Site-archief

Een vorm van vasthouden van

Shari Van Goethem

.

Op het raam van mijn huis staat sinds de Week van de Poëzie een weesgedicht van Shari Van Goethem (1988). Ik ken Shari al langer en ik vind dat ze heel mooie poëzie schrijft. In MUGzine #13 zijn gedichten van haar hand opgenomen en ik schreef op dit blog al eerder over haar. De nieuwe bundel van Shari Van Goethem ‘Een vorm van vasthouden’ die dit jaar verscheen is een soort poëtisch dagboek dat ze bijhield bij de geboorte en eerste levensjaar van haar derde kind.

Jeanine Hoedemakers schreef in haar recensie over deze bundel op Meander: “De dichter laat op overtuigende wijze zien hoe belangrijk de rol van poëzie is. Ik ben er allang van overtuigd dat poëzie onmisbaar is, maar als ik dat nog niet geweest was, dan had Shari Van Goethem me nu overtuigd. Met haar poëtische dagboek van een eerste levensjaar.” In deze ‘oefening in aandacht’ zoals op de kaft te lezen valt, worden de verschillende fasen van het in verwachting zijn en de geboorte van haar kind op een liefdevolle en poëtische manier beschreven.

Dat zou, in de handen van een andere dichter misschien, tot een vorm van getuigenispoëzie kunnen leiden. In de handen van Shari Van Goethem wordt dit een oefening in poëzie waarbij zij zelf het lijdend voorwerp is. Dat dit tot bijzondere poëzie leidt blijkt voor mij uit het gedicht dat ze op 18 juli schreef zonder titel.

.

er was eens een waterdier

het wist niet van de wolken

.

maar op een dag duwde

iets het de koude lucht in

.

die veel dunner omhelst

dan het warme water

.

niet meer dan een hand is

onder de buik van het waterdier

.

dat met de eerste hap naar

adem

.

is verleerd wat zwemmen is

.

18 juli

.

Adopteer een gedicht

Weesgedichten

.

Van Haarlem tot Den Haag, van Geleen tot Zutphen, van de Bollenstreek tot Soest en van Oud Beijerland, via Rotterdam tot aan Maassluis, in heel veel plaatsen in Nederland doen bibliotheken mee aan de pilot van Weesgedichten in Nederland. En hoewel de pilot eigenlijk alleen gericht was op Zuid Holland hebben toch een aantal bibliotheken in Nederland al de stap durven zetten om ook dit jaar al mee te doen.

Weesgedichten, bedacht en georganiseerd vanuit de Utopia, de bibliotheek van de gemeente Aalst in Vlaanderen, is daar inmiddels al een begrip. Midden in de Coronapandemie (januari 2021) besloot men dat men de Poëzieweek 2021 niet zomaar voorbij wilde laten gaan. Uit de gezamenlijke kokers van een paar Utopianen rolde de gedachte om weesgedichten te laten adopteren door eenieder die dat wou.

Tussen het idee en de uiteindelijke uitwerking lag een volledig onontgonnen pad. Uiteindelijk slaagden men erin om maar liefst honderd gedichten op evenveel ramen aan te brengen. Maar daar bleef het niet bij. Aangezien de website met de honderd weesgedichten in minder dan één uur volledig ‘uitverkocht’ was, begonnen mensen – individueel, maar ook een volledig buurtcomité – spontaan zelf gedichten op hun ramen aan te brengen.

In 2023 deden al 96 Vlaamse bibliotheken mee en werden maar liefst 3000 gedichten op ramen aangebracht, waarmee het het allergrootste (straat)poëzieproject van België ooit werd. En nu, voor de Poëzieweek 2024, is men de grens overgestoken (of eigenlijk zijn wij, de stichting De Zoek naar Schittering, de grens naar België overgestoken) om dit mooie project ook naar Nederland te halen.

Waar ik vorig jaar rond deze tijd mijn twijfel uitsprak over de Nederlandse inbreng in de Poëzieweek, heb ik nu weer veel vertrouwen in activiteiten en deelname in dit mooie project. Maar willen we het project volgend jaar landelijk kunnen uitrollen dan moet de pilot een succes worden. Ik spreek regelmatig mensen die Weesgedichten een warm hart toedragen maar met alleen een warm hart komen we er niet. We hebben adoptieouders (en dus ramen!) nodig.

