Site-archief
Oorlogsdichter
Isaac Rosenberg
.
Over de Eerste Wereldoorlog zijn vele gedichten geschreven. Vaak door soldaten tijdens de oorlog al. Op dit blog kun je verschillende voorbeelden vinden van poëzie van Wilfred Owen, Vera Brittain, August Stramm, John McCrae, Frederick William Harvey en Ernst Jandl die in de oorlog is geschreven. In 2014 verscheen de bundel ‘De 100 beste gedichten van de Eerste Wereldoorlog’ samengesteld door Geert Buelens en van een inleiding voorzien door Tom Lanoye. Het aardige van deze bundel is dat naast alle bekende namen van dichters uit die periode, de samensteller ook heeft gekeken naar andere dichters zoals Nobelprijswinnaars Rabin dra nath Tagore en W.B. Yeats en Nederlandse dichters als Herman Gorter en Paul van Ostaijen. Boegbeelden van de internationale avant-garde Guillaume Apollinaire en Vladimir Majakovski staan naast grote dichters uit de moderne poëzie als Rainer Maria Rilke en Anna Achmatova. Samen geven ze een aangrijpend en rijk geschakeerd beeld van deze verschrikkelijke oorlog.
Wat ik echter heel goed vind aan deze bundel is dat er ook dichters instaan die helemaal niet zo bekend zijn, zoals bijvoorbeeld de dichter Isaac Rosenberg (1890-1918). Deze Engelse dichter en kunstenaar (etser) uit een Joods immigrantengezin, schreef indringende, visuele oorlogspoëzie. Hieronder een bijzonder voorbeeld uit deze bundel getiteld ‘De onsterfelijken’. Onder het gedicht, vertaald door Rob Schouten, staat: De echte overlevers van de oorlog zijn de luizen. Isaac Rosenberg stierf bij Arras, na een nachtelijke patrouille door sluipschuttervuur of in een gevecht (dat is niet helemaal duidelijk).
De inleiding een een paar gedichten uit deze bundel lees je hier.
.
De onsterfelijken
.
Ik doodde ze, ze bleven leven.
Ja dag en nacht zag ik ze komen
En deed geen oog dicht, sliep geen tel,
Kon me verbergen noch ontkomen.
.
Tot ik genoeg geleden had,
Mijn handen kleurde in hun bloed.
Vergeefs, want sneller dan ik moordde
Kwamen ze weer in wreder vloed.
.
Ik doodde, doodde, dolle slacht,
Mijn krachten vloeiden langzaam weg,
En nog verrezen zij en kwelden mij,
Want duivels sterven nooit echt.
.
Ik meende dat de duivel woonde
In drank, vrouwen, verdachte huizen,
Genaamd Satan, Beëlzebub,
Maar nu noem ik ‘m: gore luizen.
.
In Flanders Fields
John McCrae
.
In de week dat het 100 jaar geleden is dat de eerste wereldoorlog eindigde wat extra aandacht voor dichters en gedichten uit die periode. Tot mijn grote verbazing had ik het beroemdste gedicht uit die tijd, ‘In Flanders Fields’ van John McCrae nog nooit behandeld op dit poëzieblog. Hoog tijd dus om deze omissie recht te zetten.
De Canadese arts John McCrae ging als vrijwilliger de Eerste Wereldoorlog in. In 1914 diende hij als brigadechirurg voor een artillerie-eenheid. Het jaar erna was hij gelegerd vlak aan het front in Ieper waar de gruwelen van de Tweede Slag om Ieper plaats vonden (de Duitsers lanceerden daar voor het eerst een aanval waarbij giftig chloorgas werd gebruikt). Terwijl hij de gewonde soldaten hielp en om de dode rouwde – waaronder zijn goede vriend, Alexis Helmer- schreef McCrae het gedicht ‘In Flanders Fields’, een gedicht geschreven vanuit het oogpunt van gevallen soldaten wier graven overgroeid zijn met wilde papaverbloemen . “In Flanders fields the poppies blow,” staat er: “Between the crosses, row on row”. John McCrae stierf in 1918 aan een longontsteking en hersenvliesontsteking, maar niet voordat het gedicht één van de populairste en meest geciteerde werken van de Eerste Wereldoorlog werd. Het inspireerde onder meer het gebruik van de papaver als de “bloem van de herinnering” voor de oorlogsdoden.
.
In Flanders Fields
.
In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row,
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.
We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved and were loved, and now we lie,
In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.
.
Eerste Wereldoorlog
Harry G. de Vries
.
Op 11 november 1918 kwam er officieel een eind aan de Eerste Wereldoorlog. In een bos bij het Franse stadje Compiègne, ongeveer tachtig kilometer ten noorden van Parijs, werd die dag de wapenstilstand gesloten. Dat is morgen dus precies 100 jaar geleden. Tijdens en na de eerste wereldoorlog zijn er veel gedichten geschreven door vele dichters. Denk aan Wilfred Owen, Siegfried Sassoon, Robert Graves en natuurlijk John McCrae (In Flanders Fields). Dat de Eerste Wereldoorlog tot de verbeelding spreekt was in Nederland helemaal niet zo vanzelfsprekend. Wij hadden de Tweede Wereldoorlog, in de eerste wereldoorlog was Nederland was Nederland neutraal en nam geen deel aan de ongelofelijk bloedige strijd, zoals de ons omringende landen wel deden.
De laatste jaren is er echter in Nederland ook steeds meer interesse in de eerste wereldoorlog en ook in Nederland inspireert dat dichters tot het schrijven van gedichten over de afschuwelijke oorlog. Zo iemand is Harry G. de Vries, naast dichter ook docent Engels aan de Avans Hogeschool in Breda. Hij schreef, in het Engels, het gedicht met de Franse titel ‘Aux Braves Morts Pour La France’.
.
Aux Braves Morts Pour La France
.
On her way home from the station where
she had seen her brother off, Emily Perreau
remembered how they used to play in the rye
and how he would suddenly lie down and leave
her puzzled and happily horrified for minutes;
best was to do the same and wait for his
anxious bustling to serve him right.
.
Decades later, she would sometimes enter
the fields behind the family farm to revive
the very sensation and reduce his absence
to that light, short-lived torment of tease,
knowing that she could not turn things now,
but always hoping that he would rise
from the rye and find her.
.






