Site-archief
De waarde van het leven
Toon Tellegen
.
In zijn laatste bundel ‘Langs een helling’ uit 2023 is Toon Tellegen (1941) als vanouds op dreef. Ik las ergens dat je de bundels van Toon Tellegen leest om een zin, een beeld, om een halve bladzijde. Dat impliceert dat Tellegen het vooral moet hebben van het detail of delen van het geheel. Ik ben het daar niet mee eens, in zijn poëzie is altijd veel meer aan de hand dan op het eerste oog zichtbaar. Dat geldt overigens vind ik ook voor zijn proza. En of Tellegen nu schrijft voor kinderen of volwassenen, de diepere laag is altijd aanwezig. Hans Franse beschrijft dit op een mooie manier in zijn recensie van deze bundel op de site van Meander.
Uit deze bundel nam ik het gedicht ‘De waarde van het leven’, om de redenen hierboven genoemd maar ook door het engagement dat Toon Tellegen in dit gedicht heeft gestopt.
.
De waarde van het leven
.
De waarde van het leven is op grond van berekeningen
en het wegstrepen van pluspunten tegen minpunten
marginaal meer dan nul,
en ondertussen verdrinken er om uiteenlopende redenen
mensen in zee
.
ze willen om hulp roepen, maar ze weten niet hoe –
roepen ze te zacht, dan zal niemand ze horen,
roepen ze te hard, dan krijgen ze het verwijt:
‘ja we horen u wel! we zijn niet doof!’
en roepen ze te vaak, dan wordt er teruggeroepen:
‘ja, dat weten wij nu wel
ze houden voorwerpen van persoonlijke waarde tegen zich aan geklemd:
kleine porseleinen vazen, uitheemse beeldjes, een wollen truitje
.
het is een mooie dag,
ver van hen vandaan liggen mensen in elkaars armen in het gras
fluisteren in elkaars oren dat het een mooie dag is,
voor het eerst in lange tijd!
.
er moet een fout in de berekeningen zijn,
het kan niet anders dan dat de waarde van het leven nul is,
zelfs als we onze dood voor het uitkiezen hebben
.
Zijn jas
Rutger Kopland
.
Uitgeverij Maarten Muntinga gaf van 1983 tot 2012 de befaamde Rainbow pockets uit. De reeks is genummerd en was jarenlang ook herkenbaar aan een duidelijk geelkleurige rug met zwarte letteropdruk. Aanvankelijk werden de Rainbow Pockets uitgegeven als goedkopere herdruk van een reeds bestaand werk dat al een goede verkoop had gekend en waar nog vraag naar was. Later verschenen er ook uitgaven die door uitgeverij Muntinga samengesteld of geredigeerd werden, zoals de bloemlezing ‘Doen en laten’ uit het werk van de dichter Judith Herzberg.
De Rainbow pockets kom ik nog regelmatig tegen in kringloopwinkels en tweedehandsboekenzaakjes. Hoewel het merendeel van de serie proza betreft, zitten er toch ook een aantal poëziepockets tussen. Zo heb ik uit de reeks nummer 172 ‘Doen en laten’ van Judith Herzberg, 662 ‘Vergeet mij niet’ gedichten over afscheid en herinnering, 758 ‘Daar zijn woorden voor’ van Toon Tellegen en 940 ‘Op reis, de mooiste reisgedichten voor onderweg’.
In nummer 662, ‘Vergeet mij niet’ uit 2003, staat een prachtig gedicht van Rutger Kopland (1934-2012) over een nog maar pas overleden vader getiteld ‘Zijn jas’.
.
Zijn jas
.
Mijn vader J was nog maar net
gestorven toen mijn moeder A
zijn nieuwe regenjas voorzichtig
van de kapstok nam. Pas eens,
zei ze, hij was er zo trots op.
.
Daar stond ik dan en voelde
aan de mouwen en bij het sluiten
van de knopen hoe dood hij was
en hoe ver weg mijn jeugd. Oud
en zwak zou ik worden, in deze
plooien zou mijn huid gaan hangen
om mijn knoken.
.
Gedachten aan jou
Toon Tellegen
.
Zoals elk jaar neem ik ook dit jaar weer even wat gas terug in de vakantieperiode. Dat wil niet zeggen dat er niet dagelijks een bericht van mij zal verschijnen met een gedicht, maar dat zal het dan ook zijn, een gedicht uit één van de vele bundels uit mijn boekenkast met verwijzing naar welke bundel. Vandaag wilde ik beginnen met het gedicht ´Gedachten aan jou´ van Toon Tellegen (1941) uit de bundel ´Mijn winter´ uit 1987.
.
Gedachte aan jou
.
