Site-archief
Poëzie festivals
Poëziefestival en Boerol
.
In juni en september zijn er in de gemeente Midden-Delfland (het kleine groene hart van Zuid Holland) twee leuke festivals waarop poëzie een grote rol speelt.
Allereerst is er op 24 en 25 juni het jaarlijkse Boerol festival. Naast activiteiten op het gebied van theater. kunst en muziek voor groot en klein is er ook aardig wat aandacht voor Poëzie. Een paar jaar geleden (2014) stond ik zelf al een keer in het programma met date een dichter en ik kan je vertellen dat het een erg leuk festival is op een mooie plek namelijk middenin de polder op het terrein van boerderij Het Kraaienest, vlakbij De Lier.
Dit jaar treden op de dichters Edwin de Voigt, Rik van Boeckel en Joz Knoop maar ook de groep Bender die poëtische liedjes brengt. Voor het complete programma kijk je op http://www.boerol.nl/programma/poezie/
Op 10 september volgt dan het Poëziefestival ‘Dichter bij de boerderij’ van het Christelijk Lyceum Delft (CLD) en ANV Vockestaert. Dit is een reizend festival langs diverse boerderijen en bij elke boerderij zijn gedichten te beluisteren. In het karakteristieke kerkje van ’t Woudt zijn er voordrachten van leerlingen van het CLD met zelf geschreven gedichten. De afstanden tussen de boerderijen zijn maximaal een kilometer en gemakkelijk te fietsen. De optredende dichters in de boerderijen zijn Tjitske Jansen, Hans Tentije, Ester Perquin, Marjolijn van Heemstra en Rodaan Al Galidi. De Entree bedraagt € 10,-
Lees meer over dit kleine maar fijne festival op http://www.vockestaert.nl/poezie-festival-dichter-boerderij-zaterdag-10-september-2016/ Als voorproefje een gedicht van Marjolijn van Heemstra.
.
Als Mozes had doorgevraagd Moest ik mijn land verlaten: ik zou blijven.
Stond mijn stad in brand: ik draaide om.
Moest ik mijn kind offeren: ik weigerde.
Zolang jij je niet laat kennen houd ik
benen op de grond, armen om het kind.
.
Mij scheep je bij geen bramenstruik af
met ‘ik ben die ik ben’, een kleine vlam, een donderstem.
Mozes was iemand van zijn tijd: dankbaar voor het leven,
bang om door te vragen en ook: een man,
die vragen niet zoveel.
.
Ik was blijven staan bij die struik tot je verscheen.
Geen smoesjes van doeken voor ogen omdat je straling te fel.
Mozes was brandgloed gewend, ik tl.
Kom maar op, zou ik zeggen. Zeg ik nu: Kom maar op.
Als niet Mozes, maar ik bij Horeb had gestaan ging het zo:
.
ik: Wie ben je?
jij: Ik ben die ik ben.
ik: Ik ook.
jij: Ja, jij ook.
.
Dan had ik je aangeraakt en jij mij.
Was de Bijbel geen boek, maar een omhelzing
.
Foto: Keke Keukelaar
“Nieuw gedicht”
Polder
.
Soms lees ik in mijn (nog altijd uitdijende) poëziearchief dingen terug en dan kom ik weleens een gedicht tegen waarvan ik vergeten was dat ik het ooit geschreven heb. Soms is dat een gedicht dat ik gebruikt heb bij een poëziewedstrijd en van andere weet ik eigenlijk niet eens waarom ik hun bestaan vergeten ben.
Onderstaand gedicht ‘Polder’ is zo’n gedicht. Ik weet dat het ruim drie jaar oud is (dus eigenlijk geen “Nieuw” gedicht) maar dat is dan ook alles.
.
Polder
De lucht ligt hier stil, roerloos
tussen het riet, niet gezien
door mensenogen
de waterjuffer kruipt op het blad
van een waterplant, waant zich ongezien
het land waait met de trekvogels mee
golvend als een groene zee
slechts onderbroken door bomen
en opdringend struikgewas
tijd bestaat hier uit kleuren
van blauwgrijze seconden tot
rood doortrokken uren
waar het licht de lengte van het gras bepaalt
gaan seizoenen voorbij,
volgen denkbeeldige wijzers
de energie van het land
.