Site-archief
1 januari 2018
De allerbeste wensen
.
Ik wil graag al mijn lezers, volgers, vrienden en andere in poëzie geïnteresseerden het allerbeste toewensen voor 2018. Dat het een mooi, poëtisch jaar mag worden. Ik zal mijn steentje bij blijven dragen door jullie elke dag van (wetenswaardigheden over) poëzie te voorzien. Daarom ook vandaag een gedicht. In dit geval een nieuw gedicht van mijzelf dat ik afgelopen november schreef.
.
Bos in november en jij
Kleurrijk zal het bos geweest zijn,
afgebladderd groengeel richting roestig bruin
De grond drassig, paden onduidelijk door
takken en windverwaaide beplanting.
Er zullen wandelaars geweest zijn, ineengedoken
of vol met het gezicht in de waterige zon,
die er wellicht was. Ze zullen afkeurend gekeken hebben
of juist instemmend. Er waren ook vast beukennootjes,
kastanjes of een enkele eikel; de herfst in november
zoals je hem kent, van eerder en plaatjes. Ik herinner het mij niet.
Jij was er.
Schilderij: Jeppe Madsen Ohlsen
Een zondagochtend
Gedicht uit de jaren ’80
.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw schreef ik mijn gedichtjes in kleine opschrijfboekjes. Deze boekjes heb ik allemaal bewaard en soms plaats ik een oud gedicht uit één van deze boekjes op dit blog. Om te laten zien waar ik vandaan kom en om mezelf eraan te herinneren dat poëzie schrijven, betere poëzie schrijven een proces is waar je nooit mee klaar bent.
Het gedicht ‘Een zondagochtend’ schreef ik na een nacht te hebben doorgebracht in een kamer waar zich ook een groot wit hoofd van gips bevond en dat was aanleiding genoeg. Hoewel nogal rommelig en soms zelfs onsamenhangend toch maar hier dit gedicht.
.
Een zondagochtend
.
Als het hoofd van gips
mij aanstaart met holle ogen
en ik jouw ogen in mijn rug voel priemen
.
Als het suizen van de muziek
de ruis in mijn hoofd overstemt
en ik dit geluid weg draai
.
Als jouw hand over mijn borst streelt
en onze adem gelijkgestemd de
warmte van de situatie symboliseert
.
Terwijl de beelden van de film
na de pauze niet overeenstemmen met
die van daarvoor en ik mijn ogen sluit
.
Is dit de waanzin van mijn verlangen
die als rust mijn problemen verdrijft?
Laat me dan genieten, lang, heel lang.
.
Eb
Nieuw gedicht
.
In de vakantieperiode ging het leven ineens in een versnelling lager. Aan het strand leek het altijd vakantie, die uitwerking heeft het op me. Zie daar de inspiratie voor dit gedicht.
.
Eb
Na zevenen, de avond kruipt mijn
lichaam in, schuurt de wakkere
energie laag voor laag af
Het zand knarst onder mijn blote
voeten, de zee groet ze, zoals altijd
volledig omsluitend, koud
Bij de waterlijn lonkt een
middelgrote schelp, opnieuw zal
ze de zee in mijn oor fluisteren
Mijn bloed stopt met stromen,
mijn oren met horen,
mijn woorden met vertellen.
Het wordt stil,
stiller, stilte. Stil
In mijn hoofd
Met dank aan Brrt
.
Banket
Nieuw gedicht
.
Banket
.
De een beweegt vrijer. In
een ovale vorm is het
makkelijk parels maken.
De ander zit vaster, moet
harder werken voor zo’n
kleinood.
.
Zelfs als vlees op de botten telt
of onregelmatigheid van
schelp, blijft een keuze
willekeurig,
twisten over smaak doet
dan misschien alleen denken aan
vrijheid.
.
Waar het zilte overheerst
prikkelt de tong
uitnodigend gebarend.
Beschermd mag er genoten
worden, niemand leeft
gesloten.
.
Dochter
Tomas Lieske
.
De tijd lijkt aangebroken dat nu ook mijn jongste dochter het huis gaat verlaten. Hoewel ze nog geen kamer heeft in de stad waar ze gaat studeren denk ik dat het een kwestie van tijd is voor ook zij het ouderlijk huis gaat verlaten. Rutger Kopland heeft een prachtig gedicht geschreven over zijn dochters en hun vertrek getiteld ‘Vertrek van dochters’ dat je op deze blog kunt lezen (19 maart 2011) en ook ik heb een gedicht geschreven over mijn dochter afzonderlijk, alleen waren ze toen nog een stuk jonger (een voorbeeld staat op 21 april 2008).
Maar waarom schrijf ik dit? Ik schrijf dit omdat ik een gedicht van Tomas Lieske las over, naar ik vermoed, zijn dochter met als titel ‘Dochter’. Ik herken ook in dit gedicht veel dingen. Uit de bundel ‘Hoe je geliefde te herkennen’ uit 2006 daarom dit gedicht.
