Site-archief
Ik heb alleen woorden
Rutger Kopland
.
Ik hou enorm van poëzie, van dichters en van hun dichtbundels. En daarnaast hou ik heel veel van themabundels. Ik heb er inmiddels al vele over verschillende thema’s. Een van die themabundels is ‘Ik heb alleen woorden’ uit 1998, de honderd meest troostrijke gedichten over afscheid en rouw uit de Nederlandse poëzie. Verzameld door Hans Warren en Mario Molegraaf. Op de achterflap van de bundel staat te lezen: Er zijn eindeloos veel soorten van verdriet- maar ook eindeloos veel soorten troost. En dat is natuurlijk ook zo. Verdriet en troost zijn persoonlijke belevingen en hoe we daar mee omgaan, wat we als verdriet of troost ervaren is voor elk van ons anders.
Lezend in deze themabundel kwam ik een gedicht van Rutger Kopland tegen. Oorspronkelijk verscheen dit gedicht in de bundel ‘Een lege plek om te blijven’ uit 19975. Een gedicht zonder titel waarvan ik me afvroeg wat de troost is die in dit gedicht schuilgaat. Oordeel zelf.
.
Boven het hooi hangt de boer in
de balken. In de sneeuw ligt de blote
boerin.
.
Onder de warme vacht van het dak
heeft het varken vergeefs gewacht op slobber
en slacht.
.
Wat is er gebeurd. Dit is heel erg, dit is
een gedicht waarin de boer, de boerin en
het varken
.
Sterven. Als een leeg nest in de winter
is warmte. Ik ben de kat in dit huis,
ze zijn weg.
.
Maar ik hou van de plek waar ik lag.