Site-archief
Ik
Jeroen Vermeiren
.
De Vlaamse dichter, copy writer, journalist, woordvoerder en stadsdichter van Bornem van 2014 tot 2016 (Provincie Antwerpen ) Jeroen Vermeiren (1974) debuteerde in 1996 met de dichtbundel ‘Wild vlees’. Hij heeft zelfs zijn eigen schrijfbedrijfje ‘De Zinnenspinnerij’, waar hij voor iedereen de juiste woorden vindt. Sinds 2013 is hij bovendien een van de creatieve schrijvers bij Studio 100 en columnist voor Charlie Magazine.
Werk van Vermeiren werd opgenomen in het literaire tijdschrift Deus Ex Machina en het online literair platform Meander Magazine. In 2016 verscheen de bundel ‘Alles, behalve nooit’ en in 2021 verscheen van zijn hand ‘Uit welk hout zal ik mij snijden?’.
In ‘De 100 beste gedichten van 2018’ voor de VSB poëzieprijs werden twee gedichten van zijn hand (uit ‘Alles, behalve nooit’) opgenomen waaronder het gedicht ‘Ik’.
.
Ik
.
Blues
.
Kijk mij daar gaan
zonder jou.
.
Het is geen gezicht.
Het is naakt. Veel te.
.
Kleed mij aan.
Naai mij toch dicht.
.
En zoen mijn ogen open.
Maak wat donker is
.
weer dragelijk licht.
.
Met de wil elkander bij te staan
Olga Orman
.
Toen ik in de winkel het bundeltje ‘Met de wil elkander bij te staan’ tegenkwam, was ik meteen nieuwsgierig naar de inhoud. Het bleek een bundel gedichten te zijn, uitgegeven ter gelegenheid van de viering van 50 jaar Statuut voor het Koninkrijk. De titel intrigeerde me juist omdat we lijken te leven in een tijd waarin de wil elkander bij te staan nogal eens op de achtergrond dreigt te raken. De wil is er wel en men staat elkander bij maar soms bekruipt me het gevoel dat het ‘ik’ en de zogenaamde ‘persoonlijke vrijheid’ belangrijker is dan het wij.
In het statuur worden de verhoudingen tussen de Antillen en Aruba en Nederland vastgelegd maar Thom de Graaf, de toenmalige minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, legt de link van het bestuur naar de cultuur. Het is ook een momentopname van dichtkunst uit de drie landen van het Koninkrijk en een cultureel symbool voor de onderlinge verbondenheid.
Maar een gelegenheidsbundel dus uit 2004 met daarin dichters van de overzeese gebiedsdelen, de Nederlandse Antillen Curaçao, en Bonaire en Aruba, aangevuld met een stuk of wat Nederlandse dichters die over de Antillen hebben gedicht. Bekende namen als Quito Nicolaas, Frida Winklaar, Hagar Peeters, Anton Korteweg en Esther Jansma maar ook mij onbekende namen als Tania Pietersz, Bertrando Joung, Joan Leslie, Walter Palm en Buchi Ibu.
En een gedicht ‘Heimwee’ van de pas recent overleden Arubaanse schrijver, vertelster en dichter Olga Orman (1943 – 2021). Zij schreef zowel in het Nederlands als in het Papiaments. Met voordracht van vertellingen en poëzie trad zij sinds 1983 op tal van nationale en internationale festivals op, vooral ook met verhalen rond de Spin Kompa Nanzi (Anansi), behalve in Nederland en op de Nederlandse Antillen ook in Peru, Wales en Cuba.
.
Heimwee
.
Lopend langs je wit satijnen randen
Liggend in je korrelige glazen handen
Voel ik mijn begraven navelstreng
.
Spartelend in je schoon schuimend bad
Deinend op je azuren zilte mat
Voel ik mijn gemiste vlot
.
Wandelend over je geel gloeiende glooiingen
Struinend door je groen getooide plooiingen
Voel ik mijn ontwortelde cactus
.
Klauterend op je grijs granieten ruggen
Turend naar je karmijnrode bruggen
Voel ik mijn verlangen groeien
.
Nog eens ooit terug.
.
Het is jij of ik
Kunst en poëzie
.
Ik schreef al vaak over de combinatie van kunst en poëzie. Soms betreft het hier kunstzinnig vormgegeven poëtische uitingen of (beeldende) kunst waarin poëzie is verwerkt en vandaag wil ik het hier hebben over een boek als kunstobject waarin poëzie en fotografie is opgenomen.
Het betreft hier het kunstboek ‘het is jij of ik’ van Marilou Klapwijk. Het boek ‘Het is jij of ik’ gaat over jou en mij. Marilou schrijft hierover:
.
“Maar ‘wij’ hadden iedereen kunnen zijn. Alle facetten van onze identiteit worden achterwege gelaten. Jij en ik zijn in dit boek dus ongeacht: onze relatie, geschiedenis, afkomst, rijkdom, uiterlijk, welzijn, gezondheid, geaardheid, geslacht, talent, persoonlijkheid, leeftijd of erfenis.
_Maar wat blijft er dan nog van ons over?
Zijn het onze intenties, ons dagelijks (on)gesproken dialoog, ons conflict, ons vertwijfeld monoloog. Of slechts de leurende bevestiging van je identiteit door de blik van de ander?
Dit boek is een zoektocht naar het onherleidbare aspect van jou.
