Site-archief

Kusgedichten

Janus Secundus

.

De Basia (kusgedichten) werden rond 1534 – 1535 in Spanje geschreven door de Vlaming Janus Secundus, klerk en clericus. Amper 23 was hij toen, en ziek. Ook van liefdesverdriet. Om zijn liefje uit Mechelen te vergeten, zocht hij toevlucht bij een mooie Spaanse jongedame Neaera. Deze korte idylle leverde hem de nodige inspiratie voor zijn ‘Basia’, adembenemende liefdespoëzie. De relatie bleek echter al snel verstikkend voor de jonge man, die bovendien aan astma leed. Een jaar later overleed hij, maar zijn kusgedichten zouden hem onsterfelijk maken.

In 2001 maakte Kris Buyse maakte een jambische vertaling van bijeen gelezen fragmenten uit de negentien Basia die verscheen bij uitgeverij P in Leuven. Hij zorgde ook voor een uitleiding bij deze tweetalige uitgave. Kris Buyse (1967) is classicus en leraar Latijn aan het St.-Pietersinstituut te Gent. Hij is mentor aan de Universiteit Gent, lector aan de Oost-Vlaamse Volkshogeschool en adviseur bij enkele (barok)orkesten. Met zijn leerlingen vertaalt hij Latijnse poëzie naar het Nederlands of vice versa en onlangs richtten zij een eigen uitgeverij BlauwDruk op waar nog bewust gewerkt wordt met loden letters, oude persen en handgeschept papier.

Uit deze bundel koos ik Het kusgedicht ‘Kus XI’.

.

Kus XI

.

Ze zeggen soms dat wij te innig zoenen

wat rimpelige oudjes zelf nooit leerden.

Zou ik, mijn armen vol verlangens om je hals,

mijn licht, bezwijkend onder jouw gekus,

vol angst gaan zoeken wat men van me zegt

– zelf wéét ik amper wie of waar ik ben?

Zij hoorde het, Neaera, beeldig als ze is en lachte lief,

ze liet haar blanke hand toen langs m’n hals heen gaan,

nu hier dan daar en gaf ’n kusje fijn, wellustiger dan ooit.

.

Tranen

G.H.J.E. Boswel

.

De van afkomst Engelse maar in Nederland geboren dichter George Henry James Elliot Boswel (1830 – 1874) verhuisde op jonge leeftijd naar Den Haag waar hij op 16 jarige leeftijd klerk werd aan het Ministerie van Koloniën, waar hij opklom tot referendaris. Hij was bevriend met de dichter Van Zeggelen en andere leden van het Haagsche kring ‘Oefening kweekt kennis’. Boswel was zelf ook actief in de literatuur en werd een populair Nederlands dichter.  Boswel was lid van de Maatsschappij  der Nederlandse  Letterkunde  te Leiden. In 1863 verschijnt van zijn hand de bundel ‘In een bandje’ met gedichten uit het leven gerepen waarin ook humor een belangrijke plek krijgt en in 1876 verschijnt ‘Gezamenlijke gedichten’.

Op Allerzielen (2 november) zal ik samen met een aantal andere dichters op begraafplaats Oud Eik en Duinen, in het kader van Dichter bij de dood, het onderstaande gedicht voordragen van Boswel samen met een eigen gedicht. Bezoekers kunnen een route volgen langs de dichters en de graven van bekende schrijvers en dichters die daar begraven liggen. De aanvang is 19.00 uur en de begraafplaats is gesitiueerd op Laan van Eik en Duinen 40 in Den Haag.

.

Tranen

.

Droevige ziel! die geen uitkomst meer weet,
Is uwe hope gezwicht?
God geeft u tranen tot balsem in ’t leed…
Broeder! uw lijden wordt licht!

.

Deed ge uw beminde uwe liefde verstaan,
Glipte uit haar lipjes geen woord;
Welde er van weelde in haar oogjes een traan?…
Makker! uw dageraad gloort!

.

Werd gij, verdoolde! der deugd weer getrouw;
Buigt gij boetvaardig u neer;
Biecht gij uw schuld in een traan van berouw?…
Heil u! en zondig niet meer!

.
Mij treffen marmeren tomben niet; neen,
‘k Zie ze wangunstig niet aan;
‘k Vraag aan mijn vrienden geen ijzer of steen…
‘k Wens op mijn graf maar een traan!

.

Zalig! wie immer aan ’t goed dat hij doet,
Tranen van meêlij vereent! –
Zalig! om wie ooit een lijdend gemoed
Tranen van vreugd heeft geweend!

.