Site-archief
Harp en meeuwen
(bijna) vergeten dichter
.
Dichter Nico Verhoeven (1925-1974) is niet zo bekend bij het grote publiek. Hij debuteerde in 1946 met de bundel ‘Voorbijgang’. In 1968 verscheen zijn laatste bundel samen met Wim Zaal, in een oplage van 100 stuks getiteld ‘Elpénor’. Als dichter werkte hij mee aan kleine en zelfopgerichte bladen zoals De Bries, Were Di, De Spiegel en Stem. Vanaf maart 1947 was hij redacteur van Het Woord. In 1946, 1950 en 1953 verscheen zijn werk in uitgaven van experimentele poëzie van de Bezige Bij. Uit deze laatste bundel nam ik het gedicht ‘Nocturne voor harp en meeuwen’.
.
Nocturne voor harp en meeuwen
.
De meeuwen en de maan zijn in een baai gaan slapen,
zo moe en mateloos als meisjes slapen gaan
nadat zij voor het raam in lijdzame gebaren
aan man en maan en meeuwen hebben blootgestaan;
.
zij hurken in een schoot van blind en blatend heimwee
en strekken zich vergeefs binnen hun lichaam uit
en huiveren van vuur dat laaien kan noch doven
en reiken naar een hand onder hun opperhuid
.
en drijven in het riet als onbemande schuitjes
en sterven met het tij dat langzaam uit hen ebt
en voelen hoe een hand hen zacht in slaap laat raken
en hoe een stroom van licht zich door hun lichaam
rept.
.
De spiegel
Laatste maal dichter van de maand
.
Vandaag is Toon Tellegen voor het laatst dichter van de maand want het is de laatste zondag van oktober. Zoals al aangekondigd zal de in oktober overleden dichter Derrel Niemeijer, als eerbetoon, in november dichter van de maand zijn. Nu dus nog eenmaal een gedicht van Toon Tellegen. Uit de bundel ‘De andere ridders’ uit 1984 heb ik gekozen voor ‘de spiegel’ zo’n typisch Tellegen gedicht waarin je, na zorgvuldige lezing, zoveel meer leest dan er op het eerste oog staat geschreven.
.
De spiegel
.
Er hing een spiegel boven het water.
De zwemmer keek omhoog
en zag zichzelf daar zwemmen in het glinsterende water,
hij zag hoe kalm hij zich bewoog.
De lucht was blauw
en de spiegel zweefde allengs naar de verte, weerkaatste
nog een waterlelie
en verdween.
De zwemmer zwom ontroostbaar verder
zo zonder spiegel zwom hij nergens heen.
.





