Site-archief

Twee-pigrammen

Florence Tonk

.

Vorig jaar brachten uitgeverij Wereldbibliotheek en Nieuw Amsterdam een bundel uit met poëzie over het thema van de Boekenweek in een specifieke dichtvorm. Het thema dat jaar was rebellie en de dichtvorm het sonnet. Ook dit jaar koos men een thema; tweestrijd en als vorm koos men het epigram. Bovendien bevat de bundel dit jaar ook gedichten van andere dichters dan die van Nieuw Amsterdam en Wereldbibliotheek.

Het epigram heeft de volgende vaste regels: acht regels; vrije versvorm; hetzelfde slotwoord in de regels 1,3,5 en 7; metrum naar believen; de slotregel bevat de pointe. Een ander woord voor epigram is puntdicht. Het is een kort gedicht, vaak geestig. Slechts enkele gedichten uit de bundel voldoen aan deze regel. Ook de humoristische laatste zin met een rake pointe komt niet vaak voor. Wel zien we dat de gedichten acht regels tellen en dat de herhaling van het slotwoord veel is toegepast.

Omdat het thema Tweestrijd is heeft men voor de titel Twee-pigrammen gekozen, epigrammen over tweestrijd. Dichter Florence Tonk (1970) heeft zich voorbeeldig aan de regels van het epigram gehouden met haar gedicht ‘Puntdicht’ dat subtiel knipoogt naar het gedicht ‘Sotto voce’ van Vasalis.

.

Puntdicht

.

Een punt breekt af, de punt doet pijn

in zinnen aan mijn zusjes

een punt die stopt, veroorzaakt pijn

staat voor venijn en stelligheid, gelijk

is niet vrijblijvend, dat doet pijn

het stokken, afgesloten zijn

mijn tere zusjes lijden pijn

geen punt, het mag niet van mijn brein.

.

Paean

Versvorm

.

Er zijn al heel veel versvormen. Er bestaan vele klassieke versvormen, vrijere versvormen en nieuwe versvormen. Een bedenker van nieuwe versvormen was de Amerikaan Evelyn M.Watson (1886-1956). Hij bedacht onder meer de donata, de trine en de quaternion. Maar ook de Paean. Een Paean is in het Latijn een hymne of een overwinningshymne voor Apollo of een andere god.

Deze versvorm is opgebouwd uit 13 regels (4 + 3 + 3 +3) met als schema abab ccc abc ddd. Het schema dat daarbij hoort is 5 jamben, kort, 5 jamben, kort. Hoe zo’n Paean eruit ziet lees je hieronder.

.

Kort kerstverhaal
.
Het kerstkind werd in Bethlehem geboren.

Daar waren eng’len en ook herders bij.

De os en ezel waren uitverkoren:

Ze hoorden feestgezang, fluit en schalmei.

 .

De herberg vol.

Het is te dol,

Wat een gesol!

 .

Een ster kon vreemde koningen bekoren.

Ze volgde hem van verr’. Ze waren blij.

Twee reden er kameel, één op een knol.

 .

Herodus verstoord,

Plek gehoord.

Dat wordt moord!

.

Hoop, geloof en liefde, een recensie

Derrel Niemeijer

.

Vorig jaar in december schreef ik een recensie van de bundel van Derrel Niemeijer met de veelzeggende titel ‘Krankzinnig aangedicht’. Ik schreef toen dat de bundel op mij overkwam als een geordende chaos en dat de poëzie van Niemeijer me deed denken aan de poëzie van Johnny the selfkicker. Onbegrijpbaar en ongrijpbaar met de neiging om na lezing van elk gedicht meteen tot herlezing over te gaan om er iets van te begrijpen. Ook schreef ik toen over de opmaak van de bundel, schreeuwerig en vol hoofdletters, uitroeptekens en punten en komma’s. Ondanks de interpunctie, de slordige opzet en het schreeuwerige karakter van de bundel was ik ervan gecharmeerd.

Derrel, door Von Solo ‘een levende icoon van de Neo beatniks’ genoemd lijkt in zijn nieuwste bundel wat tot rust gekomen. Lijkt, want in zijn poëzie is Derrel niet of nauwelijks veranderd. In de afwerking van de bundel is wel veel veranderd. Zo staan de gedichten op een normale bladspiegelverdeling, de vele dik gedrukte leestekens zijn achterwege gebleven, en de bundel heeft een rustig voorkomen. De afbeelding op de voorkant vind ik persoonlijk wat fletst en dat in combinatie met het lichte blauw en de titel doet een heel andere soort poëzie vermoeden. Ook de gekozen centrering van de gedichten in het midden van de bladzijden zou niet mijn keus geweest zijn maar al met al is ‘the look and feel’ van deze bundel professioneel.

Dan de inhoud, tenslotte gaat het om de gedichten. Bij veel gedichten overkomt mij hetzelfde als bij het lezen van ‘Krankzinnig aangedicht’, na lezing schud ik mijn hoofd, denk ik: “Waar gaat het eigenlijk over” en vervolgens lees ik het opnieuw. In de meeste gevallen komt na een tweede lezing het besef dat Derrel er vast iets mee heeft bedoeld dat ik er niet uit haal en dat wat ik er in lees vast niet zo door Derrel bedoeld is. En is dat niet precies waar poëzie over gaat.

Opnieuw soms zinsconstructies die wat krom zijn (bijvoorbeeld uit Ze is nu zo sterk: ‘om haar echt te waarnemen’ in plaats van ‘om haar echt waar te nemen’. Het gebruik van de ‘/ ‘ zoals in Masker: ‘als reflectie van/voor , wie/wat ik ben’ en in Achter de muur:  “Mijn leven behoud/behoed ik” . Maar ook de omkering van woorden die daardoor iets surrealistisch krijgen zoals in hetzelfde gedicht: ‘De Dood houd ik buiten. / Buiten houd ik De Dood. / Ik houd De Dood buiten.’

Tel daarbij de vele typisch Derreliaanse visuele ‘grapjes’ zoals in Verslikken: ‘over: *De liefde / *Je liefde/ *Liefde m.b.t./ *Liefde t.a.v./ *Liefde voor”

Komen we veel meer te weten over de mens Derrel? Wie goed leest en een beetje weet hoe stormachtig het leven van Derrel zich heeft ontwikkeld kan zich er een voorstelling van maken. Voor de neutrale lezer doemt een beeld op van een soms getormenteerde dichter, dan weer een ouwe romanticus en zelfs af en toe een sentimentele schrijver.

Voor ieder wat wils lijkt me. Een voorbeeld van het laatste in het gedicht ‘Ik houd van je’.

.

Ik houd van je

.

Hij is dichter

ik ben juist opener

sinds ik schrijf.

.

Soms schrijf ik vijf dingen

en soms op een dag

nog eens vijf.

.

Al die kraaienpoten

waren oefeningen.

.

Ik heb geleerd

Met minder woorden,

zeg je meer!

.

Vier woorden zijn genoeg!

.

derrel-250x370

 

Uitgeverij Heimdall is een betrekkelijk nieuwe uitgeverij van uitgever Hub Dohmen. Heimdall geeft naast poëzie vooral non-fictie uit.