Site-archief
Yo! de liefde
Maria van Daalen
.
Over de schrijver en dichter Maria van Daalen (1950) schreef ik al een aantal malen. Over een bijdrage die ze schreef in ‘Die eeuwige wind‘ (over de Wierde van Wierum in Friesland) uit 2010, over haar erotische bundel ‘Elektron, muon, tau‘ uit 2000 en over haar werk als vertaler van de poëzie van Dorothy Porter.
Vandaag wil ik een mooi liefdesgedicht met een licht erotische ondertoon van Maria (pseudoniem van Maria Machelina de Rooij) met jullie delen. Omdat het alweer even geleden is en omdat het altijd een goed moment is om een liefdesgedicht te lezen. Uit haar bundel ‘Yo! de liefde’ uit 2003 komt het gedicht ‘Opening’.
.
Opening
.
Het langzame ballet van twee lichamen
in bed, je hand onderzoekt mijn borst, je kust
de tepel, je zucht, legt je voorhoofd rustig
tegen mijn borstbeen, mijn hart, we zijn samen
.
voorzichtig op zoek naar liefde, een drama
in één bedrijf, steeds hetzelfde toegerust
maar nieuwe benaderingen, intussen
geef je wankel koningsgambiet aan dame.
.
Je zoekt veiligheid als je onder me ligt,
als ik over je heen welf, warm en levend,
mijn tepel raakt je lippen, mijn hand steunt je.
.
Ben je bij me? In mijn ogen, jouw gezicht.
Ik til je hoofd omhoog. Daar gaan we, zwevend.
Je bijt in mijn onderarm, en dan kreun je.
Slang-vertelling
Dorothy Porter
.
De Australische dichter Dorothy Porter (1954 – 2008) was een bijzonder mens. Als lesbiëne (ze had een relatie met collega schrijfster Andrea Goldsmith) werd ze door de website samesame.com.au tot één van de belangrijkste en invloedrijkste gays gerekend van Australië. Daarnaast was ze overtuigd heiden en zette ze zich in voor de principes van het heidendom als moed, stoïcisme, voor de aarde en schoonheid.
Haar werk omvat behalve poëzie ook romans, boeken voor young adults , libretti voor kamer opera’s en ze schreef aan een rock opera. Voor haar werk ontving ze verschillende prijzen.
Uit ‘Ze kwamen om een dichter te zien’ 2001 het door Maria van Daalen vertaalde gedicht Slang-vertelling.
.
Slang-vertelling
.
Dood, adder,
ga ik ooit nog leren
wanneer ik je onder mijn voeten heb?
.
In het donker
ruik ik je ritselend
droog molm verblijf
.
maar jou ruik ik niet.
.
Lig je te wachten?
.
Hoe leg ik ze af,
deze muffe huid van angst
en loop
met bestudeerd roekeloos
ontblote enkels?
.
Het zou zo eervol zijn,
de zegening
van je droom-diep venijn.
.





