Site-archief
Nelson Mandela en Ingrid Jonker
Dichter in verzet
.
Zuid Afrika heeft een lange geschiedenis van dichters in verzet. In verzet tegen de Apartheid.
Toen Nelson Mandela in 1994, na de opheffing van de Apartheid, het eerste democratische parlement van Zuid Afrika opende, las hij het gedicht ‘Die kind’ of ‘The child’ van Ingrid Jonker voor. Ingrid Jonker schreef dit gedicht naar aanleiding van het bloedbad dat de Zuid Afrikaanse politie aanrichtte in de township van Sharpeville in 1960. Meer dan 20.000 inwoners van Sharpeville demonstreerden tegen de pasjeswetten die hen belemmerden in hun bewegingsvrijheid en hen verplichtten om op vordering hun identiteitsbewijs te tonen. De demonstratie was georganiseerd door het Pan-Afrikaans Congres. De politie schoot op de demonstranten, waardoor 59 doden en vele gewonden vielen.
.
.
The child lifts his fist against his mother
Who shouts Africa! Shouts the breath
Of freedom and the veld
In the shanty-towns for the cordoned heart
.
The child lifts his fist against his father
In the march of the generations
Who are shouting Afrika! Shout the breath
Of righteousness and blood
In the streets of his embattled pride
.
The child is not dead
Not at Langa nor at Nyanga
Nor at Orlando nor at Sharpeville
Nor at the police station in Philippi
Where he lies with a bullet through his head
.
The child is the shadow of the soldiers
On guard with their rifles saracens and batons
The child is present at all assemblies and legislation
The child peers through the windows of houses and into the hears of mothers
This child who just longed to play in the sun at Nyanga is everywhere
The child grown into a man treks on through all Africa
The child grown into a giant journeys over the whole world
.
Carrying no pass
.
“Rebel SA Poet Writes of Sharpeville, Orlando, Langa …”, Drum, May 1963. Translation from the original Afrikaans by Jack Cope
.
Wil je de opname horen van Nelson Mandela die het gedicht voorleest tijdens de opening van het eerste democrtaische parlement van Zuid Afrika ga dan naar: http://www.youtube.com/watch?v=9zMwdBX1V_8
.
Met andere woorden
1960
.
Ik ben gek op oude poëziebundeltjes. Zo heb ik bijvoorbeeld een dichtbundel uit eind jaren vijftig met veel vijftigers dichters inclusief alle handtekeningen van de dichters. Iemand heeft de moeite genomen om die te verzamelen en ik kwam het boekje tegen in een stapel tweedehands boekjes. Zo ook de bundel ‘Met andere woorden’. Een Ooievaar pocket (nummer 119) uit 1960 (eerste druk 10.000 exemplaren) met daarin jonge dichters uit noord en zuid. Vijftien jonge dichters waarvan sommige helemaal doorgebroken zijn en nog steeds actief en bekend en sommige waarvan ik in ieder geval, nog nooit gehoord had. De dichters in het boekje:
Gust Gils, Mea Strand, Armando, Ellen Warmond, Hugues C. Pernath, Ed. O Roletto, Paul Snoek, Fen Skalp, Susanne Lecointre, Cees Nooteboom, Willy Roggeman, Cornelis Bastiaan Vaandrager, Georges van Vrekhem, Hans Sleutelaar en Mischa de Vreede.
.
Hieronder een gedicht uit deze bundel, van een dichter die ik niet kende Hugues C. Pernath
.
Uit Meidood – 1955
.
Het is een leven van verschillende straten liefste
met zoveel warm woestijngeloof aan iedere wand,
het is de latere kelk van je erewonde
de ademtijd en volgende ogenwandeling.
Nu alles slaapt, het kleven terugkeert tot de moeder
onzeker onderaards klooster, vandaag geworden
*
Overmorgen, verlaten herinnering, zal iemand mij
beminde woorden vertellen, achter de angst
en de avond misschien tamelijk tot me spreken.
Van witte as zal iemand uit de regen leven,
de waarheid, die vergeefse nacht ombrengen.
.
Het huwelijk
Willem Elsschot
.
Gister was ik met een aantal collega’s in Antwerpen voor een excursie. Onderdelen van deze excursie waren onder andere een bezoek aan de Permeke bibliotheek en de Dwaallicht wandeling door de stad. Deze dwaallicht wandeling is genoemd naar de novelle van Willem Elsschot (1882 – 1960). Over het Dwaallicht en Elsschot zal ik later schrijven maar nu wilde ik het gedicht Het huwelijk van Elsschot memoreren. Hij schreef dit gedicht op 27 jaar toen het net getrouwd was met de vrouw bij wie hij op 19 jarige leeftijd een zoon had verwekt.. Hij had haar meteen daarna verlaten om te studeren en werk te vinden. Op 27 jarige leeftijd keert hij naar haar terug en trouwt haar. De reden van dit gedicht, zeker gezien de inhoud, houdt mensen sindsdien al lang bezig.
De meeste mensen kennen een paar regels uit dit gedicht, deze worden vaak gebruikt voor allerlei situaties. Hier het hele gedicht.
.
Het huwelijk
. Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven, haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt. . Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren, hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard. . Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen. Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen, en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond. . Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand. Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen en rennen door het vuur en door het water plassen tot bij een ander lief in enig ander land. Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat. . Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot en zagen dat de man die zij hun vader heetten, bewegingsloos en zwijgend bij het vuur gezeten, een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood. .![]()







