Site-archief

Hoop, geloof en liefde, een recensie

Derrel Niemeijer

.

Vorig jaar in december schreef ik een recensie van de bundel van Derrel Niemeijer met de veelzeggende titel ‘Krankzinnig aangedicht’. Ik schreef toen dat de bundel op mij overkwam als een geordende chaos en dat de poëzie van Niemeijer me deed denken aan de poëzie van Johnny the selfkicker. Onbegrijpbaar en ongrijpbaar met de neiging om na lezing van elk gedicht meteen tot herlezing over te gaan om er iets van te begrijpen. Ook schreef ik toen over de opmaak van de bundel, schreeuwerig en vol hoofdletters, uitroeptekens en punten en komma’s. Ondanks de interpunctie, de slordige opzet en het schreeuwerige karakter van de bundel was ik ervan gecharmeerd.

Derrel, door Von Solo ‘een levende icoon van de Neo beatniks’ genoemd lijkt in zijn nieuwste bundel wat tot rust gekomen. Lijkt, want in zijn poëzie is Derrel niet of nauwelijks veranderd. In de afwerking van de bundel is wel veel veranderd. Zo staan de gedichten op een normale bladspiegelverdeling, de vele dik gedrukte leestekens zijn achterwege gebleven, en de bundel heeft een rustig voorkomen. De afbeelding op de voorkant vind ik persoonlijk wat fletst en dat in combinatie met het lichte blauw en de titel doet een heel andere soort poëzie vermoeden. Ook de gekozen centrering van de gedichten in het midden van de bladzijden zou niet mijn keus geweest zijn maar al met al is ‘the look and feel’ van deze bundel professioneel.

Dan de inhoud, tenslotte gaat het om de gedichten. Bij veel gedichten overkomt mij hetzelfde als bij het lezen van ‘Krankzinnig aangedicht’, na lezing schud ik mijn hoofd, denk ik: “Waar gaat het eigenlijk over” en vervolgens lees ik het opnieuw. In de meeste gevallen komt na een tweede lezing het besef dat Derrel er vast iets mee heeft bedoeld dat ik er niet uit haal en dat wat ik er in lees vast niet zo door Derrel bedoeld is. En is dat niet precies waar poëzie over gaat.

Opnieuw soms zinsconstructies die wat krom zijn (bijvoorbeeld uit Ze is nu zo sterk: ‘om haar echt te waarnemen’ in plaats van ‘om haar echt waar te nemen’. Het gebruik van de ‘/ ‘ zoals in Masker: ‘als reflectie van/voor , wie/wat ik ben’ en in Achter de muur:  “Mijn leven behoud/behoed ik” . Maar ook de omkering van woorden die daardoor iets surrealistisch krijgen zoals in hetzelfde gedicht: ‘De Dood houd ik buiten. / Buiten houd ik De Dood. / Ik houd De Dood buiten.’

Tel daarbij de vele typisch Derreliaanse visuele ‘grapjes’ zoals in Verslikken: ‘over: *De liefde / *Je liefde/ *Liefde m.b.t./ *Liefde t.a.v./ *Liefde voor”

Komen we veel meer te weten over de mens Derrel? Wie goed leest en een beetje weet hoe stormachtig het leven van Derrel zich heeft ontwikkeld kan zich er een voorstelling van maken. Voor de neutrale lezer doemt een beeld op van een soms getormenteerde dichter, dan weer een ouwe romanticus en zelfs af en toe een sentimentele schrijver.

Voor ieder wat wils lijkt me. Een voorbeeld van het laatste in het gedicht ‘Ik houd van je’.

.

Ik houd van je

.

Hij is dichter

ik ben juist opener

sinds ik schrijf.

.

Soms schrijf ik vijf dingen

en soms op een dag

nog eens vijf.

.

Al die kraaienpoten

waren oefeningen.

.

Ik heb geleerd

Met minder woorden,

zeg je meer!

.

Vier woorden zijn genoeg!

.

derrel-250x370

 

Uitgeverij Heimdall is een betrekkelijk nieuwe uitgeverij van uitgever Hub Dohmen. Heimdall geeft naast poëzie vooral non-fictie uit.

 

Magisch Zomerpodium

Ongehoord!

.

