Site-archief
Dorre lust
Luuk Gruwez
.
In 1996 verscheen van dichter Luuk Gruwez (1953) de bundel ‘Bandeloze gedichten’ een bloemlezing uit de poëzie van voor ‘Vuile manieren’ (een bundel uit 1994). In deze bloemlezing heeft Gruwez zelf een keuze gemaakt uit zijn gedichten tot 1994. In deze bloemlezing staan soms grondig herziene gedichten van deze Vlaamse dichter.
In de bundel ‘Bandeloze gedichten’ staat een gedicht ‘Aan een lezeres’, een gedicht dat ook is opgenomen in de verzamelbundel ‘Seks de daad in 69 gedichten’ samengesteld door Vrouwkje Tuinman en Ingmar Heytze uit 2001.
.
Aan een lezeres
.
Niets wil ik nalaten van het oneindige,
een klein legaat vol dorre lust,
zodat het onverhoopt is dat, nu jij dit leest,
je vingers gaan van knoop tot knoop.
.
Dan, enkel even, wil ik tot leven komen
in de bedreven hand van wie, mij overlevend,
haar spiegel enkel dit ontvreemdt:
het minst geringe van plezier.
.
Want enkel lust, een nutteloos beleg,
is het strategisch strelen van de woorden
rondom de rondingen van eigen letters.
-Zo wil ik dood nog kakelend bestaan
.
alsof ik een paar verzen leg,
geheel toevallig om de lieve leest
van een bevallige, allene, die mij leest,
zich verwarmend aan haar kippenvel.
.
Ereburger
Luuk Gruwez
.
Luuk Gruwez (1953) is een Vlaams dichter, essayist, columnist en prozaschrijver. In 1973 debuteerde hij met de bundel ‘Stofzuigergedichten’.
De poëzie van Gruwez wordt wel eens tot de neoromantiek gerekend, een stroming die als reactie op het nieuw-realisme van de jaren ’60 weer aandacht opeiste voor de grote gevoelens omtrent leven, liefde, ziekte, vergankelijkheid en dood. Bij Luuk Gruwez gaat deze vorm van romantiek altijd gepaard met een flinke portie (zelf)ironie. In zijn latere poëzie valt op dat de onderwerpkeuze breder wordt en de vorm meer verhalend.
Gruwez is een dierbaar ingezetene (geweest) van Deerlijk daar hij al in 2004 tot ereburger is benoemd (hij bracht er zijn jeugd door) en in 2011 ontving hij de culturele trofee van de gemeente als erkenning nadat hij in 2009 de Herman de Coninckprijs voor zijn gedicht ‘Moeders’ ontvangt. In 2009 schreef Gruwez het gedichtendag-essay ‘Pizza, peperkoek & andere geheimen’.
Van Luuk Gruwez het gedicht’Het troostconcours’ uit 1995 uit de bundel ‘Vuile manieren’.
.
Het troostconcours
.
Er werd een wedstrijd in troosten gehouden.
Eén bracht een zondag mee met gregoriaans.
een worgengel, een zoon van God
en drie heel knappe jonge priesters.
Een schip naar Paramaribo.
Gezoen achter een sleutelgat.
– Men geeuwde zeer voornaam en hij verloor.
Eén bracht er mee: een kindertijd
met voetzoekers en knalbonbons,
de geur van jute en van boenwas.
Zijn lang bewaarde eerste kies
en al zijn nederlagen in de liefde.
De mooiste ziektes, roem, de fraaiste graven.
– Het kon de jury niet bekoren.
O wat het allemaal niet deed:
een doedelzak, een hangbuikzwijn,
een heroïnehoer van vijftien jaar,
het hoofd van een gestorven meisje
met nog confetti in het haar.
En het plezier van obers voor hun dienblad
om zowat vijf voor middernacht.
Een laatste bracht er tranen mee en groot applaus,
een spraakgebrek, wat kippenvel, zichzelf.
Hij won, maar niemand weet waarom,
hij won en weende. Levenslang.
Met dank aan Wikipedia, Gedichten.nl en http://versindaba.co.za/






