Site-archief

Na de tweede ontmoeting

Clara Haesaert

.

In 1955 verscheen bij uitgeverij A. Manteau N.V. de bundel ‘waar is de eerste morgen?’ de levende experimentele poëzie in vlaanderen, samengesteld en ingeleid door jan walravens (het gebrek aan hoofdletters heb ik overgenomen uit de bundel). Ik bezit de tweede vermeerderde druk uit 1960.

In de inleiding schrijft Jan Walravens (nu wel met hoofdletters) onder andere: “Wat is een experimenteel gedicht? Hoe kan het beschreven, uitgelegd, gefundeerd worden? Ik wil een gemakkelijke, gedeeltelijk-valse, toch verhelderende definitie geven: in deze poëzie wordt de mededeling van gedachten en gevoelens niet gedaan door woorden die in een logisch en redelijk zinsverband geplaatst word-en, maar door beelden.”

Dit lijkt mij een redelijke maar nogal vage omschrijving van wat experimentele poëzie is. Een andere definitie, die wat mij betreft al wat scherper is, is: Experimentele poëzie is een vorm van poëzie die zich kenmerkt door een wijziging van de traditionele regels en normen van poëzie, zoals rijm, metrum en vaste strofebouw. Experimentele poëzie legt de nadruk op het experimenteren met, inhoud en betekenis, en zoekt naar nieuwe manieren om de taal te gebruiken om betekenis over te brengen. Kenmerken zijn vormexperimenten, inhoudelijke experimenten, nieuwe betekenislagen, breken met conventies en niet-taalkundige elementen.

Voorbeelden van experimentele poëzie zijn concrete poëzie, geluids- of klankpoëzie, niet-sequentiële poëzie en assemblage poëzie (of collage poëzie). Deze vormen worden niet direct benoemd of behandeld in deze pocket, de inzichten rondom experimentele poëzie zijn tenslotte in de loop der jaren nogal uitgebreid en gewijzigd.

In deze bundel staat een gedicht van Clara Haesaert (1924-2018). Na haar studie was Haesaert werkzaam als ambtenaar bij het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur. In die functie zette ze zich in voor bibliotheekvoorzieningen en de kwaliteit van jeugdboeken. Haar debuut kwam in 1952 met de gedichtenbundel ‘De overkant’ waarna diverse andere bundels verschenen. Haesaert was medeoprichtster en redacteur van het tweemaandelijks tijdschrift De Meridiaan.  Zij was ook medeoprichter van het Haiku-centrum Vlaanderen. Het haikutijdschrift Vuursteen dankt zijn naam aan haar vindingrijkheid.

In ‘Waar is de eerste morgen?’ is het gedicht ‘Na de tweede ontmoeting’ opgenomen uit haar debuutbundel.

.

Na de tweede ontmoeting

.

Na de tweede ontmoeting

de tweede geboorte van mezelf

ik dacht dat het licht werd

doch het bleef duister

en ik was de uren zo dankbaar.

.

Geen vogels ook geen woorden

wel bomen en kruiden

wel handen en ogen

en het bloed op en onder onze huid.

.

Ondeelbare aanwezigheid

van lucht en groen

verving de versnippering

de trilling van de krekel en de mier.

.

De tocht, of was het de reis,

een droom, een verre vlucht,

verliep zonder twijfel

ook zonder hinder of hapering.

De tocht zonder dood of einde

werd een verrijzenis zonder dood.

.

Meesterwerk

Frederique van Domburg

.

Via een vriend hoorde ik van Frederique van Domburg (1991). Ze studeerde voor Theater docent/maker aan Artez in Arnhem. Vanuit die studie is ze gaan werken. Zo begon ze met een jongen van klei die Ave Maria op een kleine piano speelt, een piano in een koffer. Toen kwam er nog een koffer bij en nog één en kroop zij zelf ook in een koffer.
Er ontstond een bijna-levend prentenboek waarin iedere koffer die opengaat een nieuwe bladzijde was van een verhaal. Met deze voorstelling ‘Een jongen en een zee’ won ze in 2018 de jonge makers-jury prijs op het festival Puppet Internationaal.

Maar ze doet meer. Zo tekent, borduurt en boetseert ze, en schrijft ze gedichten op haar website . Altijd nieuwsgierig ben ik uiteraard een kijkje wezen nemen en vond daar mooie staaltjes van haar schrijfkunst. Zoals het gedicht ‘Meesterwerk’. Misschien nog wat ruw aan de randjes maar de moeite waard. Elk gedicht wordt samengesteld uit woorden die ze uitknipt en achter elkaar legt, een vorm van collagepoëzie zeg maar.

.

Meesterwerk

.
ik blijf vergeten
ik stap in de gevoelens
van vreemden en
vlinders alsof ik iets
anders kan worden
gedragen ga worden
ik heb van nature
iets onthouden een taal
een kier een deur
die kinderen vinden
binnen één zak met
zwerfvuil  ik denk
weleens er is weinig sprake
van een levenseinde
ik ga met hoge leeftijd
echt alles worden

.