Site-archief

Oceaan

Lianne van Kalken

.

Ik schrijf al vele jaren over poëzie en dichters en dat doe ik met veel plezier. Een van de leukste aspecten aan het schrijven over poëzie is het ontdekken van nieuwe dichters, dichters die ik al kende maar niet als dichter maar als schrijver bijvoorbeeld. En daar is nu een categorie aan toegevoegd. Dichters die ik ken vanuit een heel andere hoek (in dit geval een wethouder) maar niet als dichter.

Van een vriendin hoorde ik dat een van de wethouders waar ik regelmatig mee te maken heb beroepshalve, ook dichter is. Het gaat hier om Lianne van Kalken (1990) tegenwoordig wethouder in Vlaardingen maar reeds op 17 jarige leeftijd debuterend dichter met de bundel ‘Bar’ in 2007. Ze stond in de Doe Maar Dicht Maar-bundels van 2005 en 2006. In 2007 was ze één van de beste tien winnaars. Ook publiceerde ze in het tijdschrift ‘Zuiderlucht’. Naast het schrijven van gedichten was ze redacteur bij Krakatau waar ze gedichten publiceerde en recensies voor schreef. In ‘De 21ste eeuw in 185 gedichten’ is een gedicht van haar opgenomen. En op Hekelvers is een fraai gedicht van haar opgenomen uit haar debuutbundel.

Ik wil hier het gedicht ‘Oceaan’ met jullie delen. Een gedicht waarin met plezier met de taal wordt gespeeld.

.

Oceaan
.
Ik koester je om de inktvlekken
die je mij kan laten vuil maken opdat jou
.
De ijzige blik van je mond als je slaapt
wandelt,
je loop van stappen kent geen vastere grond
onder je – dat weet je.
.
De komma’s die ik door je kan denken
achter elke zin bestaat geen einde.
.
Opdat je trouwer bent dan alle
golden retrievers bij elkaar en
hóe ironisch: je bent niet eens
een hondenvriend.
‘.
Omdat ik los kan laten van je terwijl
tegelijkertijd mijn hele zijn tegenstribbelt
maar omdat het principe kan zijn in mij.
.
Je bestaan brengt trillingen over
van hier tot troost en verder
dan de grootste afstand.

Ik koester je
omdat mijn taal geen gebrek
aan je kan spreken.

‘.

 

 

Poëzie aan de Gouwe

29 januari 2020

.

Van de dorpsdichter van Waddinxveen, Piet Hardendood, kreeg ik de uitnodiging om deel te nemen aan Poëzie aan de Gouwe op woensdag 29 januari aanstaande (daags voor de Nationale Gedichtendag). Doel van Poëzie aan de Gouwe is het publiek bekend maken met de taal van de poëzie. Nu gebeurt dat natuurlijk op vele plaatsen in Nederland op allerlei manieren en op allerlei poëziepodia (kijk maar eens onder het kopje poëziepodia op dit blog) maar de insteek van Piet is toch nieuw en ik ken geen ander initiatief dat hier op lijkt.

Piet heeft de dichters gevraagd twee of drie gedichten te schrijven rond het thema van de Poëzieweek ‘De toekomst is nu’. Het publiek krijgt deze gedichten uitgereikt op papier en wordt in de gelegenheid gesteld vragen over de gedichten aan de dichter te stellen. De dichters worden in de gelegenheid gesteld iets over de gedichten of over hun poëzie in het algemeen te vertellen en de presentator van de avond zal de dichter ook enige vragen stellen.

Op deze manier gaan de gedichten die die avond worden voorgedragen (meer) leven voor de mensen in het publiek dan dat ze alleen zouden worden voorgedragen. De interactie met het publiek is er rechtstreeks en direct en dat is een groot verschil met een regulier podium waar dit wel voor- of achteraf kan maar waar dit maar sporadisch gebeurt.

Poëzie aan de Gouwe is op woensdag 29 januari, in Bar/eetcafé de Point, Wingerd 2 in Waddinxveen, inloop is om 19.30 uur en het programma begint om 20.00. Mijn poëzie komt aan de beurt in het eerste blok tussen 20.10 en 20.55 uur. Naast mij zal onder andere ook Marije Hendrikx (1945) deelnemen. Marije publiceerde twee bundels in 2010 ‘Vleugje liefs’ en ‘Zeg liefde’ en ze publiceerde in verschillende verzamelbundels en magazines zoals ‘Schoon Schip’ en ‘Po-e-zine’. Van haar hand heb ik een gedicht gekozen getiteld ‘Ik hoop zo dat je luistert’ een gedicht dat wat mij betreft goed bij het thema van de Poëzieweek past.

.

ik hoop zo dat je luistert…

.

op jouw contrabas heb ik gespeeld
mijn lief – het waren
valse tonen die klonken

ik hoop dat je niet luisterde

valse tranen waren het niet
die als hoosbui vanuit mijn tenen
uit de diepte van mijn ziel gutsten

ik hoop dat je niet keek

word niet kwaad lief
ik ben niet goed in harde noten kraken
nooit geweest – dat weet je

een stoofpotje zal ik voor je koken – jouw
geliefde draadjesvlees – dat kan ik wel
en voor het ultieme genot

zal ik mijn dikke billen in dat
afgrijselijk strakke rokje steken
waarin jij mij graag ziet

ik hoop dat je kijkt.

mijn zilveren haren
had ik graag met jou gedragen lief
tot aan het einde der tijden
maar jij moest zonodig

het tijdelijke voor het eeuwige verwisselen
luister lief – ergens
wordt nog ons lied gespeeld

ik hoop zo dat je luistert..

.