Site-archief
Wormen
Hans Andreus
.
Vanmorgen hoorde ik op Radio 1 een reportage over een wormenkweker. Wat me opviel was dat wormenkwekers (volgens mij één van de beroepen van de toekomst (veeteeltvervangers, biologische mest) blijkbaar tegen een zelfde wetgeving oplopen als veehouders. Het lijkt me toch van een heel ander slag maar misschien moet hier wettelijk nog iets op worden aangevuld, dat werd me niet helemaal duidelijk.
Wormen zijn de darmen van de aarde schijnt de grote Griekse filosoof en wetenschapper Aristoteles al gezegd te hebben en ik kan het daar erg mee eens zijn. In ieder geval was deze reportage aanleiding voor me om eens te kijken of er een gedicht voor handen was over wormen. En dat is er. Hans Andreus (1926 – 1977) schreef het gedicht ‘De wormen’ en ik nam het uit de bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1995.
.
De wormen
.
Wanneer men liefheeft,
komen de wormen weer,
de wormen met hun kleine koppen,
de wormen van de laffe dood.
.
Niet van de echte dood, de echte
dood is groot en heeft een licht,
een zon in zijn handen,
witte zon, naakte zon, zon zonder tijd.
.
Maar in wat leeft leven de wormen
en vreten van de liefde
en vreten van het goede leven,
de wormen met hun kleine koppen.
.
God, wie, wat je bent
kan mij niet schelen, maar verbrand
de wormen van de laffe dood
en laat ons rustig zijn.
.