Gedachten aan jou zijn lastig –
ze zeuren,
vragen iets onmogelijks,
willen nooit slapen,
ruimen nooit iets op
en sturen dagen, misschien wel jaren, grondig in de war,
maken nooit iets af.
Aan welke wereld ik ook denk,
de een probeert het bed,
een ander maakt iets los,
een derde geeuwt alsof,
een vierde is ernstig – mag meteen weer vertrekken –
een vijfde vindt een boek
‘Houses and rooms are full of perfumes… the shelves
are crowded with perfumes…
een zesde leunt op mijn tafel,
aarzelt tussen twijfel en verbazing,
een zevende is verlegen,
maar de achtste gedachte aan jou weet iets beters,
sluipt op haar tenen
de gangen door de trappen op naar de kantelen,
schrikt van de inktzwarte lucht om haar heen
en het heden,
.
overal.
.
De ontdekking
De zin van het bestaan
.
In 1999 komt ‘Er ligt een appel op een schaal’ gedichten van Toon Tellegen (1941) uit. In deze keuze uit zijn gedichten (tot 1999) staan gedichten uit 13 dichtbundels die hij publiceerde sinds 1980. Op de achterflap staat: ‘Zijn gedichten zijn niet geschreven voor mensen van een bepaalde leeftijd en ze zijn soms ook niet eenvoudig. Toch zijn ze heel goed te lezen voor iedereen die van poëzie houdt of van poëzie wil gaan houden.’ En vooral dat laatste denk ik, is zo waar. Juist de klare taal van Tellegen is zo aantrekkelijk en toegankelijk dat je van goede huize moet komen (of misschien juist van hele slechte huize) dat je niet van zijn poëzie gaat houden.
Uit deze verzamelbundel koos ik voor een gedicht dat voor mij representatief is voor de poëzie van Toon Tellegen, namelijk het gedicht ‘De ontdekking’ dat oorspronkelijk verscheen in de bundel ‘Een dansschool’ uit 1992. Het mysterieuze, het filosofische en het vervreemdende is voor mij heel herkenbaar als geschreven door Toon Tellegen.
.
De ontdekking
.
Een man ontdekte de zin van het bestaan,
holde naar buiten,
klampte iedereen aan, zei: ‘Luister!
Het is heel anders dan u denkt!’
en over zijn woorden struikelend
legde hij het uit
aan iedereen
en iedereen was stomverbaasd-
is dát dus de zin van het bestaan…
ach hoe is het mogelijk…
schudde zijn hoofd,
sloeg vlammen van zich af,
sprong in sloten, rivieren, riep om hulp
of liep peinzend weg.
.
Bloem en een bloem
Dubbel-gedicht
.
Ik las in de bundel ‘Kruis en munt’ van Toon Tellegen (1941) het gedicht ‘Een bloem’. Deze verscheen speciaal ter gelegenheid van de eerste Landelijke Gedichtendag van 27 januari 2000 in een eenmalige oplage van 20 000 exemplaren. En toen ik dit gedicht las dacht ik: waarom geen dubbelgedicht over een bloem. Mijn tweede gedachte was waarom geen dubbel-gedicht over een bloem en de dichter Bloem. Dus ging ik op zoek naar een gedicht van J.C. Bloem (1887 – 1966) en ik vond het gedicht ‘Het huisje in de duinen’ dat begint met (muur) bloemen uit ‘De verzamelde gedichten’ uit 1965.
.
Een bloem
.
Als ik een bloem was,
zou ik dan nu bloeien?
.
Of zou ik een bijzondere bloem zijn,
een onvoorstelbare bloem,
een bloem die niet kan kiezen tussen bloeien
en niet bloeien,
.
en die over de rand van een vaas voorover
leunt
om te zien of zijn afgrond een bodem heeft?
.
Of zou ik alleen maar kunnen bloeien,
moeten bloeien,
rood en gedachteloos,
op een ongerepte schoorsteenmantel, ergens
tussen schaamte en geluk?
.
En als ik een bloem was,
zou ik dan weten wanneer ik moest verwelken?
Nu nog niet?
.
Het huisje in de duinen
Muurbloemen bloeiden voor het lage raam.
Het late middaglicht was warm en bronzen,
en de ongerepte stilte klonk als gonzen
van vele kleine vleugelen te zaam.
.
En achter het beschutte, kleine huis
verhieven zich de wit-geblaakte duinen:
een strakke hemel stond boven hun kruinen;
haast niet te horen was het zeegeruuis.
.
Hier scheen de macht van ’t onheil te vergaan,
één ogenblik. Hier scheen ’t geluk bereikbaar,
de lome druk der daaglijksheid ontwijkbaar
binnen de grens van een beperkt bestaan.
.
Welke is die mensen ingeschapen drang,
die geen vervulling duldt van het begeerde,
maar altijd van hun zwakke harten weerde,
waarnaar zij joegen, heel hun leven lang ?
