Site-archief

Twee keer de liefde

Dubbel-gedicht

.

Vandaag een dubbelgedicht over de liefde. Toen ik dit besloot wist ik dat ik kon kiezen uit zoveel gedichten, veel meer dan wanneer ik een dubbelgedicht zou maken over zoet en zout of over mantelzorg. Tegelijkertijd biedt het ook weer Zoveel mogelijkheden dat een keuze niet eenvoudig is.

Na enig zoeken koos ik voor gedichten van Ilja Leonard Pfeijffer (1968) en Gerrit Kouwenaar (1923-2014).

Het eerste gedicht is van Pfeijffer en is getiteld ‘Die Liebe die Liebe’ en nam ik uit de bundel ‘Van de eerste tot de laatste liefde’ uit 2022, een keuze uit de amoureuze gedichten van deze dichter.

Het tweede gedicht is van Kouwenaar en heeft als titel ‘Van de liefde’ en komt uit de bundel ‘Gedichten 1948-1978’ uit 1982.

.

Die Liebe die Liebe

.

Liefde is een dunne naam

maar de avond wordt zwaar

en kruipt op mijn buik

ik ruik je avondmond

ik proef je naam

.

liefde is gauw gezongen en

liefde is dun gesponnen

maar spin voor iedere tol

en zing als een klepel

.

liefde is een avondwoord

maar het wordt avond

en mijn keel wordt donker

ik wil je drinken

ik proef je naam

.

Van de liefde

.

En nu van de liefde?

Van de liefde

die men als een roos

op het schild draagt?

.

Van de liefde

die men als een roos

in de hand verplettert

begraaft in het hart?

.

Of van de liefde

die als een distel verwondt

als een hand bloedt

als een hart bloeit?

.

Mantelzorg

Dubbelgedicht

.

Ik schreef al over de dichtbundels die werden uitgegeven naar aanleiding van de Turing gedichtenwedstrijd. Zo ook in 2014. Al bladerend in ‘Liegen op een hoger plan’ viel me iets op: twee gedichten die het tot de beste 100 gedichten van dat jaar brachten hebben de identieke titel ‘Mantelzorg’.  Even dacht ik dat het woord Mantelzorg in 2014 voor het eerst gebruikt werd maar dat blijkt niet het geval. De term ‘mantelzorg’ is in 1972 bedacht door hoogleraar ziekenhuiswetenschappen Johannes Hattinga Verschure (1914-2006). Hij duidde hiermee de zorg aan die als vanzelfsprekend binnen een sociaal netwerk wordt geboden, zoals de zorg voor een zieke door familieleden en vrienden.

Puur toeval dus en nog een groter toeval dat beide gedichten de beste 100 van de Turing wedstrijd haalden. De twee gedichten werden geschreven door Gerrit Massier en Lotte Methorst. Van Gerrit Massier (1944) werden gedichten gepubliceerd in De Revisor, De Tweede Ronde en Tirade. In 2007 verscheen zijn bundel ‘Zacht graniet’ en in 2017 de bundel ‘Even is het stil’. Over Lotte Methorst is behalve haar deelname aan de Turing gedichtenwedstrijd als dichter niets te vinden.

Beide gedichten dus met dezelfde titel maar zo verschillend van aard en inhoud.

.

Mantelzorg (Gerrit Massier)

.

Gelanceerd door je stoel tot voetstand.

Op defecte hartklep laatste kraakbeen naar de voordeur.

.

Verhalen oud en krom, chaos van geld

en goed, pil en paperas, vlees dat is aangebrand.

.

Gele vlekken die nog troebel werden; turen

door je ooghoeken naar mij, je eigen bloed. Een knipoog

.

en het is goed, een sprankje lente

in een eindeloze winter die geen cyclus kent.

.

Mantelzorg (Lotte Methorst)

.

Dat heb ik weer

Dacht ik

Misschien is zij wel de eerste mens op aarde

Die niet doodgaat

De allereerste mens die niet dood kan

Niet kapot te krijgen is

En hier eeuwig blijft

Zingen en tieren!

Eén seconde maar hoor…

Maar de volgende dag weer

En de volgende dag weer

En de volgende dag weer

En alle daarop volgende dagen weer

Tot de rits het niet meer deed

.