Met meningen schrijf je geen goed gedicht
Remco Campert
.
Op de dag dat er in het Volkskrant Magazine een groot interview verschijnt met dichter/schrijver Remco Campert (1929) plaatst de Belgisch-Egyptische dichter Emad Fouad een stuk op mijn Facebook tijdlijn uit de Poëziekrant van juli/augustus 2019 van Virginie Platteau. Nu zul je je misschien afvragen wat deze twee zaken met elkaar te maken hebben? In het interview met Remco Campert in het Magazine vertelt hij:
” .. Maar ik ben nooit iemand geweest met heel uitgesproken meningen, ik vind dat je daar als schrijver je eigen manier voor hebt: je schrijft vanuit hoe je naar de wereld kijkt. Daar komt het dan wel in terecht. Dat heb ik altijd gehad. Ik heb een poos geleden die gedichten geschreven over Assad en zo, ik vond dat dat moest, het ging eigenlijk vanzelf. (in de bundel ‘Open ogen’ WvH.) Maar ik moet er niet te erg in betrokken zijn, geen heilige verontwaardiging, dat werkt allemaal niet. Met meningen schrijf je geen goed gedicht. Ik vind dat het genoeg is te constateren. het oordeel moet je aan anderen overlaten. ‘
Toen ik dit las had ik twee gedachten. allereerst: En al die dichters in gebieden waar onderdrukking heerst dan, die schrijven over die onderdrukking, is daar geen goede en oprecht mooie poëzie geschreven? Lees de gedichten in mijn categorie Dichter in verzet er op na. En mijn tweede gedachte was: ik denk dat Campert gelijk heeft. De mooiste gedichten van dichters in verzet zijn niet geschreven vanuit een heilige verontwaardiging, vanuit een activistische basis maar vanuit de wil om poëzie te schrijven over een belangrijk onderwerp, over onderdrukking, over verzet maar met ruimte voor de lezer om er zelf een mening over te hebben, en een oordeel over te kunnen vellen. Heel activistische poëzie lijdt te aan het zo belangrijk maken van het onderwerp dat het ten koste gaat van het poëtische gehalte van het gedicht.
Maar dan het artikel in de Poëziekrant van Virginie Platteau, zij schrijft onder andere: “zo wordt verwacht men van Palestijnse dichters haast automatisch dat hun poëzie een politieke lading heeft, Van zwarte artiesten in Europa is er de impliciete verwachting dat ze het over genocides zullen hebben, of over hun collectieve of individuele lijden. Eén ‘magische auteur’ moet dan als het ware een hele bevolkingsgroep en een groter verhaal representeren.”
Emad Fouad voegt hier in zijn post aan toe: “Cynisch genoeg zijn poëtische getuigenissen van lijdende vluchtelingen momenteel commercieel interessant. Ze worden soms doodgeknuffeld, van festival naar festival gehaald omdat hun verhaal zo schrijnend is. Sommige bundels worden in vertaling speciaal samengesteld ‘tot een doordachte eenheid gericht op de lage landen’, uitgevers pakken er expliciet mee uit.”.
Deze twee ‘meningen’, die van Campert en die van wat er blijkbaar tegenwoordig interessant is voor festivalorganisatoren en uitgevers liggen erg ver uiteen. Ik ben geneigd de mening van de oude meester te delen. Hoewel ik het emanciperende karakter van veel poëzie (en dat met name uit de genoemde groepen) zeker kan waarderen vind ook ik dat goede poëzie ‘vanzelf moet gaan’ zoals Campert het zo mooi omschrijft. Wanneer er te expliciet een onderwerp of probleem geadresseerd wordt gaat dit vaak ten koste van de poëtische vorm.
Dat dit ook heel goed samen kan gaan bewijst Sylvia Hubers in het gedicht ‘Gedicht voor de leiders van de wereld (ook de verkeerde) dat is opgenomen in de verzamelbundel ‘War on war’ met als ondertitel ‘gedichten geen bommen’ uit 2003, samengesteld en onder redactie van Harry Zevenbergen en Diann van Faassen.
.
Gedicht voor de leiders van de wereld
(ook de verkeerde)
.