Wat is dat toch met het Zomerpodium van Ongehoord! in de Jacobustuin? Is het de Jacobustuin, een oase van rust in het drukste stukje Rotterdam? Zijn het de dichters die zich juist in zo’n ambiance van hun beste kant laten zien? Is het de muziek die buiten zoveel anders klinkt dan binnen? Is het de ontspannen zit in het zonnetje met een drankje en een hapje? Of is het juist de combinatie van al deze dingen?

Wat het is is het, maar wederom kan ik constateren dat het Zomerpodium in de Jacobustuin magisch was. De dag begon wat fris maar met de zekerheid dat het droog zou blijven stonden om klokslag 1 uur de eerste mensen al voor de tuin te wachten tot ie open ging. Thijs Paffen met de geluidsinstallatie, de eerste dichter, Jan de Koning met de sleutel van de binnentuin en ondergetekende.

Een uurtje om alles op te bouwen, klaar te zetten, koffie,thee, stoelen, geluid en we zijn er klaar voor. Al snel loopt de tuin vol met geïnteresseerden, sommige met nog een lange nacht Poetry International achter de kiezen, anderen van buiten Rotterdam en natuurlijk veel Rotterdammers.

Na een openingswoord van Peter de Knegt, voorzitter van stichting Ongehoord! met een kort gedicht is het de beurt aan Arthur van der Elst, geboren Rotterdammer maar geen Rotterdamse dichter volgens eigen zeggen. Aan zijn tongval zou je het niet zeggen overigens. Poëzie met spot, humor en dubbele bodems maar ook mooie poëzie die even tot nadenken aanzet.

Na Arthur vanuit Eindhoven nam Wen van der Schaaf plaats achter de microfoon. Hoewel niet groot van gestalte greep ze haar publiek vast en liet dat niet meer los tot na het laatste gedicht. Persoonlijke poëzie in mooie zinnen met een performance die in alle eenvoud enthousiasmeert.

Peter W.J. Brouwer en Michael Abspoel ( u weet wel, de stem van Man bijt hond) brachten in drie delen hun bijzondere hommage aan chansonnier Jacques Brel. Met persoonlijke teksten over de invloed van Brel op hun leven en liedjes van Brel. Michael op zang begeleidt door Peter op afwisselend accordeon en elektrische piano.

In de pauze was er volop gelegenheid om oude bekenden weer eens te spreken, de dichters en muzikanten te complimenteren, een dichtbundel te kopen, contacten te leggen of gewoon met een hapje en een drankje te genieten van de omgeving en het zonnetje.

Na de pauze bereikte me het bericht dat Ibunda door persoonlijke omstandigheden helaas niet kon komen. Omdat er al veel dichters zich hadden opgegeven voor het open podium kwam er daardoor wat meer tijd vrij voor hen. Maar eerst was het tijd voor Von Solo. Daags voor het Zomerpodium nog één van de dichters die de nieuwe bundel ‘Wij dragen Rotterdam’ van mijn uitgeverij MUGbooks gepresenteerd zag worden en hier dus solo. Von Solo weet als geen ander met zijn sprankelende performance zijn publiek te boeien. Met zijn zoontje, die in het kader van Vaderdag zelf een gedichtje mocht voordragen, en daarna helemaal solo bespeelde Von Solo met name de dames in het publiek met zijn olijke oogopslag en zijn doeltreffende poëzie. Uit ‘Wij dragen Rotterdam’ droeg Von Solo het gedicht ‘Holy’ voor en inderdaad, dat was het.

Na de tweede set van Peter W.J. Brouwer en Michael Abspoel was het tijd voor Erwin Troost. Na het uitgeven van zijn debuutroman ‘De zoektocht naar mijn ongelijk’ was dit zijn eerste publieke optreden na zijn vrijwillige terugtrekking uit het literair landschap. Ongehoord! was er blij mee. Erwin deed zijn ding zoals alleen Erwin dat kan en zijn voordracht over zijn teddybeer zal velen nog lang in het geheugen blijven.

Op het open podium waren maar liefst 10 dichters te genieten. In volgorde van opkomst: Wilma Blanken, Dineke Ypeij, Frank Vingerhoets, Rob Hilz, Rotterdamse Keet (ook met gedichten uit ‘Wij dragen Rotterdam’), Rieneke Minderman, Derrel Niemeijer, Irene Siekman, Madeleine van der Velde en Renato.

