Site-archief

Dichter over dichter

C. Buddingh’ en Jan Hanlo

.

Ik schrijf al jaren over dichters die gedichten schrijven voor en over andere dichters. Soms zijn dat hekeldichten, liefdesverklaringen of is het een in memoriam, en soms zijn het gedichten over vriendschap of beschrijvende gedichten. In welk onderdeel het gedicht dat C. Buddingh’ (1918-1985) schreef over Jan Hanlo (1912-1969) valt, daar twijfel ik nog over.

Ik denk dat Buddingh’ en Hanlo (generatiegenoten) een gedeelde interesse hadden in literatuur en (indirect) samenwerkten via literaire projecten en tijdschriften (Barbarber) en bloemlezingen. Zo nam Buddingh’ Jan Hanlo’s verhaal ‘Victor’ op in het Boekenweekgeschenk van 1975. Ook noemde Buddingh’ jan Hanlo een belangrijke vertegenwoordiger van een specifieke poëtische stroming in zijn kronieken.

Ook zijn er raakvlakken tussen de benadering van poëzie tussen de beide dichters. Zo hadden beide een voorkeur voor eenvoud en alledaagsheid in hun werk, wat typerend was voor de Zestigers. Dit blijkt ook uit het gedicht ‘Prinsjesdag’. Het gedicht is genomen uit de bundel ‘Gedichten 1938/1970’ uit 1971.

.

Prinsjesdag

.

Jan Hanlo was hier gisteren nog even.

Hij was naar Prinsjesdag geweest.

Dat doet hij elk jaar.

Een oud vrouwtje was buitengesloten

ergens in Den Haag,

terwijl de familie naar de optocht was.

Ze begon tegen Jan te praten, wat moest ze doen.

Jan heeft toen bij de buren gebeld en gevraagd

of ze een stoel voor haar hadden,

dan kon ze zolang buiten zitten.

Het was mooi weer. Ze deden het en later

bracht hij haar nog een rolletje King.

.

Wat zegt de anarchist in ons?

Arthur Lava

.

Dichter Arthur Lava (1955 – 2020) is het pseudoniem van Howard Krol, Arthur naar Rimbaud. Hij was in 1988 één van de initiatiefnemers van de groep dichters die zichzelf de Maximalen noemden, naar hun eerste bundel.  Deze dichters, streefden naar een soort poëzie waarin meer straatrumoer zou doorklinken. Zij keerden zich tegen de verstilde, ingekeerde en autonome poëzie van veel van hun voorgangers en eisten daarentegen een poëzie van het volle en eigentijdse leven. De belangrijkste andere vertegenwoordigers van de maximalen zijn Joost Zwagerman, Pieter Boskma en René Stoute. De Franse dichter Arthur Rimbaud was voor de meeste Maximalen het grote voorbeeld. In 1989, toen de meeste Maximalen het erover eens waren dat hun doel was bereikt, hief de groep zich op

In de bundel ‘Geweldige gedichten’ uit 2000 klinkt echter de geest van de Maximalen nog door. Lava en de grafisch ontwerper van de bundel Henrik Barends droegen deze bundel op aan  hun vriend Jos Knipscheer (1945-1997) die samen met zijn broer Franc uitgeverij In de Knipscheer oprichtte. Ook was Jos de man achter de Maximalen, hij bond de 11 individuele dichters samen tot één groep en gaf hen uit. Uit de bundel ‘Geweldige gedichten’ die afwisselend een rood en zwart binnenwerk heeft tot doel de attentiewaarde te verhogen, een vorm die eerder werd toegepast bij Franse poëzie-uitgaven uit de negentiende eeuw, koos ik het gedicht ‘Wat zegt de anarchist in ons?’. Zo vlak na Prinsjesdag leek me dat wel een toepasselijk gedicht.

.

Wat zegt de anarchist in ons?

.

Dank af het koningshuis,

Onttroon dat overbodige,

die kroon op de onnozelheid.

.

Zorg ervoor dat vadertje Staat

zijn veel te dure bijslaap

nu dan eindelijk versmaadt.

.

Op de keien! Aan de dijk!

Hang dat doorgesleten hermelijn

in de garderobe van het ongelijk.

.

Vlag ze af! Geef ze hun congé,

die veelverdieners der folklore.

Blaas de hoflucht uit de toren!

.

Jahaa, we richten de paleizen in

tot een vorstelijk proeflokaal

en geven de innerlijke stem des volks

een ronduit koninklijk onthaal.

.