Zelf heb ik in mijn bibliotheek en mijn woonplaats een raam beschikbaar gesteld en een gedicht geadopteerd. In mijn geval een gedicht van een Vlaamse dichter (als dank) die ik al langer ken, Shari Van Goethem. Maar als je haar als dichter niet kent (dat wordt dan wel tijd) zitten er in de lijst van aangeboden gedichten vast en zeker gedichten bij die je aanspreken of namen van dichters die je kent. Dus doe mee, zoek de gemeente op in de kaart, meld je aan en selecteer een gedicht. Fotootje van je raam erbij (als je een bericht krijgt dat je foto teveel MB heeft, maak dan via Whatsapp een foto en sla deze op in je foto’s, dan lukt het zeker) en binnenkort in de Poëzieweek prijkt er een gedicht op je raam. Het gedicht dat ik uitkoos van Shari Van Goethem wil ik hier alvast delen.

.

avond aan avond als de tijd zich terugtrekt

in een wilde bloem

luisteren we naar de zwarte kamer

.

het is genoeg

.

wanneer haar muziek te licht klinkt

steken we van de dag het vuur aan

het vlammetje is zuinig

.

toch is dat genoeg

.

Shall I shoot him, sir?

Maxim de Winter

.

In de kringloopwinkel kocht ik drie deeltje van de Aurea literaire kartons. Hoewel ik lang gezocht heb is er over deze reeks weinig bekend. Ze werden uitgegeven door A.W. Sijthoff in Leiden en mijn exemplaren zijn van 1966 en 1967. In de literaire kartons kwamen niet alleen poëzie bundels uit maar ook novellen, een korte roman en een essaybundel. Het merendeel was echter poëzie (6 van de 11 titels). Ik bezit ‘De transparante zee’ van Maxim de Winter, ‘Als de wind ophoudt’ van F.W. van Heerikhuizen en ‘Uit een volslagen duisternis’ van Arnold de Vos. De redactie is in alle gevallen gedaan door Bert Jansma, Jan-Willem Overeem, Jan van der Vegt en Ger van Wijck.

Alle bundels hebben een zelfde uiterlijk. sober met bovenaan de titel en auteur en onderaan een gouden cirkel. De bundeltjes hebben tussen de 45 en 47 pagina’s en zijn op de achterflap voorzien van enige informatie over de dichter. Zo is op de achterflap van ‘de transparante zee’ van Maxim de Winter te lezen:

“De gedichten van Maxim de Winter geven op een bijzondere wijze een ervaring van de werkelijkheid weer. Deze is voor hem uiterst veelomvattend en daardoor ook chaotisch. Dit weerspiegelt zich in zijn verzen. Zijn vaak gedurfde beelden heeft hij uit alle hoeken van het bestaan gehaald. hij heeft er de realiteit voor doorkruist in ruimte en tijd.”

Over de dichter is vermeld dat hij in 1945 is geboren (volgens de Nederlandse Poëzie Encyclopedie overleden in ca. 2012) en gedichten van zijn hand verschenen in ‘Vandaag’, ‘De Nieuwe Stem’, ‘Raam’ en ‘Contour’. Daarnaast was deze Groninger dichter ook vertaler en auteur van de bundel ‘Jezus leeft en woont op Venus’ over de Scientology-kerk en andere sekten uit 1974.

Uit het bundeltje ‘De transparante zee’ koos ik het gedicht ‘Shall I shoot him, sir?’.

.

Shall I shoot him, sir?

.

openliggend zwerf ik

stenen, beroep de modder

van een vlag

.

vitaal berust ik, ademloos graas

ik een legger van beton,

mijn longen komen korter,

mijn hart komt kleiner in mijn borst.

.

roeiend verdoemde zwanen, steel

ik kransen voor mijn banaliteit,

begrijp

een demonische slak,

een woord van kalksteen mijn

aanwezigheid

.

zwaarmoedig rijd ik, padden onder

mijn voeten,

zwarte rotsen van koud licht, breed

kanaal,

een ijsbreker baant de doortocht

voor mijn hemellichaam.

.

 

Santiago de Compostella

Gedichten langs de route

.