Tot slot kwamen Peter W.J. Brouwer en Michael Abspoel voor hun laatste set (inclusief toegift) over Jacques Brel aan de beurt. Het voltallig publiek (over de hele middag ruim 100 mensen) bleef massaal zitten en luisteren en beëindigde deze zeer geslaagde middag met een ovationeel applaus waarna het nog lang gezellig bleef.

.

tuin9

Arthur van der Elst

tuin10

Wen van der Schaaf

tuin11

Peter W.J. Brouwer en Michael Abspoel

tuin5

Von Solo (solo)

tuin4

Von Solo (met kids)

tuin3

Pauzetafereel

tuin1

Pauzetafereel

tuin7

Erwin Troost

tuin8

Vanaf de dichters gezien

Krankzinnig Aangedicht!!!!!

Poging tot een recensie

.

Na de bundeltjes van Nancy Meelens nu een poging tot recensie van de nieuwe bundel van het fenomeen Derrel Niemeijer, of zoals Von Solo in zijn voorwoord schrijft, Derrel is een beweging, volkomen irrationeel en wars van modieuze normen en waarden.

Dat kan ik alleen maar onderschrijven. De poëzie van Derrel laat zich het best beschrijven als een krankzinnig geordende chaos. En voor jullie nu denken dat ik dit als een negatieve connotatie gebruik, het tegendeel is waar. Derrel is in zijn poëzie zo anders, zo volkomen buitenissig soms dat bij lezing van vrijwel elk gedicht ik de neiging had om na lezing opnieuw te beginnen om te kijken of ik het wel goed gelezen had. Von Solo noemt hem een levend icoon van de Neo beatniks en misschien valt hij daarmee nog wel het best te vergelijken.

Als ik Derrels poëzie lees moet ik steeds onwillekeurig denken aan Johnny the selfkicker. Soms volledig onbegrijpbaar en ongrijpbaar: Ik ben de winst / van “Pritt”/ Al die vrouwen / een verslaving / een verslaving / er bij door /  al die ‘Aldi’ / vrouwen.

Dan weer heel breekbaar en lief: 2 harten kloppen gezamenlijk als 1 / want 2 is 1 net als onze gedachten / sterker door elkander. We sterken ons.

Al met al een bundel die werkelijk alle kanten opvliegt, die geniale vondsten vast ketent aan platitudes maar die nergens verveelt, die nergens irriteert. Zoals Derrel is zo is zijn poëzie, ik denk dat je het geheel zo het beste beschrijft. Degene die Derrel kennen weten dan genoeg.

Evenals bij de bundels van Nancy ben ik persoonlijk niet zo dol op al die uitroeptekens!!!, DE HOOFDLETTERS en de interpunctie die nogal rammelt en de opmaak van de pagina’s maar hieruit blijkt dat ons liefdespaar ook hierin als 1 optrekt.

Ik ben blij dat ik de bundel gekocht heb, het lezen ervan brengt mij veel plezier, doet me glimlachen en zet me op verkeerde benen.

.

De Sporter

.

Zwemmen is funnieeeeeeeee.

Schaken is goed voor

je hersens.

Fietsen weldaad

voor beenspieren.

.

Zei tegen haar:

“Ben hardloper.

Zie mezelf

dood lopen”.

.

“Ben chirurg.

Doe onderzoek naar

rekbaarheid v.d. lever,

drink elke dag”.

.

“Zat in wegenbouw.

Weg naar de afwezigheid van longen

geasfalteerd met rookwaar”.

.

Derrel

Uitgever: Hoek, Jack van, Eindhoven, ISBN: 978-90-74097-04-08

Nancy Meelens

Bloemige poëzie

.

Bij het laatste Ongehoord! podium in november van dit jaar mocht ik van Nancy Meelens (1972) het bundeltje Bloemige poëzie ontvangen. Vorige week kocht ik op het B@M Fest voor een luttele 2 Euro deel 2 en ben ik gaan lezen. Nancy is een van de drijvende krachten achter Poëzine, als zodanig al reden genoeg om hier aandacht te besteden aan haar bundeltjes.

