Site-archief

Adopteer een gedicht

Weesgedichten

.

Van Haarlem tot Den Haag, van Geleen tot Zutphen, van de Bollenstreek tot Soest en van Oud Beijerland, via Rotterdam tot aan Maassluis, in heel veel plaatsen in Nederland doen bibliotheken mee aan de pilot van Weesgedichten in Nederland. En hoewel de pilot eigenlijk alleen gericht was op Zuid Holland hebben toch een aantal bibliotheken in Nederland al de stap durven zetten om ook dit jaar al mee te doen.

Weesgedichten, bedacht en georganiseerd vanuit de Utopia, de bibliotheek van de gemeente Aalst in Vlaanderen, is daar inmiddels al een begrip. Midden in de Coronapandemie (januari 2021) besloot men dat men de Poëzieweek 2021 niet zomaar voorbij wilde laten gaan. Uit de gezamenlijke kokers van een paar Utopianen rolde de gedachte om weesgedichten te laten adopteren door eenieder die dat wou.

Tussen het idee en de uiteindelijke uitwerking lag een volledig onontgonnen pad. Uiteindelijk slaagden men erin om maar liefst honderd gedichten op evenveel ramen aan te brengen. Maar daar bleef het niet bij. Aangezien de website met de honderd weesgedichten in minder dan één uur volledig ‘uitverkocht’ was, begonnen mensen – individueel, maar ook een volledig buurtcomité – spontaan zelf gedichten op hun ramen aan te brengen.

In 2023 deden al 96 Vlaamse bibliotheken mee en werden maar liefst 3000 gedichten op ramen aangebracht, waarmee het het allergrootste (straat)poëzieproject van België ooit werd. En nu, voor de Poëzieweek 2024, is men de grens overgestoken (of eigenlijk zijn wij, de stichting De Zoek naar Schittering, de grens naar België overgestoken) om dit mooie project ook naar Nederland te halen.

Waar ik vorig jaar rond deze tijd mijn twijfel uitsprak over de Nederlandse inbreng in de Poëzieweek, heb ik nu weer veel vertrouwen in activiteiten en deelname in dit mooie project. Maar willen we het project volgend jaar landelijk kunnen uitrollen dan moet de pilot een succes worden. Ik spreek regelmatig mensen die Weesgedichten een warm hart toedragen maar met alleen een warm hart komen we er niet. We hebben adoptieouders (en dus ramen!) nodig.

Zelf heb ik in mijn bibliotheek en mijn woonplaats een raam beschikbaar gesteld en een gedicht geadopteerd. In mijn geval een gedicht van een Vlaamse dichter (als dank) die ik al langer ken, Shari Van Goethem. Maar als je haar als dichter niet kent (dat wordt dan wel tijd) zitten er in de lijst van aangeboden gedichten vast en zeker gedichten bij die je aanspreken of namen van dichters die je kent. Dus doe mee, zoek de gemeente op in de kaart, meld je aan en selecteer een gedicht. Fotootje van je raam erbij (als je een bericht krijgt dat je foto teveel MB heeft, maak dan via Whatsapp een foto en sla deze op in je foto’s, dan lukt het zeker) en binnenkort in de Poëzieweek prijkt er een gedicht op je raam. Het gedicht dat ik uitkoos van Shari Van Goethem wil ik hier alvast delen.

.

avond aan avond als de tijd zich terugtrekt

in een wilde bloem

luisteren we naar de zwarte kamer

.

het is genoeg

.

wanneer haar muziek te licht klinkt

steken we van de dag het vuur aan

het vlammetje is zuinig

.

toch is dat genoeg

.

Afzetten

Anne van den Dool

.

Met enige regelmaat maak ik het mee dat collega’s zich verwonderen over het feit dat ik naast mijn werk ook dichter ben en me veel met poëzie bezig hou. Diezelfde verwondering heb ik wanneer ik hoor dat een collega actief is als dichter. Zo schreef ik al over Mirjam Noach, polderdichter van de Haarlemmermeer, Gino van Weenen en Meliza de Vries. Allemaal collega’s in het bibliotheekvak. Sinds een paar dagen is daar een nieuwe naam aan toe te voegen: Anne van den Dool.

In ‘bibliotheekblad’ (vakblad voor de openbare bibliotheek) stond een artikel over jonge bibliothecarissen en één daarvan is Anne van de Dool (1993). Zij is collectiespecialist bij de bibliotheek Bollenstreek maar voor deze blog belangrijker, ze schrijft proza, recensies en poëzie. Daarnaast is ze actief als docent van De Schrijfschool (waar nog een aantal dichters actief zijn zag ik).

Anne van den Dool studeerde Film- en Literatuurwetenschap en Neerlandistiek aan de universiteit van Leiden. In 2014 debuteerde ze met de roman ‘Achterland’ bij uitgeverij Querido. Ze schreef voor nrc.next, Tirade en DW B (Het literaire tijdschrift DW B is een creatief laboratorium voor literatuur en de kruisbestuiving met beeldende kunst, fotografie, architectuur, theater). Het gedicht ‘Afzetten’ werd in 2017 op http://www.dwbarchief.be gepubliceerd.

.

Afzetten

.

Je afzetten doe je nooit in

stapjes maar altijd met het

felle wegtrekken van iemand die zich

wegduwt van de zijwand van een zwembad,

handen die zich nog even

om de richel verkrampen en dan loslaten,

golfslagsnel over de wegwijsstrepen van het diepe.

.

In de zomer leken alle meisjeslichamen zich opeens tegen

hun springplankachtige kinderlijkheid te hebben afgezet:

ze vervormden zich als

bladerdeeg dat ombolt in de oven,

en ik vroeg me af of mijn juli dan

zoveel kouder was geweest dan de hunne,

of ik te veel in het koele water had gelegen,

uit te veel meel en te weinig bloem bestond –

.

en ik zou mezelf oprekken in

kleedhokjes zonder noemenswaardige deuren,

mijn armen langer strijken, mijn billen boller knijpen,

want wat je aandacht geeft

groeit, zo gold dat althans voor planten

en alles wat in je hoofd vlinderslaat.

.

De meisjes keken elkaar aan tijdens hun borstslag en tuurden hoe ik mezelf

lossig had vast gewreven, mislukt, duidelijk,

extra plakjes bladerdeeg die niet meer in de vorm pasten,

en ik moest mezelf wijsmaken dat

iedereen in dit zwembad zich vast zo voelde:

.

als gladde tegels die je handen loslaten

voordat je voet zich

afzetten kan.

.