Site-archief

Hoofdkwartier, een recensie

Sabine Kars

.

De lang verwachte debuutbundel van Sabine Kars is er. De bundel ‘Hoofdkwartier’ werd uitgegeven door uitgeverij De Kaneelfabriek en ziet er fraai uit. Met gevoel voor kwaliteit gemaakt, mooi vormgegeven en voorzien van vier secties en een inleidend gedicht. In totaal bevat de bundel 43 gedichten.

De bundel start met de tekst van een nummer van Thom Yorke van Radiohead ‘Climbing up the walls’ van hun CD ‘Okay Computer’. Uit dit nummer zijn de regels: ‘Open up your skull / I’ll be there / climbing up the walls’ van grote betekenis voor de dichter, zo vertelde zij tijdens de presentatie van de bundel in Zutphen op 22 december jongstleden.

De titel ‘Hoofdkwartier’ verwijst naar hersentumor, de strijd die ze voerde, het beklimmen van de muren in haar hoofd en het militaristische aspect van de oorlog die in haar woedde. Al deze aspecten komen eigenlijk meteen al ter sprake in het openingsgedicht ‘ter inzage’.  Een gedicht met een duidelijke connotatie op de betekenis die je er gelijk in leest, hier wordt de tijd verdicht door de dichter die voorafging aan het moment dat er een diagnose werd gesteld. Hier lees ik een verslag in soms militaire termen (locatie, uniformiteit, nachtkijkers, staalkaarten, het beramen van een oorlog) van een persoonlijke strijd van een vrouw, de dichter; ‘een vrouw kwam te laat en bladderde af’.

In de volgende sectie ‘dit donker moet verzonnen zijn’ beschrijft Sabine een proces van diagnose, opname, het verblijf in het ziekenhuis, de operatie, het delirische hypnagogische ’niet’ slapen (5.00 uur) en eindigt met het gedicht ‘niemand heeft gelijk’ met de veelbetekenende openingszin ‘dit is hoe we gaan’.

.

niemand heeft gelijk

.

dit is hoe we gaan

.

rauw genoeg

voor het teweegbrengen van

verschroeide aarde

.

In de sectie ‘voetnoten bij het vallen’ lees ik in de gedichten vertwijfeling, opstaan, opnieuw beginnen, de behoefte aan bevestiging en steun.

.

adresboek

.

lief ontsteek je lichten

ik streepte alle namen door

en slapen gaat niet meer

.

lief ontsteek

je lichten

.

In ‘alsof hier niemand woont’ blikt de dichter terug naar specifieke situaties van vertwijfeling en strijd eindigend in het gedicht op pagina 48, gefragmenteerd zoals de dichter zich moet hebben gevoeld, losgetrokken van zekerheden ( lichaam, taal, liefde, het leven) maar eindigend in hoop: ‘ meervoudige vrouw ik blijf nog even / ik word weer later’.

.In de laatste sectie ‘het aanraken nog maar net begonnen’ weerklinkt een voorzichtig hervonden vertrouwen, een nieuwe kennismaking met de lichtheid van het bestaan. In het gedicht ‘we beginnen opnieuw met uitstappen’ wordt dit voor mij het meest duidelijk met de zin ‘maar het geluid heb ik bewaard / je zegt dat het het mijne is’.

De bundel eindigt met het gedicht ‘vink’ waarin de dichter af vinkt, een periode afsluit die begon met de oorlog in haar hoofd, wat ze tijdens de presentatie zo mooi verwoorde met de zin ‘het was alsof ik onder een laagje folie leefde’. Met deze bundel is die folie eraf gekrabd en is er lucht en licht gekomen die niet beter had kunnen worden belichaamd dan door de hervonden woorden van de dichter in deze bundel.

Sabine Kars schrijft geen ‘dagboekpoëzie‘ zoals ze zelf zegt of getuigenispoëzie zoals ik het noem, ze schrijft volwassen poëzie over een zwaar onderwerp zonder dat deze zwaarte de poëtische klank of betekenis teniet doet. Dit is een bundel om te lezen en te herlezen, haar rijke taal, haar associatieve vermogen en creativiteit zetten je telkens opnieuw aan het denken. Dat is wat ik in een dichtbundel wil lezen, dat is wat deze dichtbundel biedt.

.