Site-archief

Vernederen is een vak

Toon Tellegen

.

Afgelopen week keek ik op televisie een praatprogramma (ben even vergeten welke, het zal iets op de NPO geweest zijn denk ik) en daar was een deskundige die de acties en gedragingen van Trump duidde. Zijn oordeel was hard maar duidelijk: Trump vernederd mensen als machtsmiddel. Ook andere dictatoriale en autocratische leiders doen dit (een voorbeeld dat gegeven werd was Merkel die op bezoek bij Poetin was, Merkel is panisch voor honden dus liet Poetin een hond rondom hun heen lopen).

Trump is wel een specialist als het gaat om het vernederen van mensen. Denk aan het bezoek dat president Selenskyy bracht aan het Witte Huis dit jaar. Toen ik het programma  zat te kijken, waarin het ging over de manieren waarop Trump mensen vernederd, moest ik denken aan een gedicht dat ik ooit las over vernederen als vak. De dichter kon ik me niet herinneren maar na enig zoekwerk (ik herinnerde me wel het deel van mijn boekenkast waarin ik het ooit las) heb ik het gevonden.

Het gedicht is getiteld ‘Vernederen is een vak’ en het is geschreven door Toon Tellegen (1941). Het gedicht staat in zijn bundel ‘De werkelijkheid’ uit 2014.

.

Vernederen is een vak

.

Er zijn mensen die wachten op mensen

die zij- met alle middelen die tot hun beschikking staan –

zullen vernederen

.

vernederen is een vak dat hoge eisen aan zijn beoefenaren stelt

.

om de tijd te doden spelen zij vernederinkje –

een van hen kent zijn plaats niet, toont zijn wansmaak en onwetendheid

en de anderen vernederen hem

net zo lang tot hij zijn levensvatbaarheid verliest

.

vernederen is geen spoel voor kinderen,

er zijn opleidingen voor, leerstoelen in,

er worden conferenties en congressen aan gewijd

.

zij die niet spelen en op de uitkijk staan

zien iemand komen

daar! kijk!

zij hebben verrekijkers, laten de anderen kijken,

wijzen een stipje op de horizon aan

.

hun gevoelens trappelen van ongeduld,

en hun verstand,

hou houden zij hun verstand in toom?

.

De werkelijkheid

David Muiderman

.

In 2007 werd Harry Zevenbergen (1964-2022) de eerste en tot nu toe enige stadsdichter van Den Haag. Een van de opdrachten die hij mee kreeg was om poëzie op verschillende manieren in de stad op te laten duiken. Hij organiseerde de Stadsdichterskrant, de junior stadsdichter (die zijn toenmalige vrouw Diann van Faassen inmiddels nieuw leven in heeft geblazen), Guerillapoëzie en een poëtische wandeling tijdens het Uitfestival.

Maar hij organiseerde ook ‘Dichter op locatie’. Vijf dichters kregen de opdracht om een week lang te verblijven op een locatie naar keuze in de stad. De ervaringen van deze dichters werden vastgelegd in een dagboek met foto’s en gedichten getiteld ‘Met beide voeten in de modder’. In de eerste editie van 2008 (in 2009 zou een vervolg komen met bijbehorend dagboek) waren dit de dichters Jeroen de Vos, Gilles Boeuf, Jet Crielaard, Anne-Tjerk Mante en David Muiderman.

Deze laatste dichter, David Muiderman (1972) verbleef een week op de Haagse markt, de grootste markt van Nederland en een van de grootste onoverdekte markten van Europa waar mensen uit alle windstreken hun boodschappen doen. Uit zijn verslag van deze week komt het gedicht ‘De werkelijkheid’.

.

De werkelijkheid

.

Als in alle vroegte de mens

Als een bloem te slapen ligt

Alleen de dichter nog zijn hart verliest

Trekken de eerste voertuigen

Ten volle gevuld met fruit en derivaten

Als muizen uit hun huizen

.

Lichtvoetig betreden zij de straten

Bewegen op de muren

Als de schaduw van een kater

In de richting van het marktplein

.

Vlak voor de nacht is afgelopen

De dag is aangekleed

De kelen met koffie en teer gesmeerd

De appels één voor één op tafel uitgespreid

De bloemen uit hun knop getrokken

Blaast de dichter zijn hart uit

.