Site-archief
Boedapest
Hans Tentije
.
Afgelopen week overleed schrijver, dichter en leerkracht Hans Tentije (1944-2023), pseudoniem van Johann Krämer. Tentije ontving meerdere prijzen voor zijn dichtbundels, zo won hij in 1979 zowel de Van der Hoogtprijs als de Herman Gorterprijs voor ‘Wat ze zei en andere gedichten’. Ook zijn bundel ‘Deze oogopslag’ werd in 2005 bekroond met de Guido Gezelleprijs van de stad Brugge. In 2017 werd de Constantijn Huygens-prijs aan hem toegekend voor zijn hele oeuvre. In 2023 ontving hij de Victorie oeuvreprijs van de Stichting Cultuurprijs regio Alkmaar.
Tentije debuteerde in 1975 met de bundel ‘Alles is er’. Zijn werk is herkenbaar door het cynisme dat doorklinkt in zijn gedichten, doordat de verwachtingen na de veelbelovende late jaren 60 niet ingelost werden en ook de avontuurlijke manier van leven was een thema in zijn poëzie. Vanaf 1985 stopte Tentije met lesgeven en wijdde hij zich aan het schrijven van poëzie (en een roman). In die 38 jaar die sindsdien zijn verstreken publiceerde Tentije maar liefst 19 boeken en bundels.
In 2015 kwam zijn bundel ‘Hoe het komt’ uit en in die bundel staat het gedicht ‘boedapest – újpestri Rakpart’. Voor wie Boedapest kent (en dan vooral het Boeda gedeelte) zal dit gedicht bekend voorkomen.
.
boedapest – újpestri Rakpart
.
Zo’n late namiddag, licht van mist
en druilerig onder de bomen –
.
haar hand raakt wanneer zij afdaalt naar de rivier
de leuning niet, maar terloops toch
een enkel blad van de zich rond de spijlen
slingerende, welige klimop
.
misschien neuriet zij ondertussen iets
als ‘Trauriger Sonntag’, dat zigeunerstrijkjes vandaag de dag
dikwijls spelen in restaurants
aan de overkant en ruikt de tamme kastanjes
die gepoft worden in de buurt
van de Margarethabrug naar Pest
.
stilte omgeeft de lanen, de kaden, alsof het innigste
zich met een waas van verlangen
heeft verweven, met bruidssluier, deze
voile van verlatenheid
.
en waar het water snel en ongeneeslijk flets voorbijstroomt
treedt zij je tegemoet, maakt haar haren los
en balanceert op één voet dan om een enkelbandje
te verschikken voor zij haar wandeling
voortzet en daarna al gauw opgaat in het wit –
.
het besmettelijkste wit dat er is
.
Dan
Waarvandaan
.
Hans Tentije (1944) is het pseudoniem van Johann Krämer. Deze dichter, schrijver en leerkracht ontving meerdere prijzen voor zijn werk. Zo ontving hij de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs, de Herman Gorterprijs, de Constantijn Huygens-prijs ( De jury prees Tentijes poëzie om zijn ‘trefzekere observatie, oog voor detail en rake typeringen van personages en landschappen.’), de Karel van Woestijneprijs en de Guido Gezelleprijs van de stad Brugge. Cynisme is een constante in het werk van deze, geboren Beverwijkse, dichter, maar in zijn latere werk is ook het avontuurlijk leven een thema.
Tentije debuteerde in 1975 met de bundel ‘Alles is er’ waarna meer dan 20 publicaties zouden volgen. En nu, in 2022 is er de bundel ‘Waarvandaan’. Marc Bruynseraede schrijft in zijn recensie van ‘Waarvandaan’ op de site van Meander : “De gedichten zijn geen afspiegeling van de werkelijkheid maar een verbeelde of ingebeelde werkelijkheid, hoe levensecht ze er ook uitziet. Het gaat hier om een werkelijkheid achter de werkelijkheid of een werkelijkheid met dubbele bodem.” Niet voor niets dus dat de clubkeuzebundel van poëzietijdschrift Awater deze maand ‘Waarvandaan’ is van Hans Tentije.
.
Dan
.
Hoe gebeurtenissen elkaar kunnen beïnvloeden
en zo vertekend raken, terwijl ze iemand
op het lijf geschreven leken voor ze zich ingroeven
diep vanbinnen –
.
als er een onuitputtelijk geheugen zou bestaan
waarin zelfs het minste of geringste terug te vinden was
afhankelijk van de situatie, lichtval
en stemmingen, zorgwekkende berichten
in het nieuws die dag
.
dan schiftte het afweervermogen
wat er zich voordeed, ontkende het of verdrong
al het pijnlijke, vernederende, ergste –
.
maar onberekenbaar is het vergeten
.
Rotterdams Kunstgesticht
Poetry International
.
Soms kom je iets tegen waarvan je eigenlijk het bestaan helemaal vergeten was. Dit gebeurde mij pas geleden toen ik een overvolle kast aan het leegruimen was. Achterin de kast kwam ik een uitgave tegen van het Rotterdams Kunstgesticht uit 1987. Een boek in een A3 formaat, gedrukt en uitgegeven ter gelegenheid van Poetry International 1987.
In dit fraaie boek zijn 4 Nederlandstalige gedichten van auteurs opgenomen die in dat jaar een bijdrage aan Poetry International leverde. Het zijn de dichters Hans Tentije, Harry ter Balkt, Stefan Hertmans en Geert van Istendael. De bijbehorende prenten zijn gemaakt door kunstenaars die zijn aangesloten bij het Rotterdams Kunstgesticht te weten Corinne Boureau, Michiel Brink, Gerard Immerzeel en Veronique Declerq.
