Site-archief

Menhir in Mexico

Jan Bervoets

.

In 2009 nam Joris Lenstra afscheid van  Ongehoord Rotterdam, een poëziepodium waar hij sinds 2006 in de organisatie zit. In 2007 wordt in de centrale bibliotheek van Rotterdam het eerste podium georganiseerd. De mensen die Ongehoord Rotterdam organiseerden waren naast Joris Lenstra, Hein van de Assem, Ton Huizer, Yvonne Koenderman en Frida Winklaar. In 2010, na het afscheid van Joris neemt een nieuw bestuur het over van deze club. Hein en Yvonne blijven, Corina Kappen en ikzelf treden toe.

Door de jaren heen heeft het podium van poëziestichting Ongehoord! vele goede en bijzondere dichters op haar podium mogen begroeten. Een selectie: Daniel Vis, Roel Weerheim, (Marieke) Lucas Rijneveld, Frans Terken, Daniël Dee, Elfie Tromp, Lotte Dodion, Gijs ter Haar, Alja Spaan, Els de Groen, Demi Baltus, Myrte Leffring, Joz Knoop, Meliza de Vries, Evy Van Eynde, Kira Wuck, Jana Beranová, Lies Jo Vandenhende, A.C.G Vianen, Judith Herzberg en natuurlijk de ons ontvallen Rieneke Minderman, Derrel Niemeijer en Wim den Hertog.

Hoewel de podia in de bibliotheek van Rotterdam inmiddels tot het verleden behoren, organiseert poëziestichting Ongehoord! nog steeds de Ongehoord! Poëziewedstrijd (twee jaarlijks) en worden er incidenteel podia georganiseerd in Maassluis, Den Haag en Rotterdam.

Toen Joris Lenstra in 2009 afscheid nam van Ongehoord Rotterdam verscheen een klein bundeltje met gedichten van dichters die ooit het podium betraden. Een van die dichters was Jan Bervoets (1942). Bervoets publiceerde vanaf de jaren ’80 in onder andere Maatstaf, De Revisor en De Gids. Van zijn hand is het gedicht ‘menhir in mexico’ opgenomen in de bloemlezing van Poëziepodium Ongehoord Rotterdam uit 2009.

.

menhir in mexico

.

verschrikkelijk zoals dit weer is voorspeld

met een saffieren mes

zijn ingewanden blootgelegd

en alle gieren vreten aan de wolken

.

welke tornado wil hier nog aarden

als zelfs de huizen onhandelbaar blijken

en er dagelijks doden vallen

in een ritmiese kadans

.

zoveel natuurgeweld lijkt wel retories

de geldigheidsduur van een ademtocht

is zevenmaal verzekerd

men staat in de rij voor het product

.

slechts een oude galsteen blijft nog achter

en wijst de laatkomers de weg

.

Stop de bom

J.C. Aachenende

.

Afgelopen zondag besprak ik met een paar vrienden dichters en kreeg ik de vraag of er dichters zijn die ik niet ken (van naam of anderszins). Uiteraard gaf ik op die vraag het enige antwoord wat je kan geven namelijk dat er nog altijd veel dichters zijn die ik niet ken (al worden het er wel steeds minder). En er komen steeds weer dichters bij. Poëzie is levenslang kortom.

Maandag las ik op Facebook een bericht van Jos van Hest dat dichter J.C. Aachenende was overleden op 90 jarige leeftijd. J.C. Aachenende is het pseudoniem van Dr. Isaak van der Sluis, voormalig dermatoloog en docent aan de Universiteit van Amsterdam. Jos schrijft dat hij hem kende als een erudiete, scherpzinnige, geestige en soms vileine schrijver en dichter, die tot drie jaar geleden vrijwel elk Open Podium in de OBA (de bibliotheek van Amsterdam) bezocht, waar hij met zijn sonoor-rasperige stem het ene grappige gedicht na het andere schrijnende voorlas.

Het deed mij meteen denken aan Wim den Hertog, een oudere man die bij de open podia van toen nog Ongehoord Rotterdam, op het open podium altijd zijn gedichten de zaal in baste. Uiteraard ben ik op zoek gegaan naar meer informatie over J.C. Aachenende. Zo las ik op de website van Meander dat hij  een aantal bundels heeft gepubliceerd zoals ‘Tegengif’ (2003), ‘Het leven is gezelligheid’ (2005) en ‘Vreten op aarde’ (2008), ‘Met weemoed’ (2011), ‘Gedichten en gedachten’ (2015) en ‘Tweeënveertig gedichten vol vuur en vaart’ (2016).

In zijn rouwadvertentie stond uiteraard een gedicht van zijn hand dat ik jullie niet wil onthouden omdat het mij uit het hart gegrepen is.

 

Mijn huis is maar een boekenkast

waarvan ik als gedulde gast

nou ja, bibliothecaris dan

mag wonen; ’t is een labyrinth

waarin ik, wat ik weet en ken

nooit vind, en zelfs verloren ben

.

Uit zijn bundel ‘Met weemoed’ komt het gedicht ’21 november’ over de grote demonstratie tegen de Neutronenbom in Den Haag in 1981.

.

21 november

.

De Vrede is een hond
die keft en gromt
en bijt, en laat z’n tanden zien.
Hij blaft en kwijlt
z’n valse taal: de vredeszwendel.

.

De Vrede ijlt z’n roep vooruit,
hij scheurt het vlees
van ‘t bot: z’n vreten.
Hij kraakt het been. Hij knaagt,
een bloedhond die in meutes jaagt.

.

Sla hem de tanden uit z’n mond.
De Vrede is een valse hond.

.

.