In 2002 bedacht stadsdichter Tom Lanoye een project omtrent poëzie in de buitenruimte. Wel vergankelijke poëzie want de gedichten moesten aangebracht worden op vuilniszakken. Ook de Kortrijkse huisvuilwagens kregen gedichten van onder meer Hugo Matthysen, Herman de Coninck, Guido Gezelle, Jacques Prévert, Goethe en Martialis (zoals al eerder vuilniswagens in Rotterdam werden opgesierd met poëzie). Op die manier probeerde het stadsbestuur een bijdrage te leveren aan de verspreiding van cultuur en de stad mooier en aangenamer te maken.
Het project heet ‘Dichter bij de mensen’. Door toegankelijke teksten van gerenommeerde schrijvers op huisvuilzakken te plaatsen, op grote schaal te verspreiden en zichtbaar te maken voor de hele bevolking, hoopte Kortrijk de bevolking wat cultuur bij te brengen.
Bovendien zag het stadsbestuur in de witte vuilniszakken met zwarte opdruk (Tot nu toe hadden de Kortrijkse huisvuilzakken een donkergrijze kleur) een middel om de verzuring in de maatschappij tegen te gaan. Volgens de verantwoordelijke wethouder De Coene was het een maatregel tegen de verzuring: ‘We leven allemaal in welstand en toch is er een foetercultuur, kijk maar naar de brieven in de krant. Er is een toename van het onbehagen.’
Het sprak de inwoners van de gemeente Kortrijk in België kennelijk nogal aan. De vele duizende vuilniszakken die gedrukt werden waren in no time uitverkocht.
Het gedicht van Tom Lanoy luidt:
.
Vuilnispraat
.
Kom, steek mij vol. Het kan, het mag
het is zelfs obligaat. Kieskeurig ben ik
niet: ik kan tegen een geurtje en zelfs
tegen de kleur van alles wat vergaat.
.
Laat mij met zorg uw vuiligheid verhullen.
Het is mijn zelfgekozen taak. Benut me dus
en wees, voor eens – gesteund door zelfs
de Staat – een zakkenvuller van formaat.
.
Met dank aan Karin Wissink en John Roovers voor het vinden van de foto’s.