Edwin, een goede vriend van me, heeft zich voorgenomen om van zijn woonplaats in Nederland naar Santiago de Compostella te gaan fietsen. Op zichzelf snap ik dat wel, lopen is letterlijk een mijl op zeven en fietsend gaat het allemaal toch net even sneller. Van zijn reis maakt hij op http://www.edwin.nl een verslag. Ik lees zijn vorderingen om de paar dagen maar wat vooral leuk is voor mij (en in dit geval voor jullie lezers dus ook) is dat hij foto’s maakt van gedichten of poëzie die hij op zijn toch tegenkomt.

De eerste foto’s heb ik al van hem mogen ontvangen. De eerste foto is één van een zogenaamde dichtsteen die onderdeel uitmaakt van een verzameling van gedichten die Victor Willemse fotografeerde voor Kunst in Breda https://kunstinbreda.wordpress.com/diverse/gedichten/. Ook het gedicht op het raam maakt deel uit van deze serie. Het derde gedicht, of quote eigenlijk komt uit Antwerpen en behoort toe aan Frederik van Eeden als we de naam onder de regel mogen geloven. Wat vreemd is want als je de regel opzoekt blijkt deze uit Max Havelaar van Multatuli te komen. Het verschil zit hem in het woord ‘misschien’ dat Multatuli ervoor plaatste “Misschien is niet geheel waar, en zelfs dat niet”. Hoe dan ook, een regel met poëtische kracht.

.

Laat mij maar de zuivere leegte

het levende water

het lied van de zon

laat mij maar de boom boven mij

of er nooit iets gebeurt

Liefste Dreefse Hoogstratenaar

.

kan je goed zien waar je bent

hoe eigenlijk het hele land aan je voeten ligt

dat je het neusje van en de kers bent

zie je hoe alle wegen hier naar jou leiden

als eindpunt aan een horizon huizen en velden

een eigenaardig kleine noordpool – onbesneeuwd niet onbemind

.

Daan Jansen, stadsdichter

Niets is geheel waar, en zelfs dat niet

.

Frederik van Eeden

Poëzie in Zurenborg

Rutger Kopland

.

Afgelopen weekend was ik in Antwerpen en daar kwam ik, al wandelend door de wijk Zurenborg (aanrader voor als je van Art Neauveau architectuur houdt) een gedicht van Rutger Kopland tegen. Op een raam van een huis in de Transvaalstraat was in folie een gedicht van Rutger Kopland aangebracht. Wat zo aardig is aan deze regels, is dat ze uit het gedicht ‘Groningen’ komen maar blijkbaar inspirerend en bruikbaar genoeg om ook in andere steden van toepassing te zijn.

Het volledige gedicht uit de bundel ‘Dankzij de dingen’ uit 1989 luidt:

.

In Groningen

 

Je bent in Groningen, maar hier
ben je dat niet, dit is een onbekende
plek, dit is een gedicht in
deze stad.

Waarin je al die jaren kwam en
ging, door altijd zon, altijd regen,
altijd wind, totdat je hier
stond, en dit las.

Je kwam en gaat weer weg, ook nu.
Zo zal het blijven tussen ons, ik ben
een onbekende plek

.

Gedicht ´Nieuwsgierig´ op raam in bibliotheek

Bibliotheek Maassluis

In de bibliotheek van Maassluis is sinds vandaag een van mijn gedichten te lezen op het raam van het kantorengedeelte. Dit gedicht staat ook in mijn nieuwe bundel ´Zoals de wind in maart graven beroert´ die op 11 december wordt gepresenteerd in het witte kerkje in Maassluis (zie berichten hieronder).

De foto is van wat slechte kwaliteit. Ik ga kijken of ik een betere kan maken, of kom kijken in de bibliotheek van Maassluis.

Dit is de tekst van het gedicht.

 

Nieuwsgierig                        

De aard van dingen

en het nieuws

van vandaag

 

Maartse buien

na een zachte

westenwind

 

Verlangens naar

fantasieën op

papier

 

Een boekje voor

het bloeden

van je hart

 

Nieuwsgierig

naar je

dromen

 

Loop ik hier binnen

Gedichten op vreemde plekken

Deel 22: Gedicht op raam

.

Dit is een gedicht van Jaap Robben op het raam van de bibliotheek in Nijmegen.

.

Robben-1

 

Robben-2

 

Robben-3

.