Site-archief
Terugkijken
Van Zeggelen en Uilenspiegel
.
Afgelopen vrijdag was de negende editie van Dichter bij de Dood, een bijzonder evenement met dichters en troubadours. Normaal gesproken is dit evenement op 2 november (Allerzielen), de dag dat de doden herdacht worden, maar dit jaar was het, door omstandigheden, op 1 november (Allerheiligen). Ook dit jaar was begraafplaats Oud Eik en Duinen onze gastheer en de medewerkers zorgden weer uitstekend voor de dichters en de bezoekers.
Op de begraafplaats werd, zoals ook de afgelopen jaren, een route uitgezet in de buurt van de Aula (waar regelmatig poëziemiddagen worden georganiseerd door Dichter bij de Dood en poëziestichting Ongehoord!) waar middels fakkels de bezoekers langs de deelnemende dichters werden geleid. En in tegenstelling tot vorig jaar toen het koud en stormachtig weer was, was het dit jaar droog en niet al te koud.
Dat was te merken aan het aantal bezoekers. Meer dan 150 mensen namen de moeite om langs de dichters te lopen om de gedichten of liederen te beluisteren en wat meer informatie te krijgen over de bekende mensen waarover geschreven was. Zelf had ik dit jaar voor Willem van Zeggelen (1811-1879) gekozen. Deze dichter is vrijwel vergeten, behalve misschien nog door mensen die op de Van Zeggelenlaan in Den Haag wonen. En dat is niet terecht. In zijn tijd was van Zeggelen een bekend en zeer gewaardeerd dichter die de verhalen van Tijl Uilenspiegel berijmde.
Omdat in de tijd waarin van Zeggelen leefde de dichtkunst gebogen ging onder een brommerige serieuze preektoon, was van Zeggelen een verademing. Hij schreef in het begin van zijn dichterschap ook dit soort gedichten (die hij later misbaksels noemde) maar stapte later over op een meer komische toon. Hij schreef verzen met humor en publiceerde dichtbundels met titels als ‘Lach en luim’ (1864) en ‘Vrolijke schetsen’ (1853).
Over deze bijzondere dichter schreef ik het gedicht ‘Willem van Zeggelen’ dat ook terug te vinden is in het bundeltje ‘In het licht’ dat alle bezoekers op deze avond gratis aangeboden kregen. In deze bundel alle gedichten en bij elk gedicht een prachtige tekening van Geert Snijders. Ik heb mijn gedicht iets aangepast, je kan het hieronder lezen. En ik heb een paar sfeerfoto’s van de avond zelf toegevoegd van mijzelf en van Hanco van Geest. Op een van de foto’s staat Simon Mulder, deelnemend dichter, waarvan opnamen gemaakt werden voor een documentaire over de dichter P.C. Boutens (1870-1943) die begraven ligt op de begraafplaats.
.
Willem van Zeggelen
Het was de taal van Uilenspiegel, een lach om de
mond, een vrolijk gegeven vol streken en anekdoten,
grappen en grollen. Licht vermaak in
een serieus leven. Geen brommerige preek-
toon, geen opgeheven vingertje, Het leven moest
gevierd, langs omwegen en middels verhalen.
De bombast voorbij, het sentiment begraven;
misbaksels van taal en opvoeding. Vanaf dan nog
slechts de vreugde van een schelm uit een ver
verleden. De streken van zijn penseel in de vorm
van woorden als bron van vermaak, een sprankeling
van kwikzilverige verhalen.
.
Weemoed op het schip
Pavel Katenin
.
De Russische classicistische dichter , toneelschrijver en literair criticus die ook heeft bijgedragen aan de evolutie van de Russische romantiek Pavel Aleksandrovich Katenin (1792 – 1853) was een fervent theaterbezoeker die Shakespeare afkeurde als vulgair en obscuur en Corneille en Racine bewonderde vanwege hun nobele dictie en helderheid. Katenin was van adel en hij onderscheidde zich in de oorlog tegen Napoleon, maar hij werd het leger uitgeschopt vanwege zijn liberale opvattingen.
