikt belang. Vergelijk beschrijvende poëzie (wat je leest is wat het is) met inhoudelijke poëzie, wat je leest moet je interpreteren om erachter te komen wat er bedoeld wordt.

    • Michiel van Hunenstijn

      Uh, sorry, je bent me kwijt na dit (zijn het eigenlijk wel je eigen woorden?) onbegrijpelijke proza. Volgens mij betekent dit dat taal betekenis dicteert in tegenstelling tot dat betekenis, de realiteit de taal dicteert. Dus dat de taal slechts gebruikt wordt als vorm om te beschrijven of uit te leggen wat de realiteit (de betekenis) van iets is. Bij taal poëzie is de taal leidend en is de realiteit (de betekenis) van ondergeschikt belang. Vergelijk beschrijvende poëzie (wat je leest is wat het is) met inhoudelijke poëzie, wat je leest moet je interpreteren om erachter te komen wat er bedoeld wordt.

      Begrijp je het zelf wel?
      Kun je het nog een keer uitleggen misschien, maar dan begrijpelijk?

      • Voorbeeld: “Paleidokopus” is iets wat vanuit dit woord is bepaald dat het is. Bao Strictcontor is iets dat alleen door dit woord wordt gedekt. Een woord, omvormd, of onzinnig, krijgt een betekenis omdat de schrijver (Drager Meurtant) een betekenis toekent. Daarentegen is kruiwagen een apparaat waarmee zand wordt weggekard. Of een hulpmiddel om hoger op te komen. De woorden kunnen ook als soort zang gehoord worden. Iets dat bij DaDa populair was.
        Groet, Drager

      • De taal dicteert de betekenis ( kort en duidelijk noemen wat iets is). Door de taal geef je iets betekenis. Bij taalpoezie is de taal leidend en de betekenis van ondergeschikt belang. Het is aan de lezer door de taal tot zich te nemen zelf daaruit een betekenis te halen. In die zin dicteert de taal de betekenis.

  3. Michiel van Hunenstijn

    Bedankt Gerard voor je reactie met dat Griekse woord erin, wat de boel trouwens niet echt ophelderde. Maar ik vroeg het eigenlijk aan de auteur van dit stukje, die hierboven met zoveel ervaring over dit genre praat. Ik ben benieuwd, ik wacht af.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.