Ontspan
Laat de gespannen spieren vieren
Ontspan
ontbal de vuist, maak de
Ogen rond, de mond verbaasd
En doe ook iets met de schouders
Ontspan
Urenlang
Ontspan de gedachten
Het strak gespan van oor tot oor
Waar cavaleriewagens rijden
Zet ze stil
Laat deze strijdwagens uit elkaar vallen
En bouw er invalidenwagens van
Ontspan
Laat armen en benen
Geen actie ondernemen
Tot zij geheel ontspannen zijn
Laat ze vallen laat ze vieren
En in je buik… bouw daar
Een vriendelijke kamer met sofa’s
Heerlijke zachte sofa’s
En ontvang daar, op die sofa’s
Iedereen die je haat
(Ontspan, Ontspan, Ontspan)
En praat dan met zijn allen
Over je moeders (je vaders)
Over je dochters (je zonen)
Over je vouwen (je mannen)
Vertel aan elkaar
Hoeveel je van hen houdt
En hoe graag je hen
Zou willen behouden
.
Geplaatst op 8 juli 2019, in Dichtbundels, Dichter in verzet, Favoriete dichters, Over Poëzie, Vlaamse dichters en getagd als 1929, 2003, activistisch, Assad, België, Belgisch-Egyptisch, betrokken, commercie, constateren, Diann van Faassen, dichtbundel, dichter, dichter in verzet, dichters, Emad Fouad, expliciet, gedicht, Gedicht voor de leiders van de wereld (ook de verkeerde), gedichten, gedichten geen bommen, gedichtenbundel, genocide, Harry Zevenbergen, juli/augustus 2019, meningen, onderdrukking, oordelen, Open ogen, Palestijnse dichters, poëtische getuigenissen, poëzie, poëziebundel, Poëziekrant, politiek, Remco Campert, samenstellers, Sylvia Hubers, verontwaardiging, Virginie Platteau, Vlaams dichter, Vlaanderen, Volkskrant magazine, War on war, zwarte dichters. Markeer de permalink als favoriet. 4 reacties.
Geachte heer Vanheiningen,
mag ik je hulp voor het begrijpen van het volgende gedicht:
Liefdewoorden
Slechts zij die de wereld verzaakten
Weten de woorden te vinden
Die ’t licht niet kunnen verdragen
Maar blindelings ’t innerlijk raken.
Wee hen! Zij staan in het leven
Als blinden in breede straten,
Maar beklagen nog hen die nooit minden,
Die zijn ziende maar zonder genade.
Jacob Slauerhoff
Enkele indrukken van mij:
– “zij die de wereld verzaakten” = geestelijken, paters, nonnen ?
– waarom kunnen hun woorden dan ’t licht niet verdragen ?
– waarom zijn “hen die nooit minden” te beklagen ?
– waarom “zonder genade” omdat er buiten het huwelijk “gemind wordt” ?
Heel hartelijk dank voor je hulp.
Jo
Beste Jo, als je de wereld verzaakt, zweer je die af (volgens de definitie) en degene die de wereld afzweren (de aardse wereld) zijn lijkt mij inderdaad de geestelijken. Maar waarom kunnen hun woorden het licht dan niet verdragen? Omdat ze blindelings het innerlijk raken? Blijkbaar houden ze die woorden dan voor zich. Met het licht niet verdragen bedoeld de dichter denk ik de gedachten, de gebeden, die niet uitgesproken worden maar in het innerlijk blijven, het persoonlijke ‘gesprek’ met god.
Dan de tweede strofe. Wee hen ze staan als blinden in breede straten. dat kan ik rijmen, het leven is zoveel meer dan alleen het innerlijke leven. Zij beklagen hen die minden (de niet geestelijken) want zij zijn ziende (aards) maar zonder genade (de genade gods vermoed ik).
Wat Slauerhoff hiermee wil zeggen denk ik, is dat geestelijken wel is waar buiten het aardse bestaan leven (in de zin dat ze niet minnen, zich niet voortplanten) maar dat heb daarvoor gods genade ten deel zal vallen. Ik weet niet of Slauerhoff een zeer religieus man was maar aan de hand van dit gedicht zou je dat denken.
Ik hoop dat je hiermee iets kan, hartelijke groet, Wouter
Pingback: Zwart Wit poëzie | ZICHTBAAR ALLEEN
Pingback: ZICHTBAAR ALLEEN