Site-archief
Hummer
I know a Man
.
In een artikel over Hummers, je weet wel die obsceen grote, benzine slurpende wagens uit de Verenigde Staten, las ik een zin uit een gedicht van Robert Creeley. De regel ‘why not, buy a goddamn big car’ past als geen ander op dit bakbeest van een wagen.
Robert Creeley (1926 – 2005) was een Amerikaans dichter en schrijver die meer dan zestig boeken schreef. Hij wordt meestal geassocieerd met de Black Mountain Poets, een groep dichters in het midden van de vorige eeuw die zich hadden vernoemd naar de plaats waar ze naar college gingen (Black Mountain College) in North Carolina. De Black Mountain Poets waren avant-garde en postmoderne dichters. Andere leden van deze groep waren onder andere Larry Eigner, Robert Duncan, Ed Dorn, Paul Blackburn, Hilda Morley, John Wieners en Jonathan Williams. Daarnaast was hij bevriend met Allen Ginsberg.
In 1950 publiceerde Charles Olson zijn baanbrekende essay ‘Projective Verse’. Hierin riep hij op tot een poëzie van ‘open veld-compositie’ om traditionele gesloten poëtische vormen te vervangen door een geïmproviseerde vorm die precies de inhoud van het gedicht zou moeten weerspiegelen. Deze vorm zou gebaseerd zijn op de regel, en elke regel moest een eenheid zijn van adem en uiting. De inhoud zou bestaan uit ‘één waarneming, onmiddellijk en direct (leidend) tot een verdere waarneming’.
Creeley was naast schrijver en dichter werkzaam als Professor of Poetry and the Humanities aan de State University of New York in Buffalo. Hij ontving voor zijn werk de Lannan Foundation Lifetime Achievement Award.
In het gedicht ‘I Know a Man’ van Creeley komt het postmoderne en avant-gardistische terug in het willekeurig terugbrengen van woorden zonder klinkers. Het gedicht komt uit de bundel ‘Selected Poems’ uit 1991.
.
I Know a Man
.
Gedicht voor platenspelers
John Wieners
.
Dichter John Wieners (1934 – 2002) werd geboren in Boston en was Beat-dichter en lid van de San Francisco Renaissance. Wieners was ook een anti-oorlogs- en homorechtenactivist. Zijn poëzie combineert openhartige verhalen van seksuele en drugsgerelateerde experimenten met door jazz beïnvloede improvisatie en plaatst beide in een lyrische structuur.In een interview met zijn redacteur zei Wieners over zijn werk: “Ik probeer het meest gênante wat ik kan bedenken te schrijven.” Uit zijn bundel ‘Selected Poems 1958 – 1984’ uit 1986 het gedicht ‘A Poem for Record Players’.
.
A Poem for Record Players
.





