Site-archief

Aubergine

Drs. P

.

Het is voor mij altijd een groot plezier om te lezen in de bundel ‘Tante Constance en Tante Mathilde’, liedteksten van Drs. P (1919-2015) uit 1999. Natuurlijk ken ik de teksten, liedjes en gedichten van Drs. P niet allemaal (het zijn er vele!) en dus word ik nog weleens verrast wanneer ik de bundel lees of doorblader. Zo ook dit keer. Om twee redenen eigenlijk.

Allereerst omdat het gedicht ‘Aubergine’ bij mij onmiddellijk de gedachte naar boven bracht aan de emoiji of emoticon van een aubergine, die, zoals je ongetwijfeld weet, wordt gebruikt als penis in SMS- en Whatsappberichten maar als tweede deed dit gedicht of deze liedtekst mij ook meteen teruggaan naar de tijd dat de poëziestichting Ongehoord! nog tweemaandelijks een poëziepodium organiseerde in de openbare bibliotheek van Rotterdam.

Vaste gastdichter daar was de onvolprezen en bijzondere Rieneke Minderman-Grobben (1944-2018), de lady in pink (ze was altijd volledig gekleed in het roze). Zij las haar gedichten steevast voor vanaf een behangrol die ze zelf beschreven had. In haar gedichten maakte ze graag gebruik van opsommingen en had daarbij ook soms een voorkeur voor Franse termen zoals bijvoorbeeld in haar gedicht ‘Op z’n Janboerenfluitjes’ en ‘Crime passionel’. Het gedicht ‘Aubergine’ deed me daar meteen aan denken.

.

Aubergine

.

De aanblik van la belle Philippine
Was een der top-attracties van de stad
Zij was een twintigjarige blondine
Elle est tres fine, elle est divine
Zowel de koopvaardij als de marine
Alsook de brandweerlieden zeiden dat

.

Het was opwekkender dan cocaine
Als Philippine voor ’t venster zat
Gekleed in allerfijnste Crepe de Chine
Of mousseline, of levantine
Gelijk een pronkjuweel in een vitrine
Gelijk een jonge prijsbekroonde kat

.

Zij was in hoge mate feminiene
De mannen die haar zagen gingen plat
En zij begeerden haar als concubine
Maar Philippine had discipline
Was ongenaakbaar als een capucine
Of als een dichtgevroren sleutelgat

.

Een oude rijkaard in een limousine
Kwam echter zeer strategisch op haar pad
Hij toonde haar een mooie aubergine
Een aubergine, een aubergine
Hij mocht naar binnen voor een aubergine
Een aubergine die ze daarna at

.

Ons te vroeg ontvallen 3

Rieneke Grobben-Minderman

.

Op 23 maart 2018 overleed de, altijd in het roze geklede, dichter en fantastisch mens Rieneke Grobben-Minderman op 73 jarige leeftijd. Ze was, zo lang ik me kan herinneren, een vaste gast op de podia van Ongehoord! in de bibliotheek van Rotterdam, op het podium in de Jacobustuin en bij de uitreiking van de Ongehoord! Gedichtenwedstrijdprijs. Elk podium kwam ze op met haar roze koffertje, zette haar bril van haar voorhoofd op haar neus en haalde haar gedichten op de rol (haar gedicht aan de meter) tevoorschijn en al afrollend las ze haar ongeëvenaarde poëzie voor. Gedichten als ‘Check in Check out’, ‘Op z’n Jan Boerenfluitjes’, ‘Crime passionel’ en natuurlijk ‘Rotterdam an du meter du stad van’ waar ik nooit genoeg van kreeg. Hoe vaak ze ze ook voorlas, elke keer was het weer genieten.

Rieneke was ook altijd bereid om te verschijnen op een podium als je haar vroeg (en als ze de tijd had). Haar aanwezigheid en voordrachten mis ik (en velen met mij) nog steeds. Joop van der Hor stelde samen met Rieneke en nog een aantal mensen en instanties de bundel ‘De wereld volgens Grobben’ samen waarin haar Rotterdamse gedichten en verhalen (en veel foto’s van optredens, krantenknipsels en persoonlijke foto’s) zijn opgenomen. Op die manier is haar werk bewaard gebleven voor alle liefhebbers en bewonderaars en dat waren er velen. Op 23 maart 2018 overleed Rieneke en op 15 april 2018 werd ze herdacht met de onthulling van de eindpassage van haar gedicht ‘Rotterdam aan de meter’dat als gevelgedicht werd uitgevoerd aan de Bas Jungeriusstraat in Rotterdam https://woutervanheiningen.wordpress.com/2018/04/14/rieneke-grobben-minderman/

Ik wil hier graag een gedicht van Rieneke delen wat voor mij vrij onbekend was maar waaruit de heerlijke nuchterheid van Rieneke spreekt en in de bundel is opgenomen getiteld ‘Op de bank bij…’.

.

Op de bank bij…

.

De krassen op mijn ziel

zij worden minder.

De littekens

verbleken.

De schaafwond,

een korstje erop.

De brandwond

genezen.

De gebroken botten

geheeld.

De ravage in mijn hoofd

gerangschikt.

De tranen

gedroogd.

Zo lag ik op de bank,

als een watje

én

de psychiater zei:

” ’t Komt wel in orde schatje.”

.