Ik
Jan Arends
.
Als je veel poëzie leest ga je een bepaalde voorkeur ontwikkelen. Zo heb ik gemerkt dat ik gedichten die vanuit de Ik persoon zijn geschreven om de een of andere reden vaak minder beoordeel dan gedichten die over een jij of hij/zij zijn geschreven of gedichten die niet vanuit een persoon zijn geschreven. Misschien komt het doordat sommige dichters en spoken word-dichters de neiging hebben om alles wat ze schrijven vanuit het eigen perspectief te doen.
Dat ik niet moet generaliseren weet ik, en dat wil ik ook niet, en om te onderstrepen dat poëzie geschreven vanuit een Ik perspectief ook heel verrassend en goed is of kan zijn hieronder een voorbeeld van dichter Jan Arends (1925-1974) uit de bundel ‘Lunchpauzegedichten’ uit 1975.
.
IK
Schrijf gedichten
als dunne bomen.
.
Wie kan zo mager
praten
met de taal
als ik?
.
Misschien
is mijn vader
gierig geweest
met het zaad.
.
Ik heb
hem nooit
gekend
die man.
.
Ik heb
nooit
een echt woord gehoord
of het deed pijn.
.
Om pijn
te schrijven
heb je
weinig woorden
nodig.
.
Geplaatst op 20 januari 2025, in Dichtbundels, Favoriete dichters en getagd als 1925, 1974, 1975, dichtbundel, dichter, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, hij/zij, Ik, Jan Arends, jij, Lunchpauzegedichten, perspectief, poëzie, poëziebundel, spoken word, voorkeur. Markeer de permalink als favoriet. 1 reactie.






Prachtig gedicht. Voor een deel ook inspiratie voor een nummer van De Kift, ‘Orenmens’ (‘Wie praat zo mager met de taal als ik’) van hun album Vlaskoorts.