.
Dochter
.
Je voeten hebben mijn druiven geplet, je handen
mijn deeg gekneed tot ik geen adem meer kon halen.
Je hebt brood van mij gebakken, dat ik in de ochtend rook
maar dat snel verdroogde. Jij hebt mij leeggeschonken.
Je hebt je sigaretten in mijn mond gedoofd, je gesprekken
op mijn huid geschreven, je glimlach mijn oogbol in geperst.
Je hebt mij uitgekleed en je hebt je in mij
neergelegd, je koude voeten hebben mijn ingewand
kapot getrappeld. je hebt mijn duim in je mond genomen,
je hebt mijn botten afgekloven. Wat rest:
de vrede waarin je sliep, die ik gestolen heb;
de filmrol van je kindertijd, die ik gestolen heb.
.
Nieuw gedicht
Leider
.
Geïnspireerd (of moet ik zeggen gedesillusioneerd) door de actualiteit schreef ik het volgende gedicht.
.
De grote leider
Schalks zal hij niet snel worden genoemd, zijn
olijkste glimlach lijkt
nog het meest op een verbeten weglachen
van vernedering en schaamte.
Onbehagen en sinistere gedachten tekenen zijn
mond. Dunne lippen, streepjes waaruit
elk bloed is weggetrokken, op de vlucht
voor stekeligheden en een scherpe tong.
Zijn gif wordt niet ingespoten of via drijf-
gassen verspreid, het sijpelt langzaam
door, druppelsgewijs, onophoudelijk en legt
een deken van onverdraagzaamheid over ons heen.
Wankelend tussen populariteit
en minachting, wordt zijn balans steeds
meer een clown-act. Een spreidstand waarin
hij lijkt te knappen, af te scheuren.
.
2500!
Zichtbaar alleen
.
Op 1 oktober 2007, bijna 10 jaar geleden, plaatste ik mijn eerste bericht op dit blog. Toen nog onder web-log.nl. Dat eerste bericht was een aankondiging van mijn debuutbundel samen met Ruben Philipsen, fotograaf en kunstenaar, getiteld ‘Zichtbaar alleen’. Dat is ook de reden dat dit blog die naam heeft.
Om wat meer publiciteit te geven aan het feit dat ik een poëziebundel ging publiceren ben ik dit blog begonnen maar al snel na publicatie en presentaties van de bundel was ik daarover uitgeschreven. Vanaf dat moment begon ik ook over de poëzie van anderen te schrijven. Tegenwoordig schrijf ik eigenlijk nog uitsluitend over de poëzie van anderen en af en toe plaats ik nog een gedicht van mezelf onder de categorie ‘Gedichten’.
Vandaag op 10 juli plaats ik mijn 2500ste bericht. Als je me destijds had gezegd dat ik over 10 jaar nog steeds op dit blog zou schrijven en dat ik dan 2500 berichten verder zou zijn, zou ik je denk ik met een meewarige blik hebben bekeken.
Vandaag is dat anders. Over poëzie is zoveel te vertellen en te schrijven, daar ben je nooit klaar mee. Dus op naar de 5000. Om even stil te staan bij die eerste blog op 1 oktober 2007 hier een gedicht uit de bundel ‘Zichtbaar alleen’ met de titel ‘In het hardste graniet’.
.
In het hardste graniet
.
Het gevoel van het
ruwzachte fluweel aan zijn handen
van het allesomvattende
textiele schild
zijn borstrok, zijn harnas
in vallende plooien
maakte hem groter dan groot
.
Nu in het hardste graniet
de persoon en zijn bescherming
naast hem de vlucht en de blik
scherp als een jager
een herinnering aan het
gepantserd gezag, uit een tijd
die dit toeliet
.
Nieuw gedicht
ZomerExpo
.
ZomerExpo is de grootste kunsttentoonstelling in een Nederlands museum via open inschrijving en anonieme keuze. In 2017 in de Fundatie met het thema Water. Iedereen kon meedoen want de inschrijvingstermijn is inmiddels verlopen. Aanwezig bij de dag van het tonen van de kunstwerken aan de jury schreef ik het volgende gedicht.
.
Zomerexpo
Wat kunst is of
kunst mag heten, de tachtig mensen voor haar
denken het te weten.
Zorgvuldig dragen haar familie en vrienden
de schatten (in haar ogen) richting het
verplichte, maar daardoor niet minder
gewenst fotomoment.
Dan het zwarte gordijn,
het zwarte gat daarin, ze moet loslaten,
onzekerheid wint het tijdelijk van vertrouwen.
Loslaten vindt ze minder erg
dan het daaraan overgeleverd zijn.
In een te kort moment gevolgd door een
absoluut en onverbiddelijk ‘helaas’.
.


