_Ik zal nooit weten wat jij denkt.
Het boek bevat poëzie en fotografie, die de situaties schetsen van ‘iets’ alledaags. Ze worden onderbroken door notities, reviews, berichten of opmerkingen van een voorbijganger, die ook als zodanig zijn vormgegeven. Alles gebeurt tegelijkertijd. We leven in contrast. Het boek is een poging dit enigszins inzichtelijk te maken en werpt een blik op de diversiteit aan perspectieven in het (digitale) leven.”
.
Het boek is opgedeeld in 14 clusters en een aantal spreads kun je hieronder zien. Op de foto (spread zoals Marilou ze noemt) ‘Dun ijs’ is het volgende gedicht te lezen:
.
We hebben het er (maar) niet (meer) over
Het zet ons beiden aan een kant van de weg
Een zee bevroren tussen ons in
.
Diep water _ Dun ijs
.
Toch wilde ik de oversteek wagen
al was het alleen maar
.
om je hand vast te houden
.
Meer over Marilou en het boek ‘Het is jij of ik’ kun je lezen op http://www.marilouklapwijk.nl/het-is-jij-of-ik . Om het boek te realiseren zijn ze (de uitgever en Marilou) middels een crowdfunding op voordekunst.nl een voorverkoop gestart. Er zijn (zoals ze dat noemen) tegenprestaties voor grote en kleine bijdrage. Eén daarvan is dus het aankopen van een boek voor €40. Het boek verschijnt bij Uitgeverij Unformed Informed. Deze uitgeverij onderzoekt in samenwerking met kunstenaars ‘het boek’ als kunstruimte. Een speelruimte die constant in ontwikkeling is. Waarbij de kaders steeds opnieuw worden bepaald door de verschillende samenwerkingen waarbinnen deze ontstaan. Zo ook de manier hoe het uiteindelijke ‘boek’ zijn publiek zal ontmoeten.
Dreamsong 14
John Berryman
.
De Amerikaanse dichter en schrijver John Berryman (1914 -1972) brak met zijn poëzie door in 1956 met ‘Homage to Mistress Bradstreet’, een dramatische monoloog waarin hij zijn bewondering uitspreekt voor Anne Bradstreet (1612 – 1672), ook wel de ‘eerste Amerikaanse dichteres’ genoemd. Berryman begon overigens al veel eerder met het schrijven van poëzie in de jaren dertig van de vorige eeuw. In de jaren veertig publiceerde hij een aantal bundels; ‘Poems’ in 1942 en ‘The Dispossessed’ in 1948 maar die sloegen niet meteen aan bij het grote publiek.
In 1965 won hij de Pulitzerprijs voor de bundel ’77 Dream Songs’. Berryman wordt wel gerekend tot de school van de ‘confessional poetry’. Dit is poëzie van ‘het persoonlijke of het ik’, die autobiografisch is en waarin vaak taboe onderwerpen worden behandeld als seksualiteit, geestesziekte en zelfmoord. Berryman is duidelijk verwant aan Robert Lowell en Anne Sexton. De humor die hij telkens weer door de behandeling van serieuze levensvraagstukken weeft werkt echter relativerend en verfrissend. In ‘500 gedichten die iedereen gelezen moet hebben’ samengesteld door Ilja Leonard Pfeijffer en Gert Jan de Vries, staat het gedicht ‘Dreamsong 14’ in een vertaling van Rob Schouten. Voor de liefhebbers van het originele werk ook het gedicht in het Engels.
.
Dreamsong 14
.
Leven, vrienden, verveelt. Zie je verkeerd
immers de zon straalt en de zee smacht,
wijzelf stralen en smachten
daar komt nog bij dat moeder toen ik klein was zei
(en meer dan eens) ‘Wie zegt dat-ie zich zo
verveelt ontbeert
een Innerlijke Bron.’ Nou: ik ontbeer
een innerlijke bron want ik verveel me dood.
Mensen vervelen me,
literatuur verveelt me, vooral grote,
Henry verveelt me, z’n ‘ja doe ik’, ‘zeker’
net zo stierlijk als Achilles
.
die mensenvriend met z’n heldengedoe,
stomvervelend.
De kalme heuvels, gin, allemaal saai gelispel
op een of andere manier
is er een hond met staart en al een eind
de bergen ingehold, de zee, de hemel
met achterlating van: mij, kwispel.
.
Dreamsong 14
.
.
Ik
Maandag in plaats van Zondag
.
Omdat gisteren de laatste dag was van de Poëziebus geen Herman de Coninck-zondag. Maar speciaal voor alle liefhebbers en fans van de Coninck vandaag dan een gedicht van zijn hand. Vandaag heb ik voor het gedicht ‘Ik’ uit de bundel ‘Zolang er sneeuw ligt’ uit 1975.
.
Ik
.
Ik, de bij gebrek aan beter
dan maar mezelf zijnde: een soort
De Slegte voor tweedehandse
onverkochte emoties
.
ik kwam jou tegen, je was zo lief
voor mijn melancholie, dat soort
reuma van het gevoelsleven,
maar als ik het warmhield,
bij voorbeeld in jouw armen,
viel het best te harden.
.
Eigenlijk pasten we zo mooi bij elkaar
dat ik sinds je weggaan een derde
ben geworden.
Ik herinner me na twee jaar nauwelijks wie het is
die jou mist.
.