Site-archief
Dubbel-gedicht
De meeuw
.
Opnieuw een dubbel-gedicht en vandaag zijn het twee gedichten over meeuwen van Dirk Kroon en Jan Kuijper.
Het gedicht ‘Meeuwen’ van Jan Kuijper staat in de bijzonder fraaie bundel ‘ Ik heb het rood van het Joodse bruidje lief’ gedichten over beeldende kunst samengesteld en ingeleid door T. Van Deel uit 1988. Jan Kuijper zijn gedicht is geplaatst bij het schilderij ‘Meeuwen’ van naamgenoot Jacob Kuijper. Dit gedicht in de bundel ‘Oogleden’ uit 1979.
Het tweede gedicht ‘Meeuw in de middag’ van Dirk Kroon verscheen in de bundel ‘Geruchten’ uit 1986.
.
Meeuwen
.
Zo gaat het nog. Er is genoeg te zien.
Als hij had toegegeven aan de meeuwen
waren ze alles komen ondersneeuwen
met een leeg doek als het gevolg van dien.
Nu zijn ze nog maar met een stuk of tien
aan ‘t stilstaand vliegen en geluidloos schreeuwen.
De schepen liggen dubbel stil. Na eeuwen
zijn ze nog altijd niet vergaan, misschien.
.
Geen tweemaal doet zich hier hetzelfde voor:
er vliegen meeuwen, water is er ook
en schepen zorgen voor een beetje rook.
Ik blijf staan kijken of ik loop weer door
en wou wel dat er heel veel meeuwen kwamen
om voor voldoende wit te zorgen samen.
.
Meeuw in de middag
.
Het is of de zilvermeeuw aarzelt,
wil zwenken, schuin in zijn vleugels,
en evenwicht juist nog hervindt.
.
Wie de draagkracht van veren
niet kent en gespannen omhoog ziet
wordt bang voor een windval.
.
De zilvermeeuw bijna bewegingloos,
aan het begin van een scheervlucht,
scherpt wel zijn vleugels maar
.
snijdt niet, nee streelt nu de luchtlaag
met slagpennen en het zachtste dons
waarlangs het wonder van het licht ontglipt.
.
Ik heb het rood van het joodse bruidje lief
Pierre Kemp
.
Van sommige dichtbundels of bloemlezingen weet ik nog precies wanneer of bij welke gelegenheid ik ze voor het eerst zag of las. Dat geldt zeker voor de bloemlezing ‘Ik heb het rood van het joodse bruidje lief’ uit 1988 en samengesteld door Ton van Deel. Ik herinner het mij zo goed omdat ik destijds net was begonnen met het collectioneren voor de bibliotheek waar ik werkte. De recensie was niet bijzonder positief, maar mijn interesse was gewekt zodat ik de bundel toch heb aangeschaft terwijl poëzie voor zo’n kleine bibliotheek zeker geen automatisme was om aan te schaffen (eerder het omgekeerde).
Toen ik de bundel een aantal weken later in handen kreeg sloeg ik als eerste het gedicht van Pierre Kemp met de (bijna) gelijknamige titel op. Bij het gedicht een afbeelding van het schilderij van Rembrandt (in zwart-wit, dat wel maar de afbeelding stond op de voorkant in kleur). Toen, en nog steeds, leest het gedicht als een liefdesgedicht, de liefde van de dichter die hij voelde voor het schilderij en de schilder toen hij het schilderij bezag.
.
Het Rood van het Joodse Bruidje
.