Veel van de gedichten in de bundels gaan over haar liefde voor Derrel, de man in haar leven. Maar er is meer dan alleen de liefde. Ook ziekte en ongemak worden beschreven. Nancy heeft een heel eigen stijl van dichten. Soms is het heel persoonlijk en voel ik me bijna een voyeur als ik het lees maar door een zekere humor en het gebruik van het Vlaams (ze is een Vlaamse uit Emblem) is haar poëzie voor mij heel lezenswaardig.

Een mooi voorbeeld van verschillende elementen van haar poëzie komen voor in het gedicht ‘Mijn Verslaving’.

.

Mijn Verslaving

.

Ik ging ten onder in water.

MIJN lichaam moest kuis zijn.

Elke goesting met druppels

en woorden

van me afgewassen.

O ja afwassen

moet ik ook nog.

Laat de katten

de borden proper likken.

Plaats ze in de kast,

de borden, niet de katten.

.

Wil ook niet opgesloten zitten

tenslotte want

ik ben een madammeke met pit

die soms een kater heeft

en niet om mezelf te behagen,

fel en niet voor de liefde,

slecht en voor de roes

.

De wereld veranderd om me heen.

Neen die is nog steeds

kattig tegen me.

Maar ik vlieg over de onnozelaars heen

en kijk neer op hun onvermogen

om te zien wie ik ben.

Kijk, acherme toch,

omdat ze niet zien wie ik ben.

.

Bied hun de fles aan

die de borst niet hebben gehad

laat ze hier maar aan slurpen.

Aan mij geen polonaise,

het spel is uit.

.

Laat me niet

meer met de voeten spelen

want jullie spel is voorbij

als het gaat om mij.

.

Hij rolde zijn woorden als

dobbelstenen voor mij.

Hij heeft dit rondje Yahtzee

gewonnen.

.

Ja hij is ……… ???? Ik laat hem gewoon horen,

.

“Jij bent mijn nieuwe doping”.

.

Zoals ik al schreef, humor, onverwachte wendingen, Vlaamse woorden en uitdrukkingen en de liefde. Toch wil ik ook nog wat opbouwend kritische woorden schrijven. Opmaak en interpunctie zijn aandachtsgebieden. Dan weer wel een punt, dan weer niet, hoofdletters om zaken te benadrukken, puntjes en vraagtekens, een vet gedrukte laatste zin, ze leiden wat mij betreft teveel af van waarom het gaat. Het is volgens mij ook niet nodig , het gedicht, de woorden vertellen het verhaal. Ook de bladspiegel vind ik afleiden door de zinnen (en het gedicht) gecentreerd op de pagina te plaatsen.

Verder niets dan lof voor Nancy en deze lieve bundeltjes.

.

Bloemige poëzie

Zomerpodium en Route du Nord (fotoverslag)

Druk weekend voor stichting Ongehoord!

.

Op zaterdag 8 juni verzorgde de stichting Ongehoord! een dichterspodium bij Route du Nord in Rotterdam (noord). Tijdens dit podium traden de dichters Marcel Vaandrager, Jacob Rosenbaum, Derrel Niemeijer, Rineke Minderman en Wouter van Heiningen op en werd de muziek verzorgd door Seth. In eerste instantie in een zaal tussen de kunst en later als pop-up poëzie en muziek in de gangen van het pand aan de Vijverhofstraat.

Op Zondag 9 juni organiseerde Ongehoord! het jaarlijkse Zomerpodium in de Jacobustuin in Rotterdam. Een groot aantal mensen (over de hele dag ruim 200) was naar de Jacobustuin getrokken om te genieten van elkaar, muziek van Lizzy & the Paperbacks en de dichters Vlo, Wijnand Steemers, Gijs ter Haar, stadsdichter van Rotterdam Daniel Dee en natuurlijk de dichters op het open podium. Het was een mooie en bijzondere middag. Hieronder een kort fotoverslag van beide podia.

.

Route du Nord

.

foto (20)

foto (18)

foto (19)

foto (17)

foto (21)

Zomerpodium Jacobustuin

foto (7)

foto (8)foto (9)foto (10)foto (11)foto (12)foto (13)foto (14)foto (15)foto (16)Lizzy