Site-archief
Half mens
Erwin Hurenkamp
.
Toen ik ‘Nu we er toch zijn’, de nieuwe bundel van Erwin Hurenkamp (1993) voor het eerst zag dacht ik even dat ik met een combinatie van een bundel van uitgeverij Opwenteling en de bundel van de Nacht van de Poëzie dit jaar te maken had. Maar het bleek van niet. Deze nieuwe bundel ‘Nu we er toch zijn’ mag dan qua vormgeving iets weg hebben van beide bundels, maar is uitgegeven door Querido.
Hurenkamp studeerde literatuurwetenschap en Cultural Analysis in Amsterdam. Gedichten van zijn hand verschenen eerder op Hard//hoofd en De Optimist en in Tirade. De bundel ‘Nu we er toch zijn’ is zijn debuut. Ik schreef al eerder over deze bundel als Poëzieclubkeuze van poëzietijdschrift Awater. Peter Vermaat schrijft over deze bundel in zijn recensie op de Meander website: “Er wordt veel verteld, maar weinig verhaald, veel geschreven, maar weinig gezegd.” Toch is Vermaat naast kritisch ook verrast en zitten er in de bundel hier en daar ook pareltjes.
Ik koos, na ‘Kyrie 1.1’ als tweede gedicht uit deze bundel voor het gedicht ‘Half mens’ waarin ik een leegstaand huis ervaar dat door de natuur terug wordt genomen.
.
Half mens
.
De klimop. Het was avond en ik hoorde het kraken
langs de muren schuren, opkruipen tot de nok.
Een tafelpoot schoot wortel.
,
De raamkozijnen staan in knop. Vrij grote, gekartelde bladeren
komen op uit koelkasten en dekenkisten – het huis ademt in
klaagt, breekt, metaal roest.
.
Het regenwater sijpelt langs de binnenwanden. Er ontstaat
een stroom, de voorkamer is een monding en ik lek door alle schermen
en membranen, door de rokken van de slaap.
.
Ontwaak en benader kruipend door moerasgasgroene drek een vorm van gekte.
Kan iemand dit beeld van mijn netvlies schrapen.
.
Nu we er toch zijn
Erwin Hurenkamp
.
De Poëzieclubkeuze van poëzietijdschrift Awater is dit keer de debuutbundel van Erwin Hurenkamp getiteld ‘Nu we er toch zijn’. Deze bundel heeft als rode draad een dystopische wereld waar we met zijn allen op afstevenen, een wereld die het ene moment wordt geteisterd door hevige neerslag waardoor de woestijn die deze wereld is verandert in een grote modderstroom waarin feitelijk niet meer te leven is. ‘Nu we er toch zijn’ is geen weerspiegeling van onze huidige wereld maar een verkenning van de wereld zoals die zou kunnen zijn en die steeds waarschijnlijker wordt.
Erwin Hurenkamp (1993) studeerde literatuurwetenschappen en Cultural Analysis in Amsterdam. Gedichten van hem werden eerder gepubliceerd in Hard // hoofd en De Optimist. Uit deze bundel met vooral prozaïsche gedichten koos ik voor een gedicht dat meer op een klassiek gedicht in de vrije vorm lijkt dan op de meeste prozagedichten in deze bundel getiteld ‘Kyrie 1.1’.
.
Kyrie 1.1
.
Valt de avond, tillen wij je op. Je zwalkt stomdronken
met je door stuifmeel benevelde kop
langs de bedden, raakt hier en daar iets aan:
.
salvia’s, floxen, kattensnorren. Gebruiksbloemen zijn we
allemansliefjes, bevriende havens, sloeries-
.
een hotel waarin de kamers doorgaans overdag
en tegen uurtarief worden verhuurd.
.
Je blijft maar rennen.
.






