Programma
Bastiaan van Heijningen
.
De tot voor kort mij volledig onbekende dichter Bastiaan van Heijningen (soms ook geschreven als Heyningen en nee, geen familie) werd in 1865 geboren in Dubbeldam. Op 8 jarige leeftijd verhuisde hij met zus en ouders naar Rotterdam. Rond zijn 20ste studeert hij aan de Poly-technische school te Delft. In Rotterdam treft hem een zware verkoudheid en hij keert terug naar zijn (inmiddels in Amsterdam wonende) ouders. Hij lijdt aan hevige pijn in zijn zij en heeft een hardnekkige hoest. Gevaarlijk lijkt dit aanvankelijk niet, maar na een bloedspuwing – hij is dan eenentwintig jaar oud- ziet de situatie er nogal hopeloos uit. De ene bloedspuwing volgt op de andere.
Ondanks of misschien dankzij zijn ziekte kan Bastiaan toegeven aan zijn literaire aspiraties. Hij maakt studie van het Italiaans en van de Engelse letteren, vertaalt en schrijft poëzie. In deze laatste jaren van zijn leven ziet hij zijn gedichten en vertalingen in tijdschriften gepubliceerd. Mede hierdoor maakt hij zich literaire vrienden. Nadat zijn zus sterft in augustus van dat jaar (1889) aan de vliegende tering moet hij opnieuw hevig bloed opspugen. Dit ziekbed komt hij niet meer te boven en op de avond nadat zijn eerste gedichten gebundeld zijn in de bundel ‘Gedichten’ sterft ook hij op 24 jarige leeftijd.
Hoewel zijn werk verschillend beoordeeld wordt is er zeker waardering onder critici. Meer dan een euw na zijn dood wordt er van hem een gedicht opgenomen in de bundel ‘Dichten over dichten’ uit 1994 getiteld ‘Programma’.
.
Programma
.
‘k Beschrijf u niet den boedel der natuur;
Ik tel u niet, mocht ik van rozen spreken,
De blaadjes vóor; gewaag ik van een muur,
Wacht niet, dat ik u het stenental bereken.
.
‘k Tracht den graceur niet naar de kroon te steken;
En haar gelijm, gelik, gepoets, geschuur;
Maar ‘k troost mij lichtlijk over die gebreken.
Ik heb wat gal, wat hoogheid en wat vuur.
.
Mijn zang is vol vertwijfeling en toren,
Er in gestort uit overvloeiend hart,
Vrij schuw dit boekje, wie niets hards kon hooren.
.
O, kon ik zuivrer, liefelijker zingen!
Maar uit den gorgel, dichtgeschroefd door smart,
Zijn eenmaal weeker klanken niet te wringen.
.
Met dank aan Paulien van den Andel, 2010 http://bastiaanvanheijningen.webklik.nl
Geplaatst op 16 maart 2018, in (bijna) vergeten dichters, Dichtbundels, Favoriete dichters en getagd als (bijna) vergeten dichters, 1865, 1889, 1994, 24 jaar, Amsterdam, Bastiaan van Heijningen, bloedspuwing, Bloemlezing, bundel, critici, Delft, dichtbundel, Dichten over dichten, dichter, Dubbeldam, Engelse Letteren, gedicht, gedichten, hoest, Italiaans, Paulien van den Andel, poëzie, Poly-technische school, programma, Rotterdam, tijdschriften, van Heyningen, verkoudheid, vertalingen, vliegende tering. Markeer de permalink als favoriet. Een reactie plaatsen.
Een reactie plaatsen
Comments 0