Site-archief

De vrije bal

Anna Enquist

.

Mocht je denken dat dichter Anna Enquist (1945) pseudoniem van Christa Widlund-Broer, louter en alleen zwaarwichtige zaken behandeld in haar poëzie, dan heb je het mis. Als je kijkt naar hoe haar leven zich heeft ontwikkeld is er alle reden voor haar om serieuze zaken te bespreken en behandelen in haar werk als schrijver en dichter. Toch heeft Anna Enquist wel degelijk ook een speelse, lichte kant die in haar poëzie naar voren komt sinds ze rond 2000 voor Hard Gras ging schrijven.

Hard Gras is het voetbaltijdschrift voor lezers. Opgericht door Matthijs van Nieuwkerk en Henk Spaan (die ook de hoofdredactie vormen, in 2005 aangevuld met Hugo Borst) in 1994 verschijnt dit tijdschrift (in pocketboekformaat) nog steeds . In 2004, ter gelegenheid van het tien jarig bestaan, verscheen ‘Het beste uit 10 jaar Hard Gras’.  Van Nieuwkerk en Spaan deden de samenstelling van de jubileumbundel.

De bundel begint met een gedicht van Anna Enquist getiteld ‘De vrije bal’ (voor Ronald Koeman) dat verscheen in de eerste editie uit 1994. Toen speelde hij nog de sterren van de hemel bij F.C. Barcelona.

.

De vrije bal

(voor Ronald Koeman)

.

Hij heeft een slagersmes in zijn sokken

verborgen. Dat weet alleen vader. Stokken

.

en stenen zijn sinds lang afgeketst. Tenen

wringen in de schoen; het cerebellum

.

registreert wreef, knie en billen sprakeloos.

Als hij gaat trappen wordt het grasveld

.

weide, klinkt de zang van een matroos,

een havenlied. Over de sloot, buiten

.

bereik van vangers trekt de bal gezichten

scheef. Hij haalt de sokken op. Hij bloost.

.

Het literaire tijdschrift en MUG

Wat wil MUGzine?

.

Tijdens een overleg over MUGzine kwam de vraag naar voren waarom we MUG maken en met welk doel. In het kort is MUG het gevolg van een gesprek waarin de ene partij https://mugbookpublishing.wordpress.com/de wens uitsprak een klein poëziemagazine uit te geven en de andere partij  (https://poetryaffairs.nl/) de kennis en de inzichten had in het opzetten, vormgeven en publiceren van een (digitaal) tijdschrift.

Maar welke kant we op wilden met http://mugzines.nl/, hoe het minipoëziemagazine er moest gaan uitzien, welke vorm het moest krijgen, welke mensen konden gaan bijdragen, daar hadden we het niet over. Tot het overleg waarin we ons zelf deze vragen stelden. Ik moest aan dit laatste overleg denken toen ik de masterscriptie van V.J. Drost uit 2008 las. Het betreft hier een scriptie over de functie van het literaire tijdschrift in de literaire wereld. Onderwerp van het onderzoek waren 10 gesubsidieerde Nederlandse literaire tijdschriften ( in de periode 2002 – 2007). te weten: Bunker Hill. De Revisor, De Gids, Liter, De Tweede Ronde, Hollands Maandblad, Parmentier, Passionate, Raster en Tirade.

 In de resultaten van het onderzoek doet Drost 8 aannames. Na deze 8 aannames te hebben besproken schrijft Drost:

“De acht aannames laten zien dat de functie van het literaire tijdschrift onduidelijk is. Het is in ieder geval geen kweekvijver, want slechts een klein aantal auteurs debuteert. Het aantal redactieleden dat publiceert in de literaire tijdschriften is zelfs groter dan het aantal debutanten. Daarnaast hebben de tijdschriften vrijwel allemaal een groep auteurs of redacteuren die regelmatig publiceren én tijdschriftvast zijn. Er kan dus gesteld worden dat het literaire tijdschrift eerder een plek is waar redactieleden en gerenommeerde auteurs publiceren en dat het in hun belang is dat de tijdschriften bestaan.”

Ook schrijft Drost:

“Tijdens het onderzoek zijn een aantal tijdschriften naar voren gekomen als plekken waar auteurs voor het eerst publiceren, zoals Op ruwe planken, Nymph, Lava, Krakatau en De Poëziekrant. Het is interessant om in vervolgonderzoek aandacht te besteden aan deze veelal ‘jonge’ initiatieven in vergelijking tot de toch ‘oudere’ gesubsidieerde literaire tijdschriften. Aan de opkomst van de e-zine is bij de dataverzameling van dit onderzoek geen aandacht besteed. Wellicht werpt een onderzoek naar e-zines een nieuw licht op de interactie tussen auteurs, publiek, redacteuren en uitgeverijen.”

Kom ik terug op MUGzine. Ik denk dat je kunt stellen dat MUGzine een (klein) gat vult dat nog open stond. MUG wil een poëtisch magazine zijn waar dichters van verschillende pluimage een stem krijgen. Met een oog voor kwaliteit en voor vernieuwing. Een magazine dat niet elke keer hetzelfde is. Dat qua vorm en inhoud zichzelf en de lezer wil verrassen. Waar gevestigde maar zeker ook talentvolle nieuwe namen een plek kunnen krijgen om poëzie te publiceren. In die zin beweegt MUGzine zich tussen de gevestigde bladen en de hierboven genoemde magazines. Toegegeven, de redacteuren zijn aanwezig in de MUG’s die tot nu toe zijn gepubliceerd maar ook dit is geen vast gegeven.

En omdat ik altijd met een gedicht wil eindigen, een gedicht over de mug van Meleagros (140 – 70 voor Christus) getiteld ‘Aan een mug als postiljon d’amour’.

.

Aan een mug als postiljon d’amour

.

Vlieg voort, o mug, mijn snelle bode en fluister

Aan de oren van Zenophila héél zacht,

‘Gij slaapt, vergetend lief, hij waakt en wacht.’

Vlieg voort, vlieg voort, mijn zangster zoet, maar luister:

Spreek zacht en wil haar slaapgenoot niet wekken,

Dat gij niet wekt mijn ijverzucht’ge trots.

Als gij haar hier brengt, mug, geef’k u een knots,

En ‘k zal u met een leeuwehuid bedekken.

.

.