Site-archief
Sonnet
Joseph Brodsky
.
Sonnetten, ik schreef er al vaker over, zelfs over een automatische sonnettengenerator. Een sonnet is een gedicht van één strofe en veertien regels, geschreven in de jambische pentameter. Het sonnet, afgeleid van het Italiaanse woord ‘sonetto’ , dat ‘een beetje geluid of lied’ betekent, is ‘een populaire klassieke vorm die dichters al eeuwenlang aanspreekt’. Het meest voorkomende is het Engelse of Shakespeareaanse sonnet.
Vóór de tijd van William Shakespeare kon het woord sonnet op elk kort lyrisch gedicht worden toegepast. In het Italië van de Renaissance en vervolgens in het Elizabethaanse Engeland werd het sonnet een vaste poëtische vorm, bestaande uit 14 regels, meestal jambische pentameter in het Engels. Er ontstonden verschillende soorten sonnetten in de verschillende talen van de dichters die ze schreven, met variaties in het rijmschema en het metrische patroon. Maar alle sonnetten hebben een tweedelige thematische structuur, met daarin een probleem en oplossing, vraag en antwoord, of voorstel en herinterpretatie binnen hun veertien regels en een volta , of wending, tussen de twee delen.
Er zijn dus verschillen. De oorspronkelijke vorm van het sonnet was het Italiaanse of Petrarcha-sonnet, waarin 14 regels zijn gerangschikt in een octet (acht regels) dat rijmt op ABBA ABBA en een sextet (zes regels) die CDECDE of CDCDCD rijmen.
Het Engelse of Shakespeareaanse sonnet kwam later en is, zoals opgemerkt, gemaakt van drie kwatrijnen die ABAB CDCD EFEF rijmen en een afsluitend rijmend heroïsch couplet, GG.
Het Spensereaanse sonnet is een door Edmund Spenser ontwikkelde variant waarin de kwatrijnen met elkaar verbonden zijn door hun rijmschema: ABAB BCBC CDCD EE.
Als je deze regels legt op gedichten die als Sonnet worden gepresenteerd dan kun je verrast worden. In de bundel van Joseph Brodsky (1940-1996) ‘De herfstkreet van de havik’ een keuze uit de gedichten 1961-1986 uit 1997, staat het gedicht ‘Sonnet’. Het gedicht is uit 1967 en is vertaald door Peter Zeeman. Het origineel is natuurlijk in het Russisch geschreven waardoor de rijmwoorden waarschijnlijk in het Nederlands verloren zijn gegaan. Toch zijn de regels nog wel terug te vinden in dit gedicht.
.
Sonnet
.
Wat jammer, dat wat jouw bestaan voor mij
geworden is, niet mijn bestaan voor jou werd.
…En voor de honderdtiende keer werp ik,
op een onooglijk stuk terrein dat braak ligt,
mijn met een wapenschild gekroonde munt
de dradenkosmos in – een wanhoopspoging
’t moment van de verbinding luister bij
te zetten… Maar helaas, wie niet in staat is
om heel de wereld te vervangen door
zichzelf, die rest gewoonlijk niet veel anders
dan een gekerfde telefoonschijf rond
te draaien, als een tafel tijdens een seance,
totdat een spook als echo antwoord geeft aan
de laatste zoemerkreten in de nacht.
.
1967
.
Copla
Hendrik de Vries
.
De Copla is een kort, uit één strofe bestaand, vaak ondeugend gedicht. De colpa’s worden onderverdeeld in cuartetas (of kwarten) die uit vier regels bestaan van elk acht lettergrepen, en seguidillas (strepen), eveneens vierregelig, doch afwisselend van zeven en vijf lettergrepen. De meeste copla’s kunnen gezongen worden en vele ervan zijn reeds zeer oud. Sinds de middeleeuwen is de copla de geliefde vorm waarin Spanjaarden uitdrukking geven aan hun gevoelens van liefde, haat, heimwee, verlangen en smart.
De onderstaande copla is uit het Spaans vertaald door Hendrik de Vries. De Vries vertaalde verschillende copla’s in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw. Later schreef hij ze ook zelf, de tweede copla is van zijn hand. Hendrik de Vries (1896 – 1989) was schilder en dichter. Ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag werd door de gemeente Groningen de Hendrik de Vriesprijs ingesteld. De Vries ontving voor zijn werk ook de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs, de Constantijn Huygensprijs, de Jan Campertprijs en de P.C. Hooft-prijs voor zijn hele oeuvre.
.
Ach, hoe heerlijk zijn de vrouwen,
Ach, hoe zoet is ’t suikergoed;
Ja, een vrouw met suiker,
Moet wel zoeter zijn dan zoet.
.
Ook wanneer ik tusschen de bloemen
Op een baar in de kerk was gelegen —
Als iemand je naam zou noemen
Zou ik zeker het hoofd bewegen.
.