Vanaf 1827 trok hij zich terug op zijn landgoed. Katenin debuteerde in 1810 waar hij zich ontwikkelde tot een gewaardeerd dichter en criticus. Katenins vroege ballades hadden een merkbare invloed op de Russische ballades van Poesjkin, die Katenin hoog in het vaandel had staan en bijna de enige was die recht deed aan zijn poëzie. In zijn latere werk werd Katenin overdreven archaïsch en brak hij uiteindelijk met de smaak van de dag. Bij alles wat hij deed, was hij een echte meester in techniek, maar het ontbrak hem aan het creatieve vuur dat alleen infecteert en aantrekt. In een vertaling van Peter Zeeman uit ‘Spiegel van de Russische poëzie’ het gedicht ‘Weemoed op het schip’.
.
Weemoed op het schip
.
De wind waait uit het noorden, en het zware anker
Ketent ons zeilschip aan de bodem van de zee.
De uren lijken stil te staan, de dag duurt langer.
Ik voel met treurig, triest, het zit vandaag niet mee.
.
De vreugdevolle tijd van troost moest snel weer wijken:
De dood, die ongenode gast, sloeg alles neer;
Mijn hart lijkt bijna onder kommer te bezwijken:
Hoe stelt een riethalm tegen stormen zich teweer.
.
Zo’n drie jaar lang heb ik met ’s levens storm gevochten,
Al drie jaar heb ik mijn gelieven niet gezien.
Het weer is slecht, en dat begon al in de ochtend:
Ga draaien, wind! Of vind je dat ik dit verdien?
.
Als ik mijn moeder en mijn vrienden mag omarmen
Zal ik misschien opnieuw weer zielsgelukkig zijn.
Verkil niet, vurig hart, laat hoop je weer verwarmen,
Kijk uit, onstuimige, en doe jezelf geen pijn.
.
Muzen almanak
Vergeet mij niet
.
In de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw heb ik een tijdje oude boekjes gespaard. Of gespaard, als ik een mooi oud boekje tegenkwam kocht ik die en die heb ik altijd bewaard. Omdat ze vrij hoog in mijn boekenkast staan bekijk ik ze niet dagelijks (eigenlijk bijna nooit) en dat is jammer want vandaag besloot ik dat wel te doen en wat bleek? Tussen oude boekjes over ‘100 jaar Diergaarde Blijdorp’ en ‘Tijl Uilenspiegel’ stond een mooi klein boekje met gedichten! Het is de ‘Muzen almanak’ 35e jaargang uit 1853 met als titel op de franse titelpagina ‘Vergeet mij niet’. Uitgegeven door ene Laarman.
Op de eerste pagina’s staat te lezen: Aan hare majesteit de koningin-moeder der Nederlanden wordt dit jaarboekje met verschuldigde hoogachting eerbiedig opgedragen door harer majesteits onderdanigen dienaar J. H. Laarman. Kom daar nog maar eens om tegenwoordig.
In dit bundeltje staan gedichten van onder andere Dr. Nicolaas Beets, Mr. J. van Lennep (de Heer van Burleigh), H.J. Schimmel en F.J. Blieck (en nog zo’n kleine 30 dichters waar ik nog nooit van gehoord heb). Een aantal gedichten zijn geïllustreerd ‘met eenen plaat’. Dit zijn prachtige gedetailleerde etsjes (?) of andere grafische afbeeldingen die bij het gedicht passen.
Daar heb ik er dan ook één van gekozen namelijk ‘Het jagertje van Verschuur’ Een liedje bij een plaatje door E. Wie deze E. is wordt verder niet uit de doeken gedaan en ik heb het ook niet kunnen vinden.
,
Het jagertje van Verschuur.
.
Stout jager! als ik vragen mag,
Wat jaagt ge hier toch elken dag?
’t En is niet om ’t patrijsken:
’t Is om een eedler hoen
Te doen:
’t Is wel om Mulders Lijsken,
Dat gij zo draaft door ’t groen.
.
Stout jager! als ik zeggen mag,
Gij zijt van ’t echte jagers-slag;
Maar, viert ge ook toom en teugels,
’t Wild danst al even vrij
Voorbij:
De deugd geeft Lijsken vleugels,
Die vlugger zijt dan gij!
.
Stout jager! als ik raden mag,
Hijsch dan de wirtte vredevlag,
Zoek ’t hoentje op uw voeten;
Werp strik en moordgeweer
Ter neêr:
Als vrouw zal Lijske’ u groeten,
Als dienstmaagd–nimmer meer!
.