.
Moeder
Toon Tellegen
.
Omdat het vandaag Moederdag is (of je daar nou aan doet of niet), wilde ik een gedicht over een moeder plaatsen. Zoals ik al verwacht had is de keuze reuze. Grappig genoeg vond ik in een klein bundeltje van Toon Tellegen, dat ik pas vorige week kocht, een prachtig gedicht over een moeder. Het betreft hier het bundeltje ‘Kruis en munt’ uitgegeven door Querido en Poetry International in 2000. Een klein dun bundeltje met dertien gedichten, dat verscheen speciaal ter gelegenheid van de eerste Landelijke Gedichtendag in dat jaar. De oplage van het bundeltje was 20.000 en de gedichten zijn in opdracht van Poetry International geschreven door ˜Toon Tellegen. Het bundeltje was uitsluitend op die eerste Landelijke Gedichtendag en twee maanden daarna te koop.
.
Een moeder
.
Ze hebben een moeder onder de voet gelopen,
ze keken naar de hemel,
ze zagen een meeuw –
.
schepen schoven langs de horizon,
wijd en zijd de scherven van haar kinderen.
.
Ze wezen elkaar de veren aan –
zo wit,
zo zonder een vleugel treurigheid
of angstvalligheid –
.
heksen ruimden de rommel op,
zaaiden distels en herinneringen,
vlogen gillend weg.
.
Ze liepen verder, de zon ging onder,
ze keken naar de sterren,
ze hoorden een schreeuw:
.
‘Kinderen!’
.
Over liefde en niets anders
Toon Tellegen
.
Omdat het weer eens tijd was voor een liefdesgedicht (dacht ik) stond ik voor mijn boekenkast en vond daar de bundel ‘Over liefde en over niets anders’ van Toon Tellegen uit 1997. Tsja, als je dan op zoek bent naar een liefdesgedicht laat zo’n titel niets meer aan de fantasie over, dit gaat over de liefde (en over niets anders). Toch is Toon Tellegen geen gewone liefdesgedichtendichter. In een recensie over deze bundel van Gert Jan de Vries in de Volkskrant las ik: Tellegen mag alles nog zo omdraaien, vergroten, verkleinen en verdwazen, nergens verhult hij zijn onderwerpen: herkenbaar menselijk gedrag en herkenbare menselijke emoties.
En zo is het. Toon Tellegen beschikt als geen ander over een bijzondere manier van kijken naar de dingen en het vervolgens op een misschien nog wel bijzondere manier verwerken in een gedicht. Dat gebeurt ook in het gedicht zonder titel maar met de eerste zin ‘De jaloezie was jong’
.
De jaloezie was jong,
ze dampte nog,
en de liefde schuifelde onwennig langs het eerste koren,
prikte zich aan de eerste doornen,
wist nog niet wat schrikken was
en bloeden.
.
In de verte lag het woord: groot, rimpelig en leeg.
.
De natuurwetten kraakten, knarsten,
kwamen een voor een op gang.
Appels vielen, bladeren, sterren.
Rivieren stroomden van de eerste bergen.
.
Kaïn hief zijn arm omhoog.
Alles begon, alles was nieuw,
alles was onontkoombaar.
.
Treurig gedicht
Toon Tellegen
.
Lezend in de bundel ‘Gedichten 1977 – 1999’ uit 2000 van Toon Tellegen kom ik een interessant, mooi en misschien ook treurig gedicht tegen. De titel zegt het eigenlijk al ‘Treurig gedicht’. Het werd oorspronkelijk gepubliceerd in de bundel ‘Gewone gedichten’ uit 1998. Maar al lezend merk ik dat er van treurnis geen sprake is bij mij. Eerder een gevoel van opluchting. Treurnis kan door van alles worden veroorzaakt en er zijn heel veel treurige gedichten die niet de titel dragen die ze misschien zouden moeten dragen. Waar je treurig van wordt. Juist door de titel in combinatie met de tekst veroorzaakt Toon Tellegen precies het tegenovergestelde gevoel bij mij. De verhalen en gedichten van Toon Tellegen kennende denk ik dat dit precies de bedoeling was. Oordeel zelf.
.
Treurig gedicht
.
‘Dit is het einde van de weg,’ zeiden ze.
Er stond een bordje:
DIT IS HET EINDE VAN DE WEG
‘Hier, dit punt,’ zeiden ze.
Ze hurkten erbij neer
en raakten het voorzichtig even aan.
‘Is dit het?’
‘Dit is het.’
Het was herfst, het regende, het stormde.
Ze stonden op, draaiden zich om.
.
Later kwamen ze nog even terug
met een vergrootglas.
Het was het einde van de weg.
.