Site-archief
Koffie in de hemel
BBC books
.
Eind vorige eeuw gaf de BBC met haar boeken divisie een aantal dichtbundels uit onder de serie naam ‘The Nation’s Favourite’. De serie begon met ‘The Nation’s Favourite Poems’ en in de volgende jaren verschenen delen over Poems of Celebration, Poems of Childhood, Love Poems, Poems of Desire, Poems of Journeys maar ook Comic Poems.
Het idee erachter was even simpel als geniaal. Je schrijft een prijsvraag uit onder je luisteraars (BBC radio) en die vraag je naar hun meest favoriete gedicht, liefdesgedicht, reisgedicht, kindergedicht etc etc. Alle inzendingen tel je bij elkaar op en de meest gekozen gedichten publiceer je in een dikke bundel. Tijdens een vakantie in Engeland heb ik er vier weten te bemachtigen (Poems, Love Poems, Comic Poems en Poems of Journeys).
Het voorwoord van The Nations Favourite Comic Poems is geschreven door de Welsh komiek, auteur, actuer en presentator Griff Rhys Jones van het legendarische comedy duo ‘Smith and Jones’ dat in de jaren ’80 van de vorige eeuw furore maakte met hun televisieshow ‘Alas Smith and Jones’ waarin taboe doorbrekende sketches vaak op niet zo fijnzinnige wijze werden vertoond. Inmiddels is Griff Rhys Jones zeer gewaardeerd, zo ontving hij eredoctoraten aan verschillende universiteiten in het Verenigd Koninkrijk.
In ‘The Nation’s Favourite Comic Poems’ staat een gedicht van John Agard op de eerste plaats, getiteld ‘Coffee in Heaven. Over dichter John Agard (1949) schreef ik nog niet zolang geleden https://woutervanheiningen.wordpress.com/2020/06/27/listen-mr-oxford-don/. Uit Alternative Anthem: Selected Poems (Bloodaxe, 2009). Het gedicht is zo toegankelijk dat het zelfs in The Children’s Poetry Archive is opgenomen.
.
Coffee in Heaven
.
You’ll be greeted
by a nice cup of coffee
when you get to heaven
and strains of angelic harmony.
.
But wouldn’t you be devastated
if they only serve decaffeinated
while from the percolators of hell
.
your soul was assaulted
by Satan’s fresh espresso smell?
.
Unicorn
New Women Poets
.
Het aardige van bundels en boeken die al wat ouder zijn is dat er vaak later blijkt dat er een belofte wordt ingelost. In de bundel ‘New Women Poets’ uit 1990 las ik het gedicht ‘The unicorn is a symbol of virginity’ van Christiania Whitehead (1969). In dit boek wordt ze nog als aanstormend talent beschreven, net afgestudeerd en met een paar gedichten in verzamelbundels.
Inmiddels is Dr Christiania Whitehead niet alleen afgestudeerd in de middeleeuwse Engelse literatuur in Oxford, vmaar is ze ook sinds 1996 staff member bij Warwick bij het departement Engels. Ze doceert middeleeuwse literatuur en heeft boeken gepubliceerd over architectonische allegorie en devotionele schrift voor vrouwen, evenals een poëzieverzameling , ‘The Garden of Slender Trust’ (Bloodaxe). Uit die bundel komt ook het gedicht dat opgenomen is in New Women Poets.
.
The Unicorn is a Symbol of Virginity
.
Dun brown tomorrow. The unicorn
looks surprised. It had faintly expected
always to stay white.
“Does that mean my horn will
creep back into my head?” whispers
the miscreant, and it paws the ground
a little, as if in protest.
Tush, rocking horse. You have nothing
but milk teeth to talk with,
you are only the little creature
the woman chuckles with,
when she is feeling holy.
Perched there amongst
the shamrocks and thorn roses –
you were never meant to last,
but came down through the ages
on a prayer cushion or in locket form,
eluding the bonny cavalry
by dint of a streak up a tree.
Mother of Jesus, what did you start?
Of course the horn must go.
.
Nieuwe vrouwelijke dichters
Anne Rouse
.
In één van de vele charity shops die je overal vindt in Engelse steden kocht ik de bijzonder fraaie bundel ‘New Women Poets’ uit 1990. Samengesteld door Carol Rumens. In deze bundel staan maar liefst 25 vrouwelijke dichters uit Ierland, Wales, Schotland, Nieuw Zeeland, Zuid Afrika, Oostenrijk, Iran, Engeland en Amerika. Zij zijn door Rumens gekozen, niet om hun nationaliteit maar om hun frisse geluid en landstaal. Er zitten dichters tussen die in vaste vormen dichten en anderen laten zich juist meer leiden door alledaagse- en ongestructureerde taal.
Mijn keuze voor vandaag viel op een gedicht van Anne Rouse. Geboren in 1954 in Washington studeerde zij in Londen waar ze nu ook woont. Ze werkte als (psychiatrisch) verpleegkundige en is nu alweer jaren zelfstandig schrijver. Ze wordt door de International Poetry Society omschreven als een intelligent en vakkundig dichter. Haar gedichten werden onder andere gepubliceerd in The Guardian, The Observer, The Independent en the Times Literary Supplement.
Toen in 1990 dit boek werd gepubliceerd was Rouse vooral bekend van gedichten van haar hand die in magazines waren gepubliceerd. Vanaf 1993 verschenen er ook een aantal dichtbundels van haar. Uit de bundel ‘New Women Poets’ heb ik gekozen voor het gedicht Virginian Arcady’.
.
Virginian Arcady
.
My muse came up from the creek,
taller than a man
in the speckled shade
where crayfish imitate tiny stones
and the brisk water plays.
.
Reckon it was my muse,
being so ringlety and fair
with a child’s eye.
In her head-dress bitter, living grapes
nest on the wild vine.
.
We strolled the bog paths
from the lower fields,
apart by armlength.
She talked low, reproachful, pretty:
said I don’t lover her enough.
.







