Site-archief

Midden op de weg

Carlos Drummond de Andrade

.

Op zoek naar een gedicht zat ik te bladeren in ‘A thing of beauty’ de bekendste gedichten uit de wereldliteratuur uit 2005, samengesteld en ingeleid door Menno Wigman en Rob Schouten. Ik kan deze bundel iedereen aanraden hoewel er voor de doorgewinterde poëzielezer wel vrij veel bekende gedichten in staan, wat ook logisch is eigenlijk, de titel verraad het al.

Maar toch werd ook ik verrast door een gedicht van een dichter waar ik het werk goed dacht te kennen. Carlos Drummond de Andrade (1902-1987) is opgenomen in deze bloemlezing met het gedicht ‘Midden op de weg’.  Het gedicht werd genomen uit de bundel ‘Gedichten’ uit 1980, vertaald door August Willemsen.

Carlos Drummond de Andrade is bij mij vooral heel bekend van zijn erotische poëzie. Ik weet wel dat hij deze poëzie pas in de laatste jaren van zijn leven is gaan schrijven en dat de bundeling ‘O Amor Natural’ ( De Liefde Natuurlijk) pas na zijn dood is gevonden. Zijn bewust erotische poëzie is slechts in één boek gepubliceerd, ‘Moça deitada na grama’ (vrouw die in het gras ligt) die met toestemming en daadwerkelijke tussenkomst van zijn schoonzoon gepubliceerd is.

Voor dat hij aan het einde van zijn leven dit soort verzen ging schrijven, schreef hij alledaagse gedichten, socialistische gedichten en metafysische gedichten. In welk segment het gedicht ‘Midden op de weg’ ( ‘No meio do caminho’) valt weet ik niet maar intrigerend is het wel, het deed me in de verte denken aan het gedicht ‘Met vis op weg’ dat ik schreef in 2012.

.

Midden op de weg

.

Midden op de weg lag een steen

lag een steen midden op de weg

lag een steen

midden op de weg lag een steen.

.

Nooit zal ik die gebeurtenis vergeten

in het leven van mijn zo vermoeide netvliezen.

Nooit zal ik vergeten dat midden op de weg

lag een steen

lag een steen midden op de weg

midden op de weg lag een steen.

.

Hermetische poëzie

Met vis op weg

.

Naar aanleiding van het gedicht dat ik gisteren plaatste heeft Ger Belmer gereageerd. Deze reactie gaat ondermeer over het toevoegen van onbegrijpelijke elementen aan gedichten waardoor deze vrijwel onleesbaar worden. Elementen die op het eerste gezicht niets met elkaar en het gedicht te maken hebben. Hoewel mijn gedicht Met vis op weg bedoeld was als een stukje absurde tekst zonder enige betekenis (gewoon omdat het kan en ik er zin in had zoiets te schrijven) heeft dit me wel aan het denken gezet.

Ook ik lees weleens poëzie waarvan ik denk; waar gaat het eigenlijk over? Poezie die ondoorgrondelijk en eigenzinnig is (zou je ook kunnen zeggen) maar waar ik niets mee kan. Nu weet ik dat er mensen zijn die dit ook van (delen) van mijn poëzie vinden. Hierover schreef ik al in Zoet en Fruitig versus Zoet en Bitter (27 april). Soms kan mijn poëzie wat abstract zijn. Toch denk ik dat mijn poëzie niet als hermetisch gekenschetst moet worden. Zoals ik in mijn reactie op de reactie van Ger schreef heeft Joris Lenstra een zeer duidelijk en leesbaar stuk voor Meander geschreven over wat hermetische poëzie is, wat de kenmerken zijn en hoe deze vorm van poëzie te (leren) waarderen. Dit stuk kun je hier lezen: https://meandermagazine.nl/2007/09/7-hermetische-pozie/

Tot slot een voorbeeld van hermetische poëzie van Hans Faverey. Met dank aan gedichten.nl

Zodat ik uitzie

.

Zodat ik uitzie

door het oog

van mijn naald

.
en sneeuwblind herken

de zwerfsteen,

sterfsteen onder

.
mijn tong: splinter

voor splinter

.
slaagt hij erin

niets te wegen,

niets voor te stellen.

.

Nieuw gedicht

Met vis op weg

.

De makreel ligt in

het midden

van de weg

.

op het fietspad

twee haringen, nieuwe

haringen

.

Daarnaast het voetpad

met een bokking

nee

een scholletje, een

gebakken scholletje

.

voor de paling

is dit keer

geen plaats gereserveerd

.