Site-archief

Souvenirs en herinneringen

MUGzine 29 is uit!

.

“Mijn oog valt op een plastic figuurtje dat me terugflitst naar een prehistorisch moment onder het dak van de platanen. Het regent. Jij en ik omringd door bange bloemen, de stadslibelle die ik was.”

Dit is een stukje uit het voorwoord van Marianne van de nieuwe uitgave van MUGzine nummer 29. In dit nummer vroegen we dichters gedichten te schrijven of aan te leveren die met herinneringen of souvenirs te maken hebben. De dichters hebben hier allemaal een heel eigen invulling aangegeven.

Sandra Roobaert, Sylvia Hubers en Nyk de Vries verzorgen de poëzie in dit nummer, aangevuld met een MUGgedicht van Oscar Tops, een Luule en prachtige kunst van de IJslandse kunstenaar Ragnhildur Jóhanns.

MUGzine publiceert 5 x per jaar een editie met poëzie en kunst. Meestal heeft de MUGzine 16 pagina’s maar een enkele keer ook 20 (zoals #29). Daarnaast maken we elk jaar iets bijzonders zoals de specials en ansichtkaarten met poëzie.

MUGzine is gratis te lezen via mugzines.nl maar de ware poëzieliefhebber wil natuurlijk een poëzietijdschrift, juist omdat het zo’n handzaam formaat heeft, op papier lezen. Dat kan. Wanneer je donateur wordt ontvang je een jaar lang elk nummer en een extraatje. Donateur ben je al vanaf € 22,50 per jaar. Voor dat bedrag ontvang je dan tussen de 70 à 80 pagina’s gedichten plus bijzondere kunst.

MUGzine wordt gemaakt door Poetry Affairs, MUGbooks en BRRT.Graphic.Design en werkt met een onafhankelijke redactie.

Als voorproefje van editie 29 hier een gedicht van één van de dichters uit deze editie, de Vlaamse Sandra Roobaert (staat niet in de MUGzine) getiteld ‘Wees voorzichtig bij het fietsen’.

.

Wees voorzichtig bij het fietsen

.

wanneer hij merkt dat deze centimeters wereld
bestaan uit ijs op asfalt besluit mijn fiets tot overgave
mijn hoofd slaat als een bronzen klok op zondag
galmt in aanraking met grond

de ambulance is er plots, wie heeft de overgang
van asfalt naar sirene weggeknipt
de fluoman die bij me zit draagt
schoenen die door vuur gaan als het moet

de heelfabriek sluist mij door gangen
over bedden van papier
klemt mijn hoofd in het tuig dat zoemend
mijn intiemste spinsels leest

terwijl ik wacht weet ik dat nu
de tumor aan het licht zal komen, kronkels soppend
in het bloed, ik zie de lamp
al dimmen in de bovenkamer

achter het scherm wordt een voet gegipst, schrik
gepareerd met grappen, de dokter komt
mijn hoofd wordt geklasseerd, cold case
rust, pijnstillers, terugkomen indien nodig

ik sta op straat, mijn ogen knipperen
de alledaagsheid toe, verkeer briest vredig
ik draag mijn hoofd als een kristallen bol
antieke globe die zacht knarst bij draaien

.

Hij moet bij mij zijn

Najaarseditie MUGzine

.

In oktober verschijnt de nieuwe MUGzine, editie 29 alweer en ik zal de komende weken elke keer een nieuwe naam noemen van een dichter die in deze editie met poëzie is vertegenwoordigd. In ieder geval kan ik de kunstenaar al prijsgeven. Dit is de IJslandse kunstenares Ragnhildur Jóhanns (1977). Zij heeft al vele tentoonstellingen gehad in IJsland maar ook in Litouwen en het Verenigd Koninkrijk.

De eerste dichter die ik kan vrijgeven is Sylvia Hubers (1965). In haar werk verkent zij het grensgebied tussen proza en poëzie. In 2003 debuteerde ze met de dichtbundel ‘Men zegt liefde’. Daarop volgden acht bundels poëzie, prozagedichten en zeer kort proza. Haar laatste bundel ‘Aanraken!’ kwam uit in 2022. Van 2009 tot 2013 was ze stadsdichter van Haarlem en ze maakt naast boeken en bundels ook poëzie ansichtkaarten.

Natuurlijk plaats ik hier alvast een voorproefje van de poëzie van Sylvia. Uit haar debuutbundel ‘Men zegt liefde’ het gedicht ‘Hij moet bij mij zijn’.

.

Hij moet bij mij zijn

.

Hij moet bij mij zijn
hij moet mij lezen
zijn hand op me leggen
me terugtrekken
uit het land van de doden.

Hij moet bij me zijn
hij moet zich over me uitspreiden
hij moet glimlachen
wanneer ik niet meer wil
hij moet applaudiseren.

Hij moet bij mij zijn
steeds als ik de deur open doe
moet ik zijn neus zien
die groot is uitgevallen

– veel te grote neus
voor zo’n kleine kerel –

toch moet hij bij mij zijn

.