Site-archief
Moeilijke oefening
Sylvie Marie
.
Naar aanleiding van de Special van MUGzine had ik met een vriend een discussie over wat nou precies een gedicht goed maakt, of een dichter een goede dichter. Voor mij, en ik denk voor velen, is dit de belangrijkste vraag die je over poëzie kan stellen en tegelijkertijd de moeilijkst te beantwoorden. Ik heb op dit blog al verschillende keren ideeën en gedachten gedeeld over wat nou toch een gedicht een goed gedicht maakt.
Tom Lanoye gaf 5 tips voor het schrijven van goede poëzie, zelf ben ik al eerder op zoek gegaan naar wat poëzie is, de website adazing.com gaf een mini cursus Spoken word en Slam poëzie maar dat is een specifieke vorm van poëzie, in ‘Waarom poëzie belangrijk is‘ vind je wat antwoorden, op de website letmus worden 6 tips gegeven voor een goed gedicht, Dennis G. Jerz geeft 10 tips voor het schrijven van een goed gedicht, CBC de Canadese omroep geeft 11 Do’s en Dont’s en tenslotte geeft literacyideas.com nog de belangrijkste gemeenschappelijke kenmerken van poëzie.
Allemaal goed bedoelde tips, aanwijzingen, regels en ideeën over wat een gedicht een goed gedicht maakt en hoe je een goed gedicht herkent. En dit is nog maar een tipje van de sluier, er is nog veel meer over dit onderwerp te vinden op dit blog.
Wij kwamen een eind maar uiteindelijk ook niet tot een eensluidende conclusie. Tot ik vandaag een gedicht las van Sylvie Marie (1984). In Querido’s Poëziespektakel staat het gedicht ‘Moeilijke oefening’. Een kort gedicht van slechts 5 regels die voor mij de essentie van een goed gedicht omvat. Mocht je na het lezen van al die tips, ideeën en aanwijzingen het idee hebben dat je er nooit uit komt, lees dan dit gedicht. Dit gedicht zegt alles.
.
Moeilijke oefening
.
stel je eens
een gedicht voor,
.
zwart op wit.
.
lees nu eens
enkel het wit.
.
Wat is poëzie?
De theorie volgens Ezra Pound
.
Wat is poëzie? Hoe beoordeel je poëzie en waaraan moet poëzie voldoen? Vraag het aan honderd mensen en je krijgt honderd antwoorden. In een ver verleden waren er theorieën over wat poëzie was, denk aan allerlei vaste versvormen, maar tegenwoordig is het vrijwel ondoenlijk om te bepalen wat nu precies poëzie is. En misschien moeten we dat ook wel niet willen, bepalen wat poëzie is en wat niet.
Toch blijven er mensen, dichters, literatuurwetenschappers die een poging doen. De dichter Ezra Pound heeft getracht de poëzie onder te verdelen in drie richtingen of tendensen. Deze onderverdeling is gebaseerd op cognitieve gebieden of op dat wat we kennen of weten.
Welk aspect wordt aangesproken bepaald de onderverdeling. Allereerst is er de Melopoeia, de poëzie die als een lied wordt genoten en vooral het oor aanspreekt. Dan is er de Phanopoeia welke middels beelden de visuele cortex activeert. En tot slot is er de Logopoeia welke een spel speelt met betekenissen en welke een een intellectuele dans veroorzaakt te midden van woorden.
Natuurlijk is dit een hele brede onderverdeling en zal de praktijk altijd weerbarstiger blijken dan de theorie. Toch kun je je er meteen wat bij voorstellen. Iedere poëzieliefhebber herkent waarschijnlijk een voorkeur voor een van de typen.
Je zou kunnen stellen dat wat de meeste mensen typeren of beoordelen als goede poëzie een vorm van poëzie is die de drie in zich kan verenigen.
Welk type spreekt jou als meeste aan?
Met dank aan Piet Gerbrandy : Een verhaal gaat altijd over iets. De Groene Amsterdammer.
Literaire kunst
Nieuwe categorie
Wie mij kent weet dat ik nogal van de boeken ben. Ik mag erg graag tussen oude boeken snuffelen en zo vond ik bij een tweedehandsboekenwinkel het volgende boekje uit 1962.

Literaire kunst van H.J.M.F. Lodewick, leraar aan het stedelijk Lyceum te Maastricht.
In dit boekje heel veel theorie over literaire kunst en met name over poëzie. Omdat ik denk dat elke (aspirant) dichter in ieder geval iets zou moeten weten over de theorie van poëzie ga ik de komende tijd jullie vermaken met voorbeelden van Vorm en Inhoud want; “Vorm en Inhoud zijn een” zoals door de Tachtigers al sterk naar voren is gebracht (dit laatste verzin ik niet, dat staat in dit leuke boekje).
De nadruk zal liggen op de inhoud met zijn letterkundige voortbrengselen. Je ziet de taal is hier en daar wat ouderwets maar ja het boekje is dan ook al bijna 50 jaar oud. Maar de theorie besproken staat nog altijd als een huis.






