Site-archief

Getrainde Marcus

Joost Reichenbach

.

Afgelopen zaterdag was ik aanwezig bij de avond van de Zuid Hollandse poëzie, een initiatief van provinciedichter Etwin Grootscholten, theater ’t Web en Verstegen Spices & Sauces. Maar liefst 14 stads- en dorpsdichters traden op aangevuld met een voordracht van de provinciedichter en de dichter des vaderlands Ester Naomi Perquin. Een groot aantal van de dichters kende ik al, een aantal nog niet. Onder de dichters die ik nog niet kende was de nieuwe stadsdichter van Gouda Joost Reichenbach.

Joost Reichenbach bracht dit jaar de bundel ‘Naakt op het dressoir’ uit, een bundel met grappige, sprankelende gedichten die soms tot denken aanzetten.  Reichenbach (1967) sloot tijdens zijn studie Nederlands aan de universiteit van Amsterdam een pact met twee medestudenten Mattijs Diepraam en (de inmiddels overleden) Piet van der Weijden, een pact en deden een poging de schrijverswereld te bestormen met een nieuwe literaire stroming ‘De nieuwe platheid’. De stroming heeft echter naar zover ik kan beoordelen nooit enige voet aan de grond gekregen.

Desalniettemin is ‘Naakt op het dressoir’ Reichenbachs tweede bundel  ( na ‘Niet lullen maar zoenen’) en die biedt toch wel een keur aan vermakelijke en mooie gedichten gedichten waaronder een aantal over Gouda. Ik koos echter voor een mooi gedichtje over Marcus, de  ‘kleine man’ die vaker terugkeert in de bundel.

.

Getrainde Marcus

.

Marcus is getraind.

.

We doen een telefoon na.

Rinkelen dat het rinkelt.

Roepen “hallo, hallo”

in de hoor van lucht.

.

En dan houdt  de kleine man

de rijstwafel die hij zit

te peuzelen

.

tegen zijn oor.

.