Het boek werd in een oplage van 100 stuks gemaakt en ik bezit nummer 93. Van Hans Tentije is het gedicht ‘Schemeringen V’opgenomen.
.
Schemeringen V
.
Maar wat als in de nanacht
plotseling ’t schreeuwen van een pauw
over de tuinen gaat
en er niets veraf of belendende
is dat ’t opneemt
.
wanneer ’t lokkende, heser
nog terugkeert en zichzelf niet vindt
.
als er tussen verlatenheid en echo
geen andere speling meer bestaat, vlam van zee
de schemer is die wat hij vergroot heeft
blijvend ook omhult
.
en zo in alle vroegte ieder
aanbreken verdraagt –
.
ligt daar de stilte van ’t innerlijk?
.
Poëzie festivals
Poëziefestival en Boerol
.
In juni en september zijn er in de gemeente Midden-Delfland (het kleine groene hart van Zuid Holland) twee leuke festivals waarop poëzie een grote rol speelt.
Allereerst is er op 24 en 25 juni het jaarlijkse Boerol festival. Naast activiteiten op het gebied van theater. kunst en muziek voor groot en klein is er ook aardig wat aandacht voor Poëzie. Een paar jaar geleden (2014) stond ik zelf al een keer in het programma met date een dichter en ik kan je vertellen dat het een erg leuk festival is op een mooie plek namelijk middenin de polder op het terrein van boerderij Het Kraaienest, vlakbij De Lier.
Dit jaar treden op de dichters Edwin de Voigt, Rik van Boeckel en Joz Knoop maar ook de groep Bender die poëtische liedjes brengt. Voor het complete programma kijk je op http://www.boerol.nl/programma/poezie/
Op 10 september volgt dan het Poëziefestival ‘Dichter bij de boerderij’ van het Christelijk Lyceum Delft (CLD) en ANV Vockestaert. Dit is een reizend festival langs diverse boerderijen en bij elke boerderij zijn gedichten te beluisteren. In het karakteristieke kerkje van ’t Woudt zijn er voordrachten van leerlingen van het CLD met zelf geschreven gedichten. De afstanden tussen de boerderijen zijn maximaal een kilometer en gemakkelijk te fietsen. De optredende dichters in de boerderijen zijn Tjitske Jansen, Hans Tentije, Ester Perquin, Marjolijn van Heemstra en Rodaan Al Galidi. De Entree bedraagt € 10,-
Lees meer over dit kleine maar fijne festival op http://www.vockestaert.nl/poezie-festival-dichter-boerderij-zaterdag-10-september-2016/ Als voorproefje een gedicht van Marjolijn van Heemstra.
.
Als Mozes had doorgevraagd Moest ik mijn land verlaten: ik zou blijven.
Stond mijn stad in brand: ik draaide om.
Moest ik mijn kind offeren: ik weigerde.
Zolang jij je niet laat kennen houd ik
benen op de grond, armen om het kind.
.
Mij scheep je bij geen bramenstruik af
met ‘ik ben die ik ben’, een kleine vlam, een donderstem.
Mozes was iemand van zijn tijd: dankbaar voor het leven,
bang om door te vragen en ook: een man,
die vragen niet zoveel.
.
Ik was blijven staan bij die struik tot je verscheen.
Geen smoesjes van doeken voor ogen omdat je straling te fel.
Mozes was brandgloed gewend, ik tl.
Kom maar op, zou ik zeggen. Zeg ik nu: Kom maar op.
Als niet Mozes, maar ik bij Horeb had gestaan ging het zo:
.
ik: Wie ben je?
jij: Ik ben die ik ben.
ik: Ik ook.
jij: Ja, jij ook.
.
Dan had ik je aangeraakt en jij mij.
Was de Bijbel geen boek, maar een omhelzing
.
Foto: Keke Keukelaar
Hans Tentije
Verzamelbundel
.
Uit de verzamelbundel van Arie Boomsma “met dat hoofd gebeurt nog eens wat’ een gedicht van de dichter Hans Tentije. Voor mij was Tentije nog een onbekende dichter vandaar dat ik op zoek ging naar wat informatie over hem. En die heb ik gevonden.
Hans Tentije (1944, pseudoniem van Johann Krämer) werkte als docent Nederlands, maar wilde eigenlijk schrijver en dichter worden. De eerste gedichten die Tentije schreef hadden een politieke inslag. Eind jaren zestig heerste de gedachte onder jongeren dat alles zou veranderen. Toen dat niet gebeurde heerste er teleurstelling, een zeker cynisme. Dit cynisme kwam terug in Tentijes vroegere werk. Zijn latere gedichten benadrukken meer de avontuurlijke kant van het leven.
Oorspronkelijk uit de bundel ‘Uit zoveel duisternis’ uit 2006 een titelloos gedicht.
.
Jezelf het zwijgen opleggen, ernaar verlangend
niets meer te hoven zeggen, vanwege
het verwarrende, het onuitsprekelijke – opstaan en zonder echt
afscheid te nemen uit elkaar gaan, het ogenblik
waarop je het dorp verlaat, je wereld van herinneringen
met je meesleept, om je gezicht te begraven
in bont, in een wilde, onkambare vacht, op zoek
naar warmte, naar lijfgoed, naar liefde
en het schunnige daaronder, het leven valt niet te vermurwen-
je toekomst is al verleden, is pijn
die nooit overgaat maar toch is geweken
.
Foto: Marion Krämer
.
Meer informatie over Hans Tentije op: http://www.deharmonie.nl/auteur/auteurdetail.